Maarten: ‘Het Westen moet leren van de Koreaanse Oorlog’

Gepubliceerd op:

Door Maarten van Rossem • Illustraties Job van der Molen

De Koreaanse Oorlog vormde de opmaat voor de bewapeningswedloop en wederzijdse paranoia tussen de Sovjet-Unie en de Verenigde Staten. De grootmachten waren slecht op de hoogte van elkaars werkelijke intenties en interne machtsstructuur. Ook bij de huidige retoriek over een oorlog met China is het verstandig te beseffen dat een conflict niet in de historische sterren geschreven staat.

Uit Maarten! 2025-2 Bestel een losse editie of word abonnee!

In het verleden werd de Koreaanse Oorlog de ‘vergeten oorlog’ genoemd, omdat hij veel minder aandacht van historici kreeg dan de Tweede Wereldoorlog en de langdurige Amerikaanse interventie in Vietnam. Van een vergeten oorlog is al lang geen sprake meer. Het is overduidelijk dat het conflict in Korea een ongelukkige sleutelrol heeft gespeeld in het verloop van de Koude Oorlog.

Drie kwesties spelen een centrale rol in de discussie. Ten eerste de vraag of de Amerikanen het conflict niet aan zichzelf te wijten hadden. Ten tweede de fundamentele vraag of er nucleaire wapens hadden moeten en/of mogen worden gebruikt. Ten derde de cruciale kwestie of het een louter lokaal conflict was, of juist een eerste zet in het grote Sovjetspel om mondiale dominantie te  verwerven – een vraag die ook past in het raamwerk van de nu vigerende aanname dat het de Chinezen niet gaat om een passende positie in het mondiale theater, maar om mondiale overheersing.

Eerst het conflict zelf. Het Koreaanse schiereiland was 35 jaar een Japanse kolonie geweest. In 1945 na de Japanse nederlaag werd het langs de 38ste parallel in tweeën gedeeld. Het noorden werd bezet door de Sovjet-Unie, het zuiden door de Amerikanen. Na een passende overgangsperiode en verkiezingen zouden Noord en Zuid een nieuwe natie vormen. Maar vrijwel vanaf het allereerste moment van de tijdelijk bedoelde deling hebben Noord en Zuid elkaar dwarsgezeten en was er sprake van aanhoudende grote en kleine conflicten waaraan beide partijen schuldig waren.

In 1948 kwam het tot tweevoudige natievorming. De Sovjet-bezetters vertrokken dat jaar, de Amerikanen het jaar daarna. In maart 1949 reisde Kim Il-sung, de communistische leider van Noord-Korea, naar Moskou om Stalin te vragen te helpen bij een – door Kim kansrijk geachte – verovering van het Zuiden, dat verzwakt was door een communistische guerrilla. Het Noord-Koreaanse leger had daar wel tanks en andere zware bewapening voor nodig.

Stalin weigerde; hij was bang voor een Amerikaanse interventie en wenste tot elke prijs een conflict met de Verenigde Staten te vermijden. Maar in de loop van 1949 veranderde de stemming in Moskou. Op 29 augustus 1949 brachten de Russen een eigen atoombom tot ontploffing. Het Amerikaanse monopolie was niet meer, al zou het nog zeker anderhalf decennium duren voor er sprake was van pariteit. In de herfst van dat jaar werd duidelijk dat de communisten in China de burgeroorlog hadden gewonnen.

Stalin veranderde daardoor van mening en gaf Kim Il-sung in april groen licht. Noord-Korea kreeg enkele honderden tanks, maar afgezien van luchtsteun geen verdere assistentie van de Sovjet-Unie. Als Kim hulp nodig had, moest hij maar een beroep op de Chinezen doen.

