Maarten van Rossem
Maarten van Rossem is Nederlands bekendste historicus en Amerika-deskundige en een veelgevraagd commentator op radio en televisie. Sinds de zomer van 2008 zijn Van Rossems nuchtere en relativerende analyses ook te lezen in zijn eigen opinietijdschrift: Maarten! Met verrassende artikelen, diepte-interviews en scherpe analyses van verschillende gastschrijvers en commentatoren, blijven lezers op de hoogte van alle actualiteiten op politiek, economisch, technologisch en cultureel gebied.
Maak nu kennis met Maarten! en word abonnee voor slechts €17,95 of bestel een losse editie in de winkel.
Lees alvast de zeven best gelezen verhalen uit het tijdschrift Maarten!
1. ‘De wereld vergaat niet’
2. ‘Rutte had eerder moeten zeggen: ‘het is mooi geweest’
3. De ruïnes van Rutte
4. De wrok van een mislukte supermacht
5. Amerika is zijn eigen grootste vijand
6. Een goede oorlog bestaat niet
7. Als één partij gek wordt: De radicalisering van de Republikeinse Partij
Naast het tijdschrift kunt u via de gratis nieuwsbrief van Maarten! de kritische, vermakelijke en altijd leerzame gedachtegang van Maarten van Rossem volgen. U ontvangt scherpe analyses, interviews en nieuwtjes 1x per twee weken in uw inbox.
Maarten van Rossem: een kleine biografie
24 oktober 1943: Maarten wordt geboren in het keurige Zeist. Hij is de oudste van drie kinderen. Hij groeit op in Wageningen, waar zijn vader werkt als entomoloog. ‘Mijn vader had twee liefhebberijen: schilderen en de sluipwesp.’ In huize Van Rossem wordt verder niet gebeden. ‘Mijn familie is al meer dan honderd jaar godsdienstloos.’
Op 17 september 1944 ontsnapt de kleine Maarten ternauwernood aan de dood tijdens een Engels vergissingsbombardement op Wageningen. Maarten ligt in een kinderwagen in de achtertuin, als bij de buren een bom inslaat. De brokstukken dalen neer op de wagen, maar wonder boven wonder blijft Maarten ongedeerd. Wanneer hij twintig jaar later een psychiater bezoekt, verklaart deze zijn tobberigheid uit dit oorlogstrauma. ‘Volstrekte onzin natuurlijk. Ik ben daarna nooit meer naar een psychiater gegaan. Ik beschouw mezelf als een van de meest normale mensen die er zijn.’
Zijn achterdocht jegens de mensheid verklaart Maarten wel vanuit zijn jeugd. Al op de lagere school is hij een buitenbeentje. ‘Een van de problemen was dat ik heel goed kon leren.’ Op het gymnasium hield het pesten op. ‘Ik was fysiek niet sterk, maar kon verbaal aardig van me afbijten.’

Sis en Maarten, 1947
Jeugd
De Verenigde Staten leert Maarten kennen via zijn drie overzeese nichtjes, die bij hun bezoeken aan Wageningen alle drie een eigen fotocamera meebrengen. ‘Ik dacht dat alle Amerikanen stinkend rijk waren.’
Als Maarten zestien jaar is, gaan zijn ouders scheiden. ‘In die tijd was dat iets dramatisch. Ik werd bij de rector ontboden, bij wie de tranen over de wangen biggelden. Zelf vond ik het een zegenrijke ontwikkeling. Nu was tenminste dat geruzie afgelopen.’
Plannen voor de toekomst heeft Maarten nog niet. ‘Wel wist ik: liever geschiedenis dan iets anders. Maar mijn familie was faliekant tegen, want geschiedenis was een opleiding tot werkloosheid. Ik heb me laten overhalen om farmacie te gaan studeren in Utrecht.’ Maarten vindt er niks aan. ‘Ik was de onhandigste practicant sinds 1945. Na een paar maanden heb ik me in het diepste geheim ingeschreven voor de geschiedenisopleiding. Nog jarenlang heeft mijn familie me krantenknipsels toegestuurd: “Historici massaal werkloos”. Een oom zei: “Jij denkt zeker dat je een beroemd historicus wordt, maar dat kun je gerust vergeten.”
