De wrok van een mislukte supermacht
Door Maarten van Rossem • Illustraties Job van der Molen
De Russische elite is nooit over de implosie van het Sovjetimperium heen gekomen. Dat verklaart voor een groot deel de inval in Oekraïne, die ongewis verloopt. Wat gebeurt er als Oekraïne wint? Of de Russen? En wat als het conflict verwoestend voortsuddert?
Uit Maarten! 2022-2. Bestel een losse editie of word abonnee
Voor een steekhoudende verklaring van de onvergeeflijke agressie van Rusland tegen Oekraïne moeten we terug naar de eerste tien jaar na het einde van de Koude Oorlog. Tussen 1989 en 1991 verloor de Sovjet-Unie haar imperium in Oost- en Centraal-Europa, en verdween vervolgens zelf van het toneel. Vladimir Poetin is van mening dat deze zonderlinge gebeurtenissen, waarbij nauwelijks een schot werd gelost, de grootste geopolitieke ramp van de vorige eeuw waren.
Poetin werd door de eerste president van de Russische Federatie, Boris Jeltsin, aangewezen als zijn opvolger. En na de verkiezingen van maart 2000 werd hij ook officieel de president van de Federatie. In de volgende jaren versterkte hij zijn positie, waarbij het politieke bestel steeds minder democratisch werd. Tegenstanders werden zonder mededogen uitgeschakeld en de oppositie werd het leven moeilijker gemaakt. De toon van het regime werd steeds agressiever. Poetin raakte meer en meer gepreoccupeerd met het herstel – voor zover mogelijk – van het Russische imperium. Rusland was zijns inziens een imperiale staat, het Russische volk een imperiaal volk.
Daarbij was het mogelijke verlies van Oekraïne zijn aanhoudende obsessie. In het Oekraïne-dossier leed hij nederlaag op nederlaag. Poetin raakte er steeds meer van overtuigd dat het Westen, in het bijzonder de VS, Rusland klein wilde houden en misbruik had gemaakt van de tijdelijke zwakte van Rusland tijdens het stervensproces van de Sovjet-Unie. De uitbreiding van de NAVO met vrijwel alle landen van het voormalige Russische imperium werd bij uitstek het symbool van de Amerikaanse agressie tegen het tijdelijk verzwakte Rusland. Zelfs voormalige onderdelen van Rusland – denk aan de Baltische republieken – waren lid van de NAVO geworden. Een NAVO-lidmaatschap van Oekraïne zou de allerergste vernedering zijn die Rusland kon overkomen.
De expansie van de NAVO was volgens de Russen een vorm van brutaal bedrog. Tijdens de onderhandelingen over de eventuele hereniging van Duitsland, begin 1990 in Moskou, zou James Baker, de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Sovjetleider Michail Gorbatsjov beloofd hebben dat de NAVO niet naar het oosten zou opschuiven als de Russen bereid waren de DDR prijs te geven. ‘Not one inch,’ zou de formulering zijn geweest.
Clinton voorzag al vroeg dat Oekraïne zich in een niemandsland bevond
Nu was er tijdens die onderhandelingen inderdaad gesproken over de NAVO en de hereniging van Duitsland. Maar van een belofte was geen sprake geweest. De formulering ‘nog geen inch’ was onderdeel van een hypothetische vraag van Baker geweest. Die vraag had geluid: ‘Zouden jullie bereid zijn de DDR te laten gaan als wij de NAVO nog geen inch zullen opschuiven?’ Op die vraag hadden de Russen niet geantwoord en die vraag was al helemaal niet omgezet in een op papier gezette belofte, voorzien van de handtekening van beide partijen.
Daarbij komt dat president George Bush, toen Baker in Washington rapporteerde over de gang van zaken, onmiddellijk zei: ‘To hell with that!’ Er kon zijns inziens geen sprake zijn van onderhandelingen over de bestaande of toekomstige opstelling van de NAVO. Waarom zouden de Oost-Europese naties, eenmaal ontsnapt aan de Russische bezetting, geen lid kunnen of mogen worden van de NAVO? Juist die landen zouden zich immers willen beschermen tegen eventuele nieuwe Russische aanspraken. President Bush stelde dus onomwonden dat er na beëindiging van de Koude Oorlog geen nieuw Europees veiligheidssysteem nodig was. Het oude systeem, te weten de NAVO, zou wat betreft de Amerikanen ook het nieuwe systeem zijn.