Het leek MacArthur een goed idee om de Chinese aanvoerlijnen met atoombommen te bestoken

Wellicht is de draai van Stalin ook veroorzaakt door een ongelukkig geformuleerde toespraak die Dean Acheson, de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, hield op 12 januari 1950. Terwijl hij economische hulp voor Zuid-Korea bepleitte, verklaarde hij dat de ‘defensive perimeter’ van de Amerikanen in Azië wel Japan, de Riukiu-eilanden (bijvoorbeeld Okinawa) en de Filippijnen insloot, maar niet Zuid-Korea en Taiwan. Zuid-Korea was geschokt en voelde zich verraden.

Over het effect van Achesons toespraak is onder historici een stevige discussie gevoerd. Sommige historici meenden dat de rede geen enkel gevolg heeft gehad voor Stalinsbesluitvorming. Stalin zou vanuit defensieve over wegingen hebben gehandeld; hij vermoedde dat Zuid-Korea vroeg of laat Noord-Korea aan zou vallen en dat Noord-Korea dat conflict zou verliezen. Daarom was het zijns inziens verstandiger door te pakken tegen een verzwakt Zuid-Korea. Andere historici geloven wel degelijk dat Stalin kennis heeft genomen van Achesons formulering. Het blijft uiteindelijk een kwestie van interpretatie, maar zeker is wel dat het een bijzonder onverstandige en risicovolle uitspraak was.

De CIA dacht dat een Noord-Koreaanse aanval onwaarschijnlijk was en deskundige waarnemers meenden nog op 23 juni 1950 dat er niets aan de hand was. Maar de Korean People’s Army (KPA) viel op 25 juni Zuid-Korea aan, met tussen de 150.000 en 200.000 man en een paar honderd Russische tanks. De Amerikaanse regering werd er totaal door overvallen en vroeg zich paniekerig af wat te doen.

De schuld van Stalin

Dat de VS deze agressie niet over hun kant konden laten gaan, was direct duidelijk. Bij de besluitvorming vielen meteen grote woorden. Appeasement was uitgesloten – dat was immers de oorzaak van de Tweede Wereldoorlog geweest. Niets doen zou ook de positie van de Verenigde Naties verzwakken, evenals de strategische positie van Japan. Alle kleine naties zouden voortaan in vrees moeten leven als Zuid-Korea in de steek werd gelaten.

Dat het allemaal de schuld van Stalin was, stond buiten kijf. Maar wat waren zijn satanische bedoelingen? Was dit een eerste zet in de mondiale agressieve ambities van de Sovjet-Unie? Was het een afleidingsmanoeuvre voor een veel grotere militaire operatie in Europa?

Dergelijke overwegingen werden gestimuleerd door een extreem alarmistisch document van de Policy Planning Staff, dat op 7 april 1950 aan president Truman was gepresenteerd. In memo NSC68 werd beweerd dat de VS in dodelijk gevaar verkeerden vanwege de plannen van de Sovjet-Unie en dat zij er verstandig aan zouden doen hun militaire uitgaven te verdrievoudigen. Volgens sommige historici was dit ‘the most important American policy statement of the Cold War’. Hierover later meer.

De Veiligheidsraad van de VN veroordeelde de agressie unaniem, wat lukte omdat de Russische afgevaardigde afwezig was. De VN besloten tot de opbouw van een gezamenlijke strijdmacht, waarvan de Amerikanen 90 procent zouden leveren. Intussen maakte de KPA snelle vorderingen en was het Zuid-Koreaanse leger volkomen kansloos. Seoul was gevallen en Kim dacht dat de overwinning binnen handbereik was. Ten slotte was alle resterende tegenstand samengedreven in een klein gebied rond Pusan (ook wel Busan).

Vier atoombommen

De Amerikanen hadden even tijd nodig om een bruikbare strijdmacht op te bouwen. Toen die er eenmaal was, voerden zij op 15 september onder leiding van Douglas MacArthur een gedurfde landing uit bij Incheon, achter de Noord-Koreaanse linies. Daarbij hadden de Amerikanen steeds een enorm overwicht in de lucht. De kansen waren plots spectaculair gekeerd! Seoul werd op 25 september heroverd. Nu was de vraag of op basis van dit succes en passant ook Noord-Korea veroverd moest worden. Daartoe werd inderdaad besloten, wat uit eindelijk bijzonder onverstandig bleek te zijn.