Studententijd
Ook de studie geschiedenis valt vies tegen. ‘Een hoorcollege kon gaan over zoiets debiels als de Franse mandaatgebieden in het Midden-Oosten tijdens het Interbellum.’ Bovendien stelde het studentenleven diep teleur. ‘Ik dacht dat geschiedenisstudenten elke avond bij een glas wijn en kaarslicht diepzinnige gesprekken voerden over het existentialisme. Dat bleek een misvatting.’
Maarten verwaarloost zijn studie, maar leest ondertussen alles wat los en vast zit. ‘Ik kocht stapels boeken op rekening. Op een gegeven moment werd ik met gerechtelijke stappen bedreigd als ik niet gauw zou betalen.’
In 1968 vinden in de Verenigde Staten dramatische (voor)verkiezingen plaats. Met grote interesse volgt Maarten de ontwikkelingen in Amerika. zoals ook de anti-Vietnamdemonstraties, de moorden op dominee King en Robert Kennedy en de rellen in Chicago. ‘Ik knipte berichten uit de krant en maakte een uitgebreid plakboek met knipsels. In Amerika gebeurde het.’
Na acht jaar studeert Maarten cum laude af. Zijn doctoraalscriptie over de historiografie van de Koude Oorlog schrijft hij bij Hermann von der Dunk. ‘Ik ontdekte het plezier in schrijven en uitleggen. Je kunt zeggen dat ik toen historicus ben geworden.’
Verenigde Staten
Maarten overweegt het onderwijs in te gaan, maar zijn vader verbiedt hem dat. Bovendien heeft Von der Dunk andere plannen. ‘In 1971 haalde hij me uit de militaire dienstplicht en stelde hij voor dat ik een dissertatie zou schrijven.’ Hiervoor gaat Maarten onderzoek doen in Duitsland en de Verenigde Staten.
Twee keer verandert Maarten van onderwerp. Von der Dunk geeft geen krimp. ‘Hij vond waarschijnlijk dat het hoorde bij mijn ontwikkeling.’ Financieel kan Maarten zich redden, want hij heeft een aanstelling als wetenschappelijk medewerker. Plús een ambitieuze vrouw die de kost verdiende als hoofdredacteur bij Margriet.’
Uiteindelijk werkt Maarten twaalf jaar aan zijn dissertatie. ‘Het was een loden last en ik kan niemand aanraden er een te schrijven.’ Niet lang daarna verschijnt Maartens boek: De Verenigde Staten in de Twintigste Eeuw (1984). ‘Ik heb er zes maanden over gedaan. Ik wilde dat het boek even dik zou worden als mijn dissertatie, als een soort revanche.’
Televisiedebuut
Het boek leidt tot Maartens eerste optreden op televisie. In oktober 1984 levert hij in de NCRV-studio commentaar bij de race om het Amerikaanse vicepresidentschap. ‘Potverdrie, dacht ik, dat is leuk werk. Een beetje populariserend vertellen over je eigen interesses en je mening geven over allerlei zaken. Hoogst amusant.’ Al snel is Maarten niet meer van de buis te branden. Televisiekijkend Nederland valt uiteen in Maarten-fans en Maarten-haters.
Op 20 januari 1989 zendt de NOS live de inauguratie van president George Bush senior uit. Maarten verzorgt samen met Pieter Vink het commentaar. ‘Dat liep uit op een minidrama. Charles Groenhuijsen deed op zo’n eerbiedige Maartje van Weegen-toon verslag vanuit Washington. Over Nancy Reagan zei hij: “Wat ziet ze er koninklijk uit.” Toen zei ik: Ik vind het een doodeng vogeltje.’
Daarna ging dominee Billy Graham voor in gebed en suggereerde dat Onze Lieve Heer de hand had gehad in Bush’ verkiezingsoverwinning. Ik vond dat volstrekt blasfemisch en zei dat ik nooit had geweten dat God een Republikein was. Even later beloofde Bush dat hij de werkloosheid zou uitbannen, waarop Pieter opmerkte: “Over vier jaar is die nog net zo hoog.”’