Partnership for peace
Bush’ opvolger Bill Clinton zag wel dat hier sprake was van een mogelijk onaangenaam dilemma. Hij was bang dat bij een eventuele expansie van de NAVO opnieuw een scherpe grens door Europa zou worden getrokken, maar dan enkele honderden kilometers naar het oosten. Hij wilde goede relaties met Boris Jeltsin, maar begreep tegelijkertijd dat de voormalige staten van het Oostblok dolgraag lid van de NAVO wilden worden. Daarom lanceerde de nieuwe Amerikaanse regering het Partnership for Peace.
Die organisatie zou moeten functioneren als een ruim voorportaal voor een eventueel lidmaatschap van de NAVO. Zo werd een flexibel systeem gecreëerd, waarin voorlopig geen keuzes hoefden te worden gemaakt. Dan konden alternatieve opties in alle rust worden afgetast. Dat kon leiden tot een opbouw van wederzijds vertrouwen. Jeltsin sprak van een briljant plan. Ook de Russische Federatie werd lid. Wie weet of het Partnership een beter, meer inclusief veiligheidssysteem in Europa had kunnen worden, als het daadwerkelijk de kans had gekregen. Maar dat was helaas niet het geval.
Het partnership bleef wel bestaan, maar de regering-Clinton besloot toch tot een versneld NAVO-lidmaatschap voor landen uit het voormalige Sovjetimperium. Overigens voorzag Clinton al in een vroeg stadium dat de Oekraïne zich in een soort niemandsland bevond. Het was zeker geen vanzelfsprekend nieuw lid van de NAVO, maar wel op zijn zelfstandigheid gesteld. Bij een verslechterende relatie tussen Rusland en het Westen zou het klem komen te zitten.
In 1999 werden Polen, Tsjechië en Hongarije lid. En vijf jaar later een hele reeks van landen, waaronder ook de drie Baltische republieken. De Russen waren woedend, maar konden er weinig aan doen. Dat zij zich gefopt voelden, was wel begrijpelijk. Het Partnership was niet meer gebleken dan een rookgordijn.
Er waren diverse redenen voor het Amerikaanse besluit tot versnelde NAVO-expansie. De Amerikanen waren geschrokken van het gewelddadige optreden van Jeltsin tegen de oppositie in Rusland en in de eerste Tsjetsjeense Oorlog, die Rusland verloor. In november 1994 verloren de Democraten voor het eerst sinds decennia de meerderheid in het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden. De conservatieve Republikeinen waren voorstanders van NAVO-expansie, en Clinton vreesde voor zijn kansen bij de verkiezingen van 1996. Bovendien was er in Washington een sterke lobby voor de uitbreiding van de NAVO.
Eind 1999 koos Jeltsin Vladimir Poetin, een voormalige agent van de Russische veiligheidsdienst FSB, als zijn opvolger. Geen hervormer, geen democraat, maar een vertegenwoordiger van het gewetenloze repressieapparaat van de voormalige Sovjet-Unie. Ergens las ik dat de aanval op Oekraïne te beschouwen valt als de wraak van het omvangrijke veiligheidssysteem van de verdwenen Sovjet-Unie voor de vernederingen van 1989-1991.
Gemiste kans
Ik ontleen het bovenstaande grotendeels aan het voortreffelijke, op omvangrijk bronnenmateriaal gebaseerde Not One Inch. America, Russia, and the Making of Post-Cold War Stalemate van Mary Sarotte. Zij beschouwt de hele gang van zaken in de jaren negentig als een gemiste kans, die wellicht de huidige vijandige escalatie tussen Poetins Rusland en de VS en de NAVO had kunnen voorkomen. Of dat juist is valt achteraf natuurlijk niet na te gaan. Het zou kunnen. Een nieuw veiligheidssysteem, omvangrijker dan de NAVO, waarvan ook de Oost-Europese naties en ook Rusland zelf lid zouden zijn geweest, had wellicht de Russische NAVO-paranoia kunnen voorkomen. Was Rusland dan misschien in redelijk democratisch vaarwater gebleven? Voor hetzelfde geld zou in Rusland ondanks alle goede bedoelingen toch het revanchisme zijn ontwaakt.
