Terug naar de tank

Door Christ Klep

De datum is 18 mei 2011. De plaats van handeling het Duitse schietterrein Bergen Hohne. Een paar weken eerder heeft defensieminister Hans Hillen besloten ook de resterende Leopard-tanks te ‘stroomlijnen’ – dat is managementtaal voor saneren en dat is dan weer managementtaal voor opdoeken. Adieu Leopard 2A6. ‘Deze dag voelt aan als een begrafenis,’ treurt een ritmeester (dat is een kapitein bij de cavalerie). ‘Een tank is méér dan zeventig ton koud staal. Wanneer je hem aanzet, komt ’ie tot leven.’

Uit Uit Maarten! 2021-2. Bestel losse nummers hier of word abonnee

Openingsbeeld Amerikaanse troepen met Renault FT 17 tanks in de Argonne, Frankrijk, 26 september 1918.

Zonder tanks is de landmacht eigenlijk een tandeloze tijger. Na het laatste schot rolt de Leopard statig achterwaarts, met de loop treurig naar beneden. De begintune van Band of Brothers klinkt terwijl een adjudant de nog warme, net afgevuurde laatste hulsbodem overhandigt aan Wapenoudste generaal-majoor b.d. jhr. J.H. de Jonge. Op de tribune pinken enkele oudgedienden een traantje weg.

Je zou het haast niet geloven, maar er was een tijd dat het Nederlandse leger helemaal niet aan de tanks wilde. Hoe zat dat? Vanouds waren waterlinies de natte kern van de Nederlandse verdediging tegen snode vijanden van buitenaf. Maar ja, sinds de Eerste Wereldoorlog was daar de tank als nieuwe dreiging. Een ronkende mastodont op rupsbanden, speciaal ontworpen om overal doorheen te breken. Nu was het zaak voor het Nederlandse leger om aan te tonen dat de Hollandse Waterlinie haar reputatie als ondoordringbare barrière zou blijven waarmaken.

Hoe steek je zoiets in het kruitvat? Welnu, door een Commissie Vechtwagens op te richten en een proeftank aan te schaffen. Dit gebeurde in 1927 met de aankoop van welgeteld één Renault FT17 tank – nou ja… tankje. Het apparaat had niet voor niets als bijnaam ‘de mug’. Dit in 1927 al behoorlijk bejaarde model was de moeder van de tanks die we vandaag de dag nog kennen: met het kanon in een 360 graden draaiende koepel. De vaste bemanning bestond uit chauffeur sergeant Haaze, steevast omschreven als ‘klein van stuk,’ en de consequent als ‘boomlang’ aangeduide schutter korporaal Molenaar. Die laatste had als bijnaam ‘Kuchmolen.’ Blijkbaar was Molenaar in staat om enorme hoeveelheden brood (‘kuch’) weg te stouwen.

De Renault mocht overal zijn kunsten vertonen. Soldaten werden uitgedaagd allerlei hindernissen te bedenken. Maar zoals wel vaker gebeurt, leverden de proefnemingen resultaten op die de autoriteiten niet al te best bevielen. ‘Allerwege is duidelijk gebleken,’ concludeerde de Commissie Vechtwagens, ‘dat het vermogen van den vechtwagen tegenover hindernissen daadwerkelijk verbluffend is.’ Hm, dat was niet helemaal de bedoeling. De Hollandse Waterlinie was dus toch niet de heilige graal die het vaderland zou vrijwaren van ongewenste gasten? De oplossing die de legerleiding bedacht, lag voor de hand: net doen of er niks aan de hand is, nader overleg inplannen en de Renault in de opslag doen.

De eerste Nederlandse tank had als bijnaam ‘de mug’

Pas in november 1939, met de oorlog voor de deur, werd de FT17 van stal gehaald. Sergeant Haaze trad aan in De Peel. De legerleiding bleef koppig de doelpalen verzetten om de proefnemingen in de juiste richting te masseren. Letterlijk, want commandant veldleger luitenant-generaal J.J.G. baron van Voorst tot Voorst veranderde in hoogsteigen persoon de met stokken afgezette testroute. De onvervaarde Haaze kreeg zijn rupsbandmonster er echter tóch doorheen. Potverdikkie, moet de generaal gedacht hebben.