Plotseling ziet Maarten de floormanager een groot bord ophouden: ‘Niet zo cynisch!’ ‘Bleken er duizenden boze kijkers naar de NOS te hebben gebeld. De volgende dag kopte De Telegraaf: “Linkse deskundige beledigt het Amerikaanse volk.” Was ik erg trots op.’ Maar de NOS laat Maarten per brief weten dat hij vanwege gebrek aan professionaliteit voorlopig niet meer wordt uitgenodigd. De ban duurt zes maanden.
Hoogleraar
In 1996 wordt Maarten bijzonder hoogleraar moderne geschiedenis aan de Universiteit Utrecht. ‘Een troostprijs’, volgens hemzelf, ‘omdat ik tot twee keer toe niet werd aangenomen als hoogleraar amerikanistiek. Door mijn gelijken en boven mij geplaatsten ben ik totaal ongeschikt bevonden voor het moderne hoogleraarschap. Ik heb mij namelijk altijd verre gehouden van bestuurlijke aangelegenheden. Anders had ik net zo goed bij Unilever kunnen gaan werken.’
Het bijzonder hoogleraarschap bevalt Maarten prima. ‘Het stelt niets voor. Achteraf ben ik blij dat ik niet bij amerikanistiek ben blijven hangen, want dat is toch uiterst beperkend. Ik vind het best om het etiket ‘amerikadeskundige’ te dragen, als ik maar ook over andere dingen mijn mond mag opendoen.’
11 september 2001
Zowel op televisie als in zijn columns geeft Maarten scherp commentaar op uiteenlopende kwesties, zoals de hype rond Pim Fortuyn en de nutteloosheid van biobrandstof. Maar Maartens reactie op 9/11 leidt in 2001 tot een nieuw mediaboycot. Daags na de aanslagen neemt Maarten op nuchtere wijze de schade op. Presentatoren Pieter Jan Hagens en Kees Driehuis vragen zich af of er een ‘Nieuw Tijdperk’ is aangebroken. Maarten vindt dat volslagen onzin. ‘Er komt ook helemaal geen Derde Wereldoorlog. Wedden om duizend gulden?’
Zoveel uiterlijke onbewogenheid wordt Driehuis te veel: ‘Wij vinden relativeren prettig, maar u relativeert te veel.’ In de Volkskrant leest Maarten dat de chef actualiteiten van de NOS, Lars Andersson, het ‘nu wel even gehad’ heeft met zijn relativeringen. ‘Ik ben toen inderdaad drie maanden niet uitgenodigd.’ Sommige televisiekijkers willen dat Maarten helemaal verdwijnt. Anderhalve week lang krijgt hij haat-mail. ‘Mij werd met klem aanbevolen om op te donderen naar het buitenland. Ik ben telefonisch bedreigd: “Wij weten u te vinden.” En op de radio zei een studiogast dat ik mijn bek moest houden, want het was oorlog.’
Als kort daarna de Volkskrant besluit om hem als columnist de wacht aan te zeggen, raakt zelfs de flegmatieke Maarten even uit balans. ‘Woedend was hij,’ herinnert hoofdredacteur Pieter Broertjes zich. Volgens Maarten was ook de redactie van de Volkskrant bevangen door de 9/11-hysterie. Broertjes erkent dat Maartens relativeringen soms voor heftige interne discussies zorgden. ‘Er heerste bij de krant een sfeer van: het is nu kiezen of delen. Maar de hoofdreden om Maarten te vervangen was dat het na zes jaar tijd werd voor andere stemmen. We hebben de fout gemaakt om van tevoren geen termijn met Maarten af te spreken.’
Nadat de grootste schrik van 11 september is weggeëbd, krijgt Maarten ook waardering. ‘Een ouder echtpaar kwam een bosje bloemen brengen. Zo blij waren ze dat ik had gezegd dat er geen oorlog zou komen.’
Van Gogh en Wolkers
Wanneer in november 2004 Theo van Gogh wordt doodgestoken door een geradicaliseerde moslim, waarschuwt Maarten voor overtrokken paniekreacties. ‘Ik vond het vreselijk dat Theo was vermoord, maar begreep weinig van de uitbraak van hysterie die volgde. Het is beschamend wat een nonsens er toen weer door Nederlandse intellectuelen is uitgekraamd. Alsof een miljoen moslims met kromzwaarden klaarstonden om ons allemaal de strot af te snijden.’ Op verzoek van de familie Van Gogh spreekt Maarten bij de crematie. ‘Dat was niet eenvoudig. Ik wilde een apocalyptische toon vermijden.’