Jeltsin was goed te spreken over het Partnership, maar zei toch ook eens tegen Clinton: ‘Rusland zal herrijzen’ – en daarbij ging het zeker niet over het wereldkampioenschap dames-turnen. Als ik in Estland woonde zou ik het nu wel prettig vinden dat Estland al in een vroeg stadium lid van de NAVO is geworden. Hoe dan ook, de traagheid van de bestaande orde won het ruimschoots van de gedroomde orde. Dat wil zeggen van het Partnership en van Gorbatsjovs ‘Europese Huis’, waarin alle Europese landen samen aan veiligheid zouden werken.
Poetin sprak al in 2001 gevoelig over de eenheid die het Russische en het Oekraïense volk vormden
Afbraak van democratie
Poetin bleek, zeker de eerste jaren, een koele, competente president, die geholpen door hoge energieprijzen de Russische economie weer redelijk op koers wist te krijgen. Dat maakte hem na de chaotische jaren van Jeltsin bijzonder populair. Dat hij de tweede oorlog tegen Tsjetsjenië wist te winnen, droeg daar ook aan bij. Zodra hij stevig in het zadel zat, begon hij echter aan de voorzichtige afbraak van de democratie die in Rusland na de verdwijning van de Sovjet-Unie van start was gegaan. Rusland werd een milde autocratie, waarin een bepaalde mate van beperkte oppositie mogelijk was. De zeer repressieve politiestaat die Rusland ten slotte is geworden was van later datum.
Al in zijn uiterst succesvolle eerste termijn kreeg Poetin te maken met de ‘stoorzender’ Oekraïne, die hij niet tot zwijgen wist te brengen. De verkiezingen in Oekraïne van 2004 waren zeer controversieel. Ze werden in eerste instantie gewonnen door Viktor Janoekovitsj, een supporter van Poetin, die zijn favoriete kandidaat tweemaal had bezocht en hem feliciteerde met de overwinning nog voor de officiële uitslag bekend was. Vanwege een vermoeden van grootschalige fraude ontstond er een omvangrijke protestbeweging, die de Oranje Revolutie werd genoemd. Daar ontstond Poetins angst voor en weerzin tegen de ‘kleurenrevoluties’: plotselinge uitbarstingen van politiek ongenoegen die even onvoorspelbaar als oncontroleerbaar waren.
De verkiezingen werden ongeldig verklaard en vervolgens won de tegenkandidaat van Janoekovitsj, Viktor Joesjtsjenko, die een sterke westerse oriëntatie had. De charismatische winnaar bleek in tweede instantie evenwel een zwakke president, die zijn tegenkandidaat benoemde tot eerste minister, wat de ongerustheid in Moskou over de koers van Oekraïne zal hebben weggenomen. Al in 2001 had Poetin bij bezoeken aan Kiev en de Krim gevoelig gesproken over de onverbrekelijke eenheid die het Russische en Oekraïense volk vormden.
Ongenadige toespraak
Poetin streefde aanvankelijke naar goede betrekkingen met de VS en de grote Europese naties. Hij was de eerste die George Bush belde na de aanslagen van 9/11. Maar het optreden van de VS in de eerste jaren van de nieuwe eeuw stemde hem steeds kritischer. Op 10 februari 2007 verraste hij een internationale veiligheidsconferentie in München met een toespraak waarin de VS ongenadig, maar zeer terecht op de korrel werden genomen. De extreme, unipolaire machtsuitoefening van de VS ging volgens hem alle perken te buiten. Deze hypermacht was gevaarlijk voor alle andere naties en in strijd met het volkenrecht. De VS moesten zich aan het Charter van de Verenigde Naties houden!
Natuurlijk betrof deze kritiek de Amerikaanse aanval op Irak, die niet was gesanctioneerd door de Veiligheidsraad en was gebaseerd op een omvangrijk systeem van leugens. Het was in vele opzichten een opmerkelijke toespraak, zeker in het licht van de huidige Russische aanval op Oekraïne. Kennelijk is de tekst alweer jaren geleden in de krochten van het Kremlin zoekgeraakt. Poetin maakte ook bezwaar tegen het oprukken van de NAVO naar de grenzen van Rusland. In een door de VS gedomineerde wereld was volgens hem niemand meer veilig.
