Kunst met Sis: Van oude mensen en dingen die niet voorbijgaan

DOOR SIS VAN ROSSEM

Tot het begin van de twintigste eeuw schreef men dit werk toe aan Rembrandt. Begrijpelijk, want Lievens en Rembrandt werkten rond 1629 nauw samen in Leiden, waar ze beiden woonden. Mogelijk deelden ze zelfs tijdelijk dezelfde werkplaats.

Toen Lievens acht jaar was, ging hij in de leer als schilder. Eerst in Leiden bij Joris Verschoten en twee jaar later bij Pieter Lastman in Amsterdam. Op zijn veertiende was hij terug in Leiden. Voor ons klinkt dat vreemd, met acht jaar al in de leer, maar dat was het toen helemaal niet. Bedenk dat er geen kunstacademies bestonden. Sterker nog, het begrip kunst bestond helemaal niet. Je was een vakman, net als bijvoorbeeld een kastenmaker. Ook de leerplicht bestond niet. Een jongen van acht was een kleine volwassene.

Je begon zonder uitzondering als manusje van alles en moest het vervelende werk doen: de kachel aanmaken, opruimen, pigmenten malen. Dat had dus nog bijna niets met het vak te maken. Bovendien werd je meestal flink gepest. Als je deze fase goed doorgekomen was, begon het echte werk via een vaste opbouw:
– Kopiëren van tekeningen en gravures.
– Tekenen naar gipsmodellen van antieke beelden.
– Tekenen naar model.
– Schilderen naar model.

Soms mocht je bij hoge uitzondering een stukje van de achtergrond schilderen van het werk van je meester. Ten slotte moest je een chef d’oeuvre, een meesterstuk, maken en als dat goedgekeurd werd, kon je je als zelfstandig meester vestigen. Probleem daarbij was dat je daar geld voor moest hebben.

Ik denk dat Jan Lievens geluk heeft gehad, want toen hij dertien jaar was, kocht stadhouder Maurits van Nassau een schilderij van hem. Dat kwam in Engeland terecht bij koning Jacobus I. Vervolgens kreeg hij een uitnodiging om aan het Engelse hof te gaan werken. Daar werkte hij twee jaar en keerde daarna terug naar Nederland. Interessant is nog dat zowel Rembrandt als Lievens weigerden om een reis naar Italië te maken om daar de Klassieken te bestuderen. Ze hadden het denk ik niet nodig, omdat ze in Nederland succesvol genoeg waren en goed verdienden.

 

Maar nu naar het schilderij. Ik vind het mooi om diverse redenen. Eerst maar eens de technische kant: het is natuurlijk prachtig geschilderd, en dan heb ik het over de stofuitdrukking. Kijk naar de baret, een ieder kan zien dat die van fluweel is. Let op de lichtval die overduidelijk van links komt en wat die doet met het fluweel van de baret en de mantel. Ook de achtergrond is mooi, niet egaal van kleur en lichter achter de baret.

Maar wat ik dus echt prachtig vind, is dat oude, moeë gezicht. Nee, hij kijkt niet trots de toeschouwer aan, hij is de hoogmoed en daarmee de ijdelheid al ver voorbij. Hij weet dat dat niet belangrijk is. Kijk naar zijn ogen. Je ziet dat hij niet echt goed meer kan zien. Zijn linkeroog lijkt wat rood. Kijk naar zijn mond. Iedereen die oud geworden is, weet wat de ouderdom met je gezicht en ook met je mond doet. Zijn mond is een streepje geworden. De rimpels die er nou eenmaal bij horen.

Wat mij nu nog fascineert, is of dit schilderij nou al dan niet een opdracht is geweest. We weten dat de meeste schilders in de zeventiende eeuw bijna altijd in opdracht werkten. Maar dit schilderij is klein (zie de afmetingen). Het is zeker geen zelfportret van Lievens, hij maakte dit toen hij 22 jaar was.  Wel maakten schilders in die tijd de zogenaamde ‘tronies’, dat zijn studies van koppen. Maar dit portret is af. De naam van de geportretteerde is niet bekend. Arm is deze man gezien zijn kleding ook niet. Ik ken meerdere schilderijen van deze man. Dat dit portretje zich in een privécollectie bevindt, verbaast me helemaal niet.

Jan Lievens
Leiden 1607-Amsterdam 1674
Studie van een oude man ± 1629
Olieverf op paneel (eik) 58 x 47 cm
Privé collectie

Tot het begin van de twintigste eeuw schreef men dit werk toe aan Rembrandt. Begrijpelijk, want Lievens en Rembrandt werkten rond 1629 nauw samen in Leiden, waar ze beiden woonden. Mogelijk deelden ze zelfs tijdelijk dezelfde werkplaats.

Toen Lievens acht jaar was, ging hij in de leer als schilder. Eerst in Leiden bij Joris Verschoten en twee jaar later bij Pieter Lastman in Amsterdam. Op zijn veertiende was hij terug in Leiden. Voor ons klinkt dat vreemd, met acht jaar al in de leer, maar dat was het toen helemaal niet. Bedenk dat er geen kunstacademies bestonden. Sterker nog, het begrip kunst bestond helemaal niet. Je was een vakman, net als bijvoorbeeld een kastenmaker. Ook de leerplicht bestond niet. Een jongen van acht was een kleine volwassene.

Welkom bij Maarten!

Maak eenmalig een gratis account aan en krijg toegang tot al onze artikelen. Lees gratis op onze site en ontvang elke twee weken nieuws, diepgravende artikelen, interviews, evenementen en acties van Maarten! in uw mailbox.

InloggenRegistreren

Reacties

Geef een reactie

Gerelateerde artikelen

Maarten, Sis en Vincent over één van hun ergernissen: ouderdom

Kunst met Sis: Bakker, een eeuwenoud beroep

Sis: Ik ben geen echtpaar

Welkom bij Maarten!

Maarten van Rossem is 's lands bekendste historicus en Amerikadeskundige. Hij is een veelgevraagd commentator op radio en tv en heeft een eigen blad: Maarten!. Verwacht diepgravende interviews, scherpe analyses en verrassende opinies.

Maak nu gratis kennis met onze journalistiek. In dit dossier hebben wij de mooiste verhalen uit ruim tien jaar Maarten! gebundeld. Lees bijvoorbeeld waarom Baudet gelijk heeft als hij zegt Fortuyns erfgenaam te zijn, wat Maarten van het Nederlandse onderwijs vindt en hoe Amerika het IS-monster gecreëerd heeft.

Wilt u de beste verhalen uit Maarten! in uw mailbox ontvangen? Meld u dan aan voor onze gratis nieuwsbrief.