Toen de opmars van het VN-leger snel vorderde en MacArthur al opperde naar China door te stoten, waarschuwden de Chinezen twee keer dat zij zouden interveniëren als het VN-leger de rivier de Yalu zou oversteken. Volgens MacArthur was dat bluf en de Amerikaanse regering volgde hem daarin

Op 1 november was er een eerste confrontatie tussen Chinese en Amerikaanse troepen, nadat drie Chinese divisies ongezien Noord-Korea waren binnengetrokken. Er volgde een chaotische terugtocht van de Amerikaanse eenheden tot voorbij de 38ste parallel. Seoul viel op 4 januari weer in communistische handen.

In memo NSC68 werd beweerd dat de VS in dodelijk gevaar verkeerden

In deze penibele omstandigheden leek het MacArthur een goed idee om de Chinese aanvoerlijnen met atoombommen te bestoken. Ook Truman liet zich ontvallen dat het gebruik van atoomwapens in noodsituaties niet ondenkbaar was. De Europese bondgenoten schrokken zich een ongeluk. De Engelse prime minister Attlee en de Franse premier Pleven reisden onmiddellijk af naar Washington. Nucleaire wapens waren zeker niet noodzakelijk en een waarschijnlijke reden voor een levensgevaarlijke escalatie van het conflict.

De Amerikanen hebben gedurende de hele oorlog gefilosofeerd over de inzet van nucleaire wapens en diverse scenario’s doorgesproken. Aan de luchtmacht werden vier atoombommen overgedragen, die overigens niet op scherp waren gesteld. Een B29 met een van die bommen maakte een oefenvlucht van Okinawa naar het strijdtoneel. Zowel Truman als zijn opvolger Eisenhower was van mening dat atoomwapens in een normaal militair kader bruikbaar zouden moeten zijn.

Zover is het echter niet gekomen; kernwapens waren begonnen aan hun lange weg naar evidente onbruikbaarheid, op zowel praktische als morele gronden. Het is misschien raar om dit een educatief proces te noemen, maar toch was daar sprake van, in dit eerste omvangrijke militaire conflict waarin atoombommen gebruikt hadden kunnen worden.

Mash

In de loop van januari liep het Chinese offensief dood in logistieke problemen en aan het eind van die maand ging het VN-leger, onder leiding van generaal Ridgway, over tot een tegenaanval, geholpen door overweldigende luchtsteun. Op 14 maart werd Seoul, waarvan intussen weinig meer over was, heroverd. Ruim een maand later werd oorlogsheld MacArthur ontslagen – tot veler verontwaardiging, maar volkomen terecht. Hij had zijn houdbaarheid ruim overleefd en bleef maar gevaarlijk zeuren over doorstoten naar China en een ‘totale overwinning’.

Vanaf de late lente en vroege zomer van 1951 was er sprake van een patstelling. Er werd rond de 38ste parallel nog intensief gevochten, maar dat ging om tactisch voordeel. De Chinezen leden daarbij enorme verliezen. In juli 1951 begonnen onderhandelingen over een wapenstilstand. Die vorderden echter nauwelijks. Dat kwam vooral doordat de Chinese en Noord-Koreaanse krijgsgevangenen niet naar huis wilden, terwijl hun overheden erop stonden dat ze allemaal gerepatrieerd zouden worden.

Noord- en Zuid-Korea zijn officieel nog steeds met elkaar in oorlog

Op 5 maart 1953 ging Stalin dood. Zijn opvolgers hadden geen enkele interesse in voortzetting van het conflict en de nieuwe Amerikaanse president, Dwight Eisenhower, had beloofd er een eind aan te maken. Dat was kennelijk voldoende om er eindelijk een streep onder te zetten. Op 27 juli 1953 werd een wapenstilstand gesloten. Tot een vrede is het nooit gekomen. Noord- en Zuid-Korea zijn officieel nog steeds met elkaar in oorlog.

