De dubieuze erfenis van Frits Bolkestein

Door Bart de Koning

Frits Bolkestein poseert als een scherpe liberale denker – een ziener zelfs. Hij zet zich af tegen geldverspilling en schijnheiligheid op links, maar zwijgt over de subsidieverslaving van zijn eigen VVD. In zijn lange loopbaan blijkt ‘Cassandra’ Bolkestein zich vaak vergist te hebben.

Uit Maarten!  2019-3. Bestel losse nummers hier

Frits Bolkestein heeft geen last van valse bescheidenheid. Op de achterflap van zijn memoires Cassandra tegen wil en dank vergelijkt hij zichzelf met de gelijknamige Trojaanse koningsdochter ‘die de gave had de toekomst te voorspellen, maar die door niemand werd geloofd – terwijl zij achteraf steeds gelijk bleek te hebben gehad’.

De tekst vervolgt: ‘In zijn lange politieke carrière heeft Frits Bolkestein zich meermaals als een Cassandra gevoeld. Hij durfde thema’s aan te roeren en standpunten in te nemen waar hij aanvankelijk om werd verguisd, maar die later door vrijwel iedereen werden omarmd. Het zou hem tot een van de invloedrijkste politici van Nederland maken.’

Toegegeven: het is niet zo kras als Baudets ‘uil van Minerva’, maar het beeld van Bolkestein als eenzame Cassandra is tamelijk pathetisch – en er valt het nodige op af te dingen. Het laatste punt klopt overigens wel: Bolkestein is een van de invloedrijkste en interessantste Nederlandse politici. Alleen al het feit dat hij boeken leest én schrijft maakt hem uniek, zeker binnen de VVD. Zoals zijn uitgever Mai Spijkers ooit zei: ‘Het is heel simpel en al jaren hetzelfde: linkse politici schrijven en lezen boeken. Rechtse politici gaan uit eten.’

Bolkestein is de uitzondering en zijn boeken en opinieartikelen hebben flink bijgedragen aan de verspreiding van zijn ideeën. Zijn invloed op de Nederlandse politiek is nog steeds groot. Hij maakte in de jaren negentig debatten over immigratie, islam en Europa salonfähig, liet als eerste prominente Nederlandse politicus een duidelijk conservatief geluid horen, kraakte harde noten over linkse denkers en ‘linkse hobby’s’ als ontwikkelingshulp, mensenrechten en milieubeleid, en gaf de VVD een ruk naar rechts. Bovendien stond hij aan de wieg van de twee nieuwe concurrenten ter rechterzijde van zijn eigen partij: de PVV en later FvD.

Bolkestein heeft zijn imago goed in de markt gezet

Hoe moeten we die erfenis van Bolkestein wegen? Hij publiceerde eerder dit jaar (red. 2019) Bij het scheiden van de markt, een bundel van eerder verschenen artikelen. Het is naar eigen zeggen zijn laatste boek. Hij is ‘uitgeschreven’. Hoe Bolkestein zelf herinnerd wil worden is duidelijk: als een scherpe, onafhankelijke denker. Een conservatieve liberaal die eind jaren tachtig een goed betaalde baan bij Shell verruilde voor de politiek omdat hij niet langer kon aanzien hoe linkse politici het land bestuurden. Iemand die tegen de politiek correctheid in durfde te gaan en kritiek uitte op immigratie en islam.

Bolkestein heeft dat imago goed in de markt gezet. ‘Hij is bij leven al heilig verklaard,’ zo schreef zijn lijfblad Elsevier in 2001. Zijn boeken worden gunstig besproken en de begeleidende interviews zijn meestal weinig kritisch – ook bij zijn laatste boek. Die kritiekloze ontvangst is merkwaardig, want de kloof tussen woorden en daden was en is bij Bolkestein soms groot en duidelijk zichtbaar.

Net als alle VVD’ers is hij helemaal niet liberaal als het gaat om subsidies voor de eigen achterban, zoals de hypotheekrenteaftrek en steun voor bedrijven. ‘Cassandra’ heeft daarnaast tijdens zijn carrière in een aantal dossiers flink misgekleund en zich op cruciale momenten vergist in zijn keuze voor mensen. Ten slotte is Bolkestein medeverantwoordelijk voor de opkomst van populistisch rechts én de uitholling van de moraal binnen zijn eigen partij. Zijn keuzes hebben de VVD serieuze schade toegebracht.
 