In oktober 2007 voert Maarten opnieuw het woord bij de uitvaart van een prominente Nederlander. Jan Wolkers en hij kennen elkaar van Texel, waar Maarten sinds zijn kindertijd vakantie viert. ‘Als we op het eiland waren gingen mijn vrouw en kinderen en ik regelmatig eten bij de Wolkers.’
Tijdens Wolkers’ uitvaart onthult Maarten een gedeelde passie voor grote auto’s. Prompt wordt hij gevraagd om een autorubriek te schrijven in M, het magazine van NRC Handelsblad. ‘Zelf heb ik al jaren geen auto meer. Bovendien ben ik drie keer gezakt voor mijn rijexamen: ik had altijd herrie met de examinators.’
Een eigen blad
Sinds jaar en dag koestert Maarten twee wensen: een eigen boekhandel én een eigen magazine. In de zomer van 2008 wordt deze laatste wens werkelijkheid. Het Historisch Nieuwsblad, waarvan Maarten sinds 2003 columnist is, vraagt hem voor één keer gasthoofdredacteur te zijn. Het is de tijd waarin, in navolging van de LINDA, de ene na de andere glossy in het schap verschijnt. Als grap besluit de redactie van Historisch Nieuwsblad de eenmalige uitgave Maarten! te dopen en een afwijkend ‘glossy’-uiterlijk te geven.
Maarten! editie 1-2008
Het blijkt een doorslaand succes: 47.000 exemplaren worden verkocht. In 2009 komt Maarten! terug met twee edities. Maarten! staat nu inmiddels al vijftien jaar op eigen benen. Het blad verschijnt per kwartaal en is voorzien van scherpe, informatieve en opiniërende artikelen, interviews, en columns, waarbij actualiteit, relativering en eigenzinnigheid de kernwaarden vormen.
Een druk pensioen
Maarten mag dan met pensioen zijn, hij heeft het drukker dan ooit. Inmiddels heeft hij verschillende bestsellers op zijn naam staan. Boeken, die vooral in de kleine uurtjes worden geschreven. ‘Toen mijn kinderen klein waren stond ik ’s ochtends om zeven uur brood te smeren. Maar op een goede dag zei mijn dochter: “Pap, we vinden het helemaal niet erg als je langer blijft liggen.” Bovendien kwam CNN op de kabel en dat moest ik natuurlijk ’s nachts volgen. Sindsdien kruip ik pas na 21.00 uur ’s avonds achter mijn bureau en sta ik ’s ochtends om 12.00 uur op. En dat bevalt me uitstekend.’
Uitgepraat is Maarten nog lang niet. Televisie is het medium dat hem als Nederlandse bekendheid lanceerde. Tijdens de Amerikaanse verkiezingscampagne van 2012 reist Maarten voor het EO-programma Van Rossem for President met een campagnecamper dwars door de Verenigde Staten. Naast de vele verschijningen in diverse actualiteitenprogramma’s start Maarten in de zomer van 2012 als vast en enig jurylid van de NCRV-quiz De slimste mens, een regelrechte kijkcijferhit dat tot op heden ieder half jaar een nieuw seizoen krijgt. Ook deelt Maarten zijn deskundigheid regelmatig in podcasts, op RTV Utrecht en op Omroep Gelderland.
Sinds 2015 schittert Maarten in de populaire NTR-serie Hier zijn de Van Rossems naast zijn broer Vincent en zus Sis (1945-2022) ‘Sis was graag over alles in de contramine. Wonderlijk genoeg leken wij het voortdurend oneens, terwijl we het eigenlijk over alles eens waren.’ Sis overleed op 4 mei 2022 op 77-jarige leeftijd.
Nog regelmatig geeft Maarten lezingen door heel het land over uiteenlopende thema’s, van de technologische revolutie in de 19e eeuw, tot aan het modern populisme en de Amerikaanse presidentsverkiezingen. Bekijk het huidige aanbod van de evenementen hier.