Het hele schiereiland heeft gruwelijk onder de oorlog geleden. In Noord-Korea stond geen ene steen meer op de andere. Er warenmiljoenen slachtoffers; Noord-Korea verloor 15 procent van zijn bevolking. De Amerikanen verloren 54.000 man, van wie 33.000 door gevechtshandelingen en 21.000 door ongelukken. De Amerikanen hebben meer explosieven op Noord-Korea gegooid dan zij in de hele oorlog in de Stille Oceaan hebben afgeworpen.

Boven Korea werd de eerste luchtoorlog met straaljagers gevoerd. Hoewel de Amerikaanse superioriteit in de lucht overweldigend was, bleek de Russische Mig15 goed opgewassen tegen de F86 Sabre. Ook helikopters maakten hun militaire debuut. Zij zorgden ervoor dat de gewonden zeer snel naar nood hospitalen (MASH) achter het front konden worden gebracht. Dat leidde tot een enorme reductie van het aantal gesneuvelden.

Hysterische flauwekul

Zoals ik hiervoor al suggereerde, heeft het samenvallen van de Koreaanse Oorlog met het alarmistische memo NSC68 tot een in grijpende verandering van de aard van de Koude Oorlog geleid. Hoe kwam NSC68 tot stand?

President Truman had de Policy Planning Staff (PPS) van het ministerie van Buitenlandse Zaken gevraagd om een herwaardering van de strategische positie van de VS, rekening houdend met de Russische atoombom en de communistische overwinning in China. De zeer invloedrijke leider van de PPS, George Kennan, was in december 1949 vertrokken.

Kennan was de uitvinder en naamgever van de containment-politiek. Hij meende dat de Sovjetdreiging niet van militaire, maar politieke aard was. Grote communistische partijen in diverse West-Europese landen waren een groter risico dan een zeer onwaarschijnlijke militaire aanval op West-Europa. Omvangrijke herbewapening in het kader van de kersverse NAVO was volstrekt overbodig. Stalin zag niets in een militaire confrontatie met de Verenigde Staten.

Kennan werd opgevolgd door Paul Nitze, zonder twijfel de meest alarmistische Amerikaanse strateeg in alle jaren van de Koude Oorlog. Ook in de detente-jaren wist hij immer zeker dat de Russen een levensgevaarlijke militaire voorsprong dreigden te krijgen. Onder zijn leiding werd NSC68 opgesteld, een omvangrijke nota van 66 pagina’s waarin een apocalyptische dreiging werd geschetst.

Binnen een half decennium werd de Sovjet-Unie in staat geacht een succesvolle nucleaire aanval op de Verenigde Staten uit te voeren. Nationale mobilisatie was noodzakelijk, het defensiebudget moest zo snel mogelijk drie keer zo groot worden. Dit doomsday-scenario werd begin april 1950 aan Truman aangeboden.

De president was er niet gelukkig mee, hij dacht juist aan bezuinigingen. De Sovjetdeskundigen van het ministerie van Buitenlandse Zaken, die met opzet niet waren geraadpleegd, waren zeer kritisch. Andere topambtenaren leek het hysterische flauwekul, en dat was het ook. De vraag was of Nitze zelf geloofde in de onheilsvoorspellingen.

Na enkele decennia beschikten de VS en de SU ieder over zo’n 30.000 nucleaire wapens

Enerzijds ongetwijfeld wel, gezien zijn latere carrière, anderzijds moet hij met opzet overdreven hebben om beleidsruimte te creëren voor de verruiming van de militaire uitgaven. Daarbij vond hij de economische adviseurs van de president aan zijn zijde, die meenden dat linke militaire uitgaven een nuttige stimulans voor de economie konden zijn, zeg maar ‘military keynesianism’.