Rechtse hobby’s

Een van de succesvolste frames in de Nederlandse politiek is dat linkse politici een gat in hun hand hebben, maar dat de centjes van de hardwerkende Nederlander bij rechts wel veilig zijn. Bolkestein heeft altijd flink op dat aambeeld gehamerd, met zijn kritiek op Den Uyl en ontwikkelingshulp.

In werkelijkheid zijn rechtse hobby’s veel duurder. Bolkestein begon zijn carrière als staatssecretaris op Economische Zaken, een departement dat jaar in jaar uit miljarden aan subsidies verstrekt aan bedrijven. De Rekenkamer en het CPB kunnen al decennia géén resultaten van die subsidies vinden, maar daar zwijgen de liberalen van de VVD over.

Los van die vaste subsidies zijn VVD’ers ook dol op miljoenen verslindende projecten. Denk aan de bananenterminal in de Eemshaven (afgevoerd als schroot), de containerterminal in de Amsterdamse haven (zou 12.000 banen opleveren, kranen doorverkocht), de Betuwelijn (zou 60 miljard extra groei opleveren) en de JSF (zou 20.000 banen opleveren).

Stuk voor stuk projecten waarvan van tevoren al bekend was dat de rekensommetjes niet klopten en die met de beste wil van de wereld niet ‘liberaal’ zijn. Bolkestein heeft zich er heel soms kritisch over uitgelaten (de Betuwelijn was ‘een stuk ijzer’), maar Cassandra heeft nooit zijn ‘gave om de toekomst te voorspellen’ gebruikt om de belastingbetaler deze zeperds te besparen.

Dat geldt ook voor de grootste en meest schadelijke subsidie van Nederland: de hypotheekrenteaftrek. Deze marktverstorende subsidie kost jaarlijks 12 miljard euro, jaagt de huizenprijzen op, heeft Nederland in een onnodig diepe recessie geduwd en slaat de arbeidsmarkt en kapitaalmarkt al decennia uit het lood. De schadelijke effecten van de hypotheekrenteaftrek zijn al sinds de jaren negentig duidelijk te zien in de statistieken van De Nederlandsche Bank, maar Bolkestein hebben we er niet over gehoord.

Dat is logisch. Als Bolkestein zich als een echte liberaal had gedragen, had hij heel wat dure speeltjes van de rechtse kiezer moeten afpakken en zou hij zich in razend tempo impopulair hebben gemaakt. Tegen andere partijen aan trappen is makkelijk, kritiek uiten op stommiteiten van partijgenoten is riskant en vereist moed. De tragiek van de echte Cassandra was dat haar eígen volk haar waarschuwingen niet wilde horen.

Homohuwelijk

Ondanks alle verwijzingen naar schrijvers en filosofen van de schrijver Bolkestein, was de politicus Bolkestein vooral pragmatisch: het gaat bij de VVD altijd om de portemonnee, het huis en de auto van de kiezer. Elke maatschappelijke discussie – van klimaat, pensioenen en auto’s tot immigratie – wordt langs die lat gelegd.
Na zijn vertrek bij Shell zette Kamerlid Bolkestein in 1982 de aanval in op politiek correctheid en stelde dat de Hollandse dominee moest wijken voor de koopman. ‘Wat geef ik dan om zo’n schoon geweten? Schone handen, ja, maar vooral lamme,’ was de kop boven een interview in De Tijd. Als provocatie zeker geslaagd, maar het achterliggende gedachtegoed is verontrustend.

Zo keerde Bolkestein zich in 1996 tegen de invoering van het homohuwelijk – vreemd voor een man die zichzelf liberaal noemt. Zijn belangrijkste argument was dat het niet uit te leggen was in het buitenland. Nog steeds een pijnlijk standpunt, aangezien Bolkesteins voormalige medewerker Wilders homo-emancipatie nu juist als favoriet argument gebruikt om de ‘achterlijke’ islam mee te bekritiseren.