Even later herhaalde het schouwspel zich in het kletsnatte Asschatterbos bij Amersfoort. Binnen- en buitenlandse pers keken verwachtingsvol toe. Opnieuw paste de legerleiding de spelregels aan. ‘Hij móét ondersteboven,’ zou de generaal Haaze hebben ingewreven. En ja hoor, Haaze rolde onnodig schuin een sloot in en zakte weg. De ‘onneembaarheid’ van de Waterlinie was aangetoond. Driewerf hoezee! En weer ging het verweesde tankje in opslag, om daar ook de meidagen 1940 in ledigheid te slijten en vervolgens spoorloos te verdwijnen.

Fast forward naar 2024. Het tanktrauma van 2011 is goeddeels uitgewist. De landmacht mag weer eigen Leopard-tanks aanschaffen in plaats van ze te leasen bij de Bundeswehr. In 2027 moeten de eerste exemplaren instromen. Het budget is, zoals gebruikelijk bij grote defensiematerieelprojecten, strak afgebakend: 1 tot 2,5 miljard euro. Het gaat om 46 tanks van het type 2A8, met een optie op nog zes meer. Genoeg voor een volwaardig tankbataljon. Dat zijn nog niet de bijna duizend tanks uit de Koude Oorlog, maar toch.

Uiteraard zijn ze voorzien van het EuroTrophy Active Protection System, een Remote Controlled Weapon Station (RCWS) en DM11 120mm programmeerbare munitie. Het is maar dat u het weet. Volgens de landmacht kan deze tank de komende decennia nog best overleven op het slagveld. Een nieuwe Commissie Vechtwagens acht het kabinet-Schoof vooralsnog niet nodig. Al weet je het met dit kabinet natuurlijk maar nooit.

De datum is 18 mei 2011. De plaats van handeling het Duitse schietterrein Bergen Hohne. Een paar weken eerder heeft defensieminister Hans Hillen besloten ook de resterende Leopard-tanks te ‘stroomlijnen’ – dat is managementtaal voor saneren en dat is dan weer managementtaal voor opdoeken. Adieu Leopard 2A6. ‘Deze dag voelt aan als een begrafenis,’ treurt een ritmeester (dat is een kapitein bij de cavalerie). ‘Een tank is méér dan zeventig ton koud staal. Wanneer je hem aanzet, komt ’ie tot leven.’

Uit Uit Maarten! 2021-2. Bestel losse nummers hier of word abonnee

Welkom bij Maarten!

Maak eenmalig een gratis account aan en krijg toegang tot al onze artikelen. Lees gratis op onze site en ontvang elke twee weken nieuws, diepgravende artikelen, interviews, evenementen en acties van Maarten! in uw mailbox.

InloggenRegistreren

Reacties

Gerelateerde artikelen

‘Rusland gaat deze oorlog niet winnen’

‘Dit keer staat Duitsland juist op tegen de agressor’

Maarten: ‘Een goede oorlog bestaat niet’

Welkom bij Maarten!

Maarten van Rossem is 's lands bekendste historicus en Amerikadeskundige. Hij is een veelgevraagd commentator op radio en tv en heeft een eigen blad: Maarten!. Verwacht diepgravende interviews, scherpe analyses en verrassende opinies.

Maak nu gratis kennis met onze journalistiek. In dit dossier hebben wij de mooiste verhalen uit ruim tien jaar Maarten! gebundeld. Lees bijvoorbeeld waarom Baudet gelijk heeft als hij zegt Fortuyns erfgenaam te zijn, wat Maarten van het Nederlandse onderwijs vindt en hoe Amerika het IS-monster gecreëerd heeft.

Wilt u de beste verhalen uit Maarten! in uw mailbox ontvangen? Meld u dan aan voor onze gratis nieuwsbrief.