Op 4 en 5 april van het jaar daarna confereerde de NAVO in Boekarest over de toetreding van nieuwe leden. Georgië en Oekraïne hoopten bij deze gelegenheid op toelating tot het NAVO Membership Action Plan. Vooral Polen en de VS waren actieve voorstanders van een NAVO-lidmaatschap van Oekraïne en Georgië. Engeland, Duitsland en Frankrijk voelden daar echter niets voor. Het zou immers kunnen leiden tot een confrontatie met Rusland, waar niemand wat aan had. De Europeanen kregen hun zin. Georgië en Oekraïne werd beloofd dat ze ooit lid zouden mogen worden, maar voorlopig was daar geen sprake van.
Daarover was Poetin, die ook was uitgenodigd, zeer tevreden. Wel klaagde hij over de plaatsing van een Amerikaans verdedigingssysteem tegen ballistische raketten in Polen en Tsjechië. Volgens de Amerikanen waren deze systemen niet op Russische, maar op eventuele Iraanse raketten gericht. Dat de Russen dat verontrustend vonden, valt wel te begrijpen.
Politieke onrust
In augustus van datzelfde jaar werd door de Russen hardhandig afgerekend met de ambities van Georgië, waarbij zij gebruikmaakten van separatistische bewegingen in Abchazië en Zuid-Ossetië. Kennelijk had Poetin besloten, nu protesten niet meer leken te helpen, de weg naar de NAVO met geweld af te sluiten. Nu was de vraag hoe hij de NAVO-wens van Oekraïne aan zou pakken. Zou het daar ook uitdraaien op militair geweld?
Zes jaar later was dat inderdaad het geval. In november 2013 besloot Janoekovitsj, die in 2010 tot president van Oekraïne was gekozen, op het laatst denkbare moment een Associatie Overeenkomst met de Europese Unie niet te ondertekenen. Hij koos voor Moskou en voor lidmaatschap van de Eurasian Economic Union, de Russische tegenhanger van de EU. Om die keuze te vergemakkelijken kreeg Oekraïne een forse lening tegen aantrekkelijke voorwaarden. Dat Poetin zijn supporter Janoekovitsj flink onder druk had gezet was evident. De plotse beleidswijziging leidde tot grote politieke onrust en al snel tot omvangrijke en langdurige protesten, die zich vooral afspeelden op het Maidan in Kiev (Maidan betekent ‘plein’). De protesten escaleerden en liepen uit op een gewelddadige botsing tussen politie en demonstranten, waarbij meer dan 100 demonstranten werden doodgeschoten.
Rusland is een tweederangs Grote Mogendheid, met eersterangs ambities
Op 21 februari sloot de president een overeenkomst met de volksvertegenwoordiging, waarin werd besloten nieuwe verkiezingen te houden. Janoekovitsj had zo weinig vertrouwen in de zaak dat hij de volgende dag naar Moskou vluchtte. Poetin beweerde dat er sprake was van een onwettige coup, waardoor alle eerdere overeenkomsten tussen Rusland en Oekraïne niet geldig waren voor de nieuwe regering in Kiev.
De pro-Europese ‘revolutie’ in Kiev leidde elders in Oekraïne tot pro-Russische protesten, waarvan Rusland handig gebruik zou maken. Eind februari bezetten evident Russische soldaten – al opereerden ze zonder insignes – strategische locaties op de Krim. Dat leidde tot annexatie van het schiereiland door Rusland. Gezien het feit dat Ruslands grootste marinehaven, Sebastopol, op de Krim ligt en de Krim nogal toevallig en terloops met Oekraïne verbonden is geraakt, viel daar vanuit Russisch perspectief nog wel wat voor te zeggen.
In april ontstond er separatistische onrust in de Donbas. Aanvankelijk ging het om plaatselijke initiatieven. Maar toen de separatisten door het Oekraïense leger in het nauw werden gedreven, intervenieerden de Russen op grote schaal, hoewel zij dat geheim probeerden te houden. Dat escaleerde tot een militair conflict. Na lange gesprekken werd in september 2014 in Minsk een soort wapenstilstand gesloten, waar men zich niet aan hield, zodat een paar maanden later een tweede overeenkomst noodzakelijk was. Ook die leidde niet tot een echt staakt-het-vuren. Het conflict etterde in de volgende jaren door. Zo werd Oekraïne door Poetin aan het lijntje gehouden.
Toekomstscenario’s
Vanaf het voorjaar van 2021 begonnen de Russen grote aantallen troepen samen te trekken langs de grens met Oekraïne. Ze ontkenden steeds heftig dat ze daarmee kwade bedoelingen hadden. Dat bleek ten slotte op 24 februari 2022 loze praat. Tot verbazing van velen begon Poetin aan een ‘speciale militaire operatie’ met de kennelijke bedoeling Oekraïne definitief terug te halen naar Rusland. Hij stelde daarbij dat Oekraïne helemaal geen echte natie was, maar een creatie van de Sovjet-Unie, en dat Russen en ‘Klein-Russen’ (lees: Oekraïners) feitelijk een en hetzelfde volk waren.