Bolkestein heeft als Shell-man en als staatssecretaris altijd actief zakengedaan met dubieuze regimes. Dat pragmatisme was rechtlijnig en eerlijk (geen gezeur over een schoon geweten), maar had ook blinde vlekken. Na 9/11 zei premier Kok dat de Amerikanen in hun reactie op de aanslagen de waarden van de democratische rechtsstaat in het oog moesten houden. Bolkestein, toen fractievoorzitter, vond dit ‘gemekker aan de zijlijn’.

Zelfs wie het op z’n Bolkesteins puur pragmatisch bekijkt, kan alleen maar constateren dat de martelingen en mishandelingen in Abu Ghraib en Guantanamo Bay een enorme en onnodige haat tegen het Westen hebben veroorzaakt en zeker nieuwe terroristen hebben gekweekt.

De ziener

Bolkestein heeft zichzelf in zijn boek en in interviews op drie terreinen als Cassandra omschreven: immigratie, de euro en Srebrenica. Het is opvallend dat hij de dossiers waarbij hij zichzelf voorspellende gaven toedicht zorgvuldig kiest. Het gaat altijd om onderwerpen die buiten zijn macht lagen en waar de teerling al geworpen was. Zijn waarschuwingen dat Italië niet moest toetreden tot de euro en dat het mis zou gaan met Dutchbat in Srebenica waren terecht, maar ze kwamen te laat en zijn mening, hoe juist ook, deed er niet (meer) toe.

Bolkesteins grote claim to fame is zijn kritische artikel in de Volkskrant over immigratie uit 1991. Bolkestein schetst daarbij graag het beeld van een eenzame strijder tegen linkse gekte, maar in werkelijkheid is Nederland nooit links geweest. De Telegraaf was altijd al groter dan de Volkskrant, Elsevier groter dan Vrij Nederland, HP/De Tijd en De Groene samen, en de TROS groter dan de VARA. Nederland is altijd bestuurd door centrum-rechtse kabinetten, met als enige uitzondering het kabinet-Den Uyl (daarom is dat ook nog steeds zo’n geliefde kop van Jut).

Immigratie was een rechtse hobby: de VVD wilde in de jaren zestig gastarbeiders uit Turkije en Marokko als goedkope arbeid voor Nederlandse ondernemers. De CPN en de PvdA lagen dwars, omdat zij gastarbeiders zagen als concurrentie voor hun traditionele arbeidersachterban. Het was de VVD die er later op aandrong dat gastarbeiders langer mochten blijven, omdat ondernemers het te duur vonden steeds nieuwkomers in te werken. Ook de gezinshereniging was een ideetje van rechts. Het kabinet dat een eind maakte aan de instroom van gastarbeiders? Dat van Den Uyl.

Bolkestein was in die tijd helemaal niet bezig met politiek, maar was carrière aan het maken bij Shell. Pas in 1991 vond Cassandra de tijd om te waarschuwen tegen de gevaren van immigratie. Dit is een ongemakkelijke waarheid in het leven van Bolkestein: zijn eigen partij veroorzaakte massa-immigratie, Bolkestein zweeg in alle talen, terwijl communisten en sociaal-democraten wél hun zorgen uitten.

Dat Bolkestein er desondanks in geslaagd is om immigratie bij links in de schoenen te schuiven en zichzelf in de markt te zetten als ziener, mag rustig een briljant staaltje pr worden genoemd.

Het klasje

De belangrijkste blijvende erfenis van Bolkestein is zijn bijdrage aan het rechts-populisme in Nederland. Niet alleen door zijn geschriften, maar ook door de politici die hij heeft opgeleid. Politicoloog Merijn Oudenampsen toonde in zijn dissertatie The Conservative Embrace of Progressive Values in 2018 overtuigend aan dat Bolkestein een belangrijke rol speelde bij de verrechtsing van Nederland. Hij populariseerde conservatieve denkers als Friedrich Hayek, en baande met zijn kritiek op immigratie en islam de weg voor Pim Fortuyn, Geert Wilders en Thierry Baudet.

Bolkestein zit daarmee in zijn maag. In interviews heeft hij altijd scherpe kritiek op het rechts-populisme van Trump, Wilders en Baudet – maar hij weigert te erkennen dat hij er in Nederland zelf flink aan heeft bijgedragen.