Toch was NSC68 volgens de eerste reactie ‘dead on arrival’. Maar vervolgens viel Noord-Korea zijn zuiderbuur aan. Die aanval werd door de Amerikaanse beleidstop volstrekt verkeerd geïnterpreteerd. Wat een specifiek lokale aangelegenheid was, werd gezien als een vilein onderdeel van grootse agressieplannen. Stalins minister van Buitenlandse Zaken Molotov zei later nog eens verontwaardigd: “Ons idee was het niet!” Nitzes wensen werden zo onverwacht snel gerealiseerd. In 1953 waren de Amerikaanse militaire uitgaven verdrievoudigd en vormden intussen zo’n 14 procent van de federale begroting.

Retoriek

Het denkkader waarin NSC68 tot stand kwam liep vervolgens als een rode draad door de Amerikaanse strategische beleidsvorming. Altijd was de Sovjet-Unie in het geniep bezig de VS in het defensief te dringen door de meest gruwelijke nieuwe wapens te ontwikkelen, was de gedachte. Niet de Tweede Wereldoorlog, maar de Koreaanse Oorlog maakte van de VS een militaire supermogendheid.

Aangezien de paranoia bij de tegenstander zeker niet minder was, ging er een bewapeningswedloop van start die zich ontwikkelde tot de grootste verspilling uit de menselijke geschiedenis. Na enkele decennia beschikten de VS en de SU ieder over zo’n 30.000 nucleaire wapens. Als er iemand was die de absurditeit van dit systeem inzag, was het Gorbatsjov, en tot op zekere hoogte  Reagan. Helaas is het bij een verstandig intermezzo gebleven.

Uit later onderzoek is gebleken dat de Sovjet-Unie en de Verenigde Staten slecht op de hoogte waren van elkaars werkelijke intenties en reële machtsstructuur. Zo bleek Chroesjtsjov te denken dat niet de Amerikaanse president, maar de familie Rockefeller in de VS de dienst uitmaakte. Het onbegrip werd ook veroorzaakt door de gangbare retoriek. De Sovjetleiders beweerden onveranderlijk dat de revolutie uiteindelijk zeker zou winnen en het ‘Vrije Westen’ koesterde vergelijkbare zekerheden.

Zeker is wel dat de Sovjet-Unie nooit van plan is geweest West-Europa aan te vallen. Stalin wilde helemaal geen oorlog met de VS. George Kennan had gelijk toen hij beweerde dat het communisme meer een politiek dan een militair gevaar was. Tegenwoordig lijkt het alsof China en de VS het als min of meer vanzelfsprekend beschouwen dat zij ergens in de naaste toekomst een groot militair conflict zullen uitvechten, alsof dat in de historische sterren staat geschreven.

Zij kunnen beter vermijden dat er weer een halve eeuw duizenden miljarden verspild zullen worden aan bewapening. Laat staan dat er een alles vernietigende oorlog zal worden gevoerd. Dat klinkt naïef, maar zie de latere fasen van de Koude Oorlog: de afspraken van Helsinki in 1975 waren ook in 1955 mogelijk geweest. Permanente, intensieve gesprekken over de wederzijdse posities zijn mogelijk en noodzakelijk.

Reacties

Gerelateerde artikelen

Chaos in de As van Chaos

From Russia with love

De wrok van een mislukte supermacht

Welkom bij Maarten!

Maarten van Rossem is 's lands bekendste historicus en Amerikadeskundige. Hij is een veelgevraagd commentator op radio en tv en heeft een eigen blad: Maarten!. Verwacht diepgravende interviews, scherpe analyses en verrassende opinies.

Maak nu gratis kennis met onze journalistiek. In dit dossier hebben wij de mooiste verhalen uit ruim tien jaar Maarten! gebundeld. Lees bijvoorbeeld waarom Baudet gelijk heeft als hij zegt Fortuyns erfgenaam te zijn, wat Maarten van het Nederlandse onderwijs vindt en hoe Amerika het IS-monster gecreëerd heeft.

Wilt u de beste verhalen uit Maarten! in uw mailbox ontvangen? Meld u dan aan voor onze gratis nieuwsbrief.