Het verdere, zeer verrassende verloop van de strijd is de afgelopen weken uitgebreid beschreven. Vandaar dat het wellicht nuttiger is in te gaan op mogelijke toekomstscenario’s aan de hand van drie mogelijkheden: wat gebeurt er als Oekraïne wint? Of de Russen? En wat als het conflict verwoestend voortsuddert?
In feite is het verbazingwekkend dat ik de eerste vraag kan stellen. Duidelijk is dat Poetin vrijwel alle variabelen in het conflict verkeerd heeft ingeschat. De Russen zijn niet met open armen en een bloemetje ontvangen, integendeel. Het Oekraïense leger doet het veel beter dan het Russische leger, en de reactie op de Russische agressie verschilt sterk van die in 2014. Maar hoe voortreffelijk het Oekraïense leger ook presteert, de vraag is wat precies een echte overwinning zou zijn. Moeten dan alle Russen over de grens zijn gejaagd? Zelfs als dat het geval zou zijn, blijft Rusland een gigantisch land, met een veel grotere bevolking en economie dan Oekraïne, en bovendien met nucleaire wapens.
Er zal hoe dan ook met de Russen moeten worden gepraat. Zelfs een vrede na een overwinning zou nog weleens een onbevredigend compromis kunnen zijn. En hoe wordt voorkomen dat Rusland dit satanische spel over een paar jaar hervat? Na beëindiging van het conflict heeft Oekraïne garanties nodig, die niet wezenlijk kunnen verschillen van artikel 5 van het NAVO-verdrag, terwijl een NAVO-lidmaatschap vrijwel zeker onmogelijk is. En wat te denken van een eventueel volgend presidentschap van Donald Trump wanneer we het over garanties hebben?
Hoewel een Russische overwinning zo langzamerhand uiterst onwaarschijnlijk is, is het toch nuttig ons een dergelijke calamiteit voor te stellen. Zo’n overwinning zou leiden tot permanente onzekerheid in Oost-Europa, een militarisering van de rest van Europa en destabilisering op lange termijn. Het laatste scenario is zeker waarschijnlijker, maar ook uiterst onaangenaam. Hoe zou een dergelijk conflict beëindigd moeten worden? Minsk I en II zijn ook niks geworden.
Het kernprobleem is Rusland, en Rusland valt niet een-twee-drie weg te toveren. Rusland zal ook vrijwel zeker een onaangename dictatuur blijven, aangezien een democratische traditie volledig ontbreekt. Af en toe gloort er enige democratische hoop, maar het gaat altijd weer mis. De Sovjet-Unie was het laatste Russische imperium, op basis van de overwinning in de Tweede Wereldoorlog. Dat imperium was een wrakke boel en daarom is het geïmplodeerd. Met de gevolgen van die implosie worstelen we nu. Ook andere verdwenen imperia lieten eindeloze problemen achter, die vaak tot op de dag van vandaag voortwoekeren.
Rusland is vanwege het verlies van het imperium een gefrustreerd land, vol ressentiment. De politieke elite wil herstel van wat verloren ging. Rusland moet weer een supermacht worden, de vergadertafels staan er al voor klaar. Maar Rusland heeft niet de economische macht om weer een supermacht te worden. Voor zover het kan meespelen op het wereldtoneel kan dat alleen door zijn militaire macht steeds te etaleren, en vooral zijn nucleaire militaire macht. Niet voor niets dreigt Poetin te pas en te onpas met juist die macht. Rusland is een tweederangs Grote Mogendheid, met eersterangs ambities. Dat is een gevaarlijke combinatie, zeker nu Rusland zich waarschijnlijk voor de zoveelste maal vernederd voelt. Voorlopig moet worden afgewacht hoe de militaire situatie zich ontwikkelt. Daarbij moet, zoals nu trouwens gebeurt, Oekraïne maximaal geholpen worden, zonder nodeloze risico’s te nemen. Dat Rusland bereid is gebleken op grote schaal oorlog te voeren vanwege zijn spookachtige ambities, blijft een beangstigende gedachte.