Bolkesteins keuzes hebben de VVD serieuze schade toegebracht

Bolkesteins reactie op Oudenampsen was bizar: hij stelde in een ingezonden brief dat de wetenschapper hem voor wederhoor had moeten benaderen en dat hij Hayek nooit gelezen had. En dat terwijl hij die neoliberale econoom in eerder werk uitvoerig had geciteerd en van 1998 tot 2013 in het curatorium van de Friedrich-August-von-Hayek-Stiftung had gezeten, zoals Oudenampsen later droog reageerde.

Bolkestein legde zelf in zijn boek De intellectuele verleiding denkers als Jean-Jacques Rousseau en Friedrich Nietzsche flink over de knie, omdat hun ideeën later misbruikt zijn. Daarmee geconfronteerd, weigerde hij verantwoordelijkheid te nemen voor de gevolgen van zijn eígen ideeën.

In een interview met de Volkskrant ontkende Bolkestein vorig jaar al dat hij medeverantwoordelijk is voor de opkomst van het rechts-populisme: ‘Nee. Ik vind van niet. Daar had ik te weinig betekenis voor… Misschien heb ik de ban gebroken, maar dat wil niet zeggen dat ik de wegbereider was van Wilders of wie dan ook. Tot op zekere hoogte ben je verantwoordelijk voor de impact van je woorden, maar zeker niet voor de ontsporingen.’

Dat kan zijn, maar politici hebben één ding altijd wel in de hand: de keuze voor hun eigen medewerkers. En uitgerekend daar is Bolkestein een paar keer ernstig de mist in gegaan. In de jaren negentig maakte hij furore met ‘het klasje van Bolkestein’, een Gideonsbende van slimme jonge mannen (geen last van politiek correct diversiteitsbeleid). In dat klasje zaten mensen als Arno Visser, Hans van Baalen, Clemens Cornielje en Hans Hoogervorst: jonge talenten die uitgroeiden tot niet heel opvallende, maar wel capabele politici.

Maar Bolkestein had ook een paar flinke miskleunen in zijn klasje. René Leegte werd bekend door populistische prietpraat in De Telegraaf (Greenpeace bestaat uit milieuterroristen, het KNMI mag geen subsidie meer omdat het waarschuwt voor klimaatverandering) en trad later af als Kamerlid omdat hij in de trein luid bellend zat uit te leggen hoe hij de Groningse slachtoffers van de aardbevingen aan het lijntje ging houden.

Robin Linschoten moest aftreden als staatssecretaris en werd later strafrechtelijk veroordeeld wegens belastingfraude. Bolkesteins voormalige assistent Geert Wilders stapte uit de VVD, begon een concurrerende partij ter rechterzijde en nam flink wat (potentiële) VVD-kiezers mee. Ook Wilders werd strafrechtelijk veroordeeld.

Bij de laatste verkiezingen voor het Europese Parlement concurreerde er naast Wilders nóg een voormalig medewerker van Bolkestein met de VVD. Terwijl Wilders op zijn posters pleitte voor een Nexit, poseerde Thierry Baudet samen met zijn Europese lijsttrekker: Derk-Jan Eppink, Bolkesteins voormalige assistent in Brussel. Bolkestein had nog gelobbyd om Eppink op een verkiesbare plek te krijgen binnen de VVD – tevergeefs, waarna Eppink voor de FvD koos.

Rita Verdonk

Bolkestein is altijd consequent geweest in zijn keuze voor populistisch angehauchte VVD’ers. Toen Mark Rutte en Rita Verdonk in 2006 streden om de macht, koos Bolkestein aanvankelijk voor Verdonk. Nog steeds een verbijsterende keuze. Wat je ook van Rutte vindt, hij is wél een capabel politicus.

Verdonk is evident incompetent, zoals ook bleek uit de tenenkrommende filmpjes van haar partij Trots op Nederland, die daarna roemloos ten onder ging aan kibbelende adviseurs. Het scheelde niet veel of Verdonk had de machtsstrijd van Rutte gewonnen. Dat zou gezien haar incompetentie vermoedelijk het einde van de VVD zijn geweest.

Stel dat Bolkestein dit bij Shell voor elkaar zou hebben gekregen: een klasje met talenten runnen, van wie er twee strafrechtelijk veroordeeld worden, twee een concurrerende oliemaatschappij beginnen en nog een paar anderen jammerlijk falen. Zouden ze hem dan een ziener vinden? De vraag stellen is hem beantwoorden.
De VVD is opvallend vergevingsgezind voor zijn blunders. Bolkestein duikt er zelf voor weg. Pijnlijk, omdat hij er in Intellectuele verleiding op hamert dat intellectuelen weg moeten blijven uit de politiek en het echte werk moeten overlaten aan ervaren praktijkmensen.

De belangrijkste erfenis van Bolkestein is zijn bijdrage aan het rechts-populisme

Waar linkse politici en denkers hun (vermeende) fouten breed uitgemeten krijgen, ontkent Bolkestein gewoon zijn eigen verantwoordelijkheid. Wilders staat niet eens genoemd in het register van Cassandra. Toen een interviewer Bolkestein een keer een vraag stelde over ‘leerling’ Wilders, reageerde hij kribbig door te ontkennen dat die zijn leerling was geweest. Dat is flauw en slap, want Wilders zat gewoon in zijn klasje.

Dat Bolkestein zelfreflectie niet leuk vindt, is helder. Hij heeft een aantal evident foute keuzes gemaakt (Wilders, Verdonk, Eppink, Linschoten, Leegte) en zijn erfenis van chic conservatisme zien verworden tot plat populisme.

Zijn oud-medewerker Joshua Livestro vond na Oudenampsens boek dat Bolkestein verantwoording moest afleggen over de gevolgen van zijn ideeën: ‘Zijn politieke tijdgenoten waarschuwden destijds nadrukkelijk voor de mogelijke ontsporing die zou kunnen volgen op wat zij “roeren in de onderbuik” noemden. Kijkend naar de haatzaaierij van Wilders en het pseudowetenschappelijk racisme van Baudet kun je moeilijk volhouden dat die ontsporing er niet was. Is er dan helemaal geen oorzakelijk verband?’

Toen de Volkskrant hem deze oproep voorlegde was Bolkestein kort: ‘Daar heb ik helemaal geen zin in.’ Bolkestein is uitgeschreven. Dat is jammer, want over zijn belangrijkste erfenis zullen we dus niets meer van hem horen.

Frits Bolkestein poseert als een scherpe liberale denker – een ziener zelfs. Hij zet zich af tegen geldverspilling en schijnheiligheid op links, maar zwijgt over de subsidieverslaving van zijn eigen VVD. In zijn lange loopbaan blijkt ‘Cassandra’ Bolkestein zich vaak vergist te hebben.

Uit Maarten!  2019-3. Bestel losse nummers hier

Welkom bij Maarten!

Maak eenmalig een gratis account aan en krijg toegang tot al onze artikelen. Lees gratis op onze site en ontvang elke twee weken nieuws, diepgravende artikelen, interviews, evenementen en acties van Maarten! in uw mailbox.

InloggenRegistreren

Reacties

Geef een reactie

Gerelateerde artikelen

Maarten van Rossem over Mark Rutte: ‘Zijn koers is beschamend onnozel’

Waarom het marktdenken failliet is

De ondraaglijke lichtheid van de VVD

Welkom bij Maarten!

Maarten van Rossem is 's lands bekendste historicus en Amerikadeskundige. Hij is een veelgevraagd commentator op radio en tv en heeft een eigen blad: Maarten!. Verwacht diepgravende interviews, scherpe analyses en verrassende opinies.

Maak nu gratis kennis met onze journalistiek. In dit dossier hebben wij de mooiste verhalen uit ruim tien jaar Maarten! gebundeld. Lees bijvoorbeeld waarom Baudet gelijk heeft als hij zegt Fortuyns erfgenaam te zijn, wat Maarten van het Nederlandse onderwijs vindt en hoe Amerika het IS-monster gecreëerd heeft.

Wilt u de beste verhalen uit Maarten! in uw mailbox ontvangen? Meld u dan aan voor onze gratis nieuwsbrief.