Mens een zachte machine?

De laatste dagen doet zich een interessant verschijnsel voor. Iedere dag komt er uit het niets een dichtregel in mijn hoofd. Nee, niet een door mij bedachte dichtregel, want ik wist al op jonge leeftijd dat gedichten maken moeilijk is. Het zijn dus zinnen uit bestaande gedichten die ik ooit uit mijn hoofd heb geleerd. Soms zijn het eerste zinnen, soms zinnen wat verderop uit een gedicht.

Wat een geweldige tijden waren dat! Je leerde op de middelbare school al gedichten uit je hoofd. Wij zaten niet de hele dag op zo’n schermpje te kijken en suffe spelletjes te spelen, waarin je het liefst mensen moet doodrijden en andere gruwelijkheden. En dan zijn we verbaasd als er weer zo’n kind in Amerika een halve klas heeft doodgeschoten. Nu is het uit het hoofd leren taboe. Je mag die kinderen daarmee niet lastigvallen. Daar worden ze maar weer depressief van.

Later op de Academie ging het lezen en uit het hoofd leren van gedichten gewoon door. Sterker nog, we moesten een poëziepresentatie maken. Je koos een aantal gedichten, bedacht een choreografie, een belichting, eventueel muziek ter ondersteuning en dan voerde je dat uit. De gedichten moesten natuurlijk uit het hoofd.

Ik weet nog dat ik na afloop bij de directrice moest komen, omdat ze mijn keuze van gedichten zo negatief vond. Toen al wist ik dat het leven geen dansfeest is en de liefde niet iets moois en zoetelijks.

Nog steeds is poëzie de eerste in de ranglijst van ontroering met tranen, dan volgt muziek.

Maar nu naar die zinnen. De eerste die verscheen was: ‘Mens is een zachte machine’. Dat is de eerste zin van het gedicht: Mens, van Leo Vroman. Ik ben geen fan van Vroman, dus best gek dat deze zin verscheen. Maar nu ik er eens over nadenk, heeft het zeker te maken met mijn bezoek aan het ziekenhuis voor een echo van mijn hart.

Maar al vrij snel dacht ik: de mens is helemaal geen zachte machine, de mens is in staat tot de meest gruwelijke dingen. Ik zag een foto in de krant van vier zwaar gewonde joodse mannen, zo toegetakeld tijdens een pogrom in de jaren dertig. Alleen al de ogen van die mannen! Of wat je er nog van kon zien door de viezige verbanden. Ik dacht aan de vluchtelingen daar bij de Poolse grens en werd steeds bozer en verdrietiger. Hoezo een zachte machine……? Misschien is het wel de bedoeling van de schepping geweest dat het iets positiefs is. Natuurlijk is het lichaam en de manier waarop het werkt een wonder. Maar die geest is in staat om de meest gruwelijke dingen te bedenken en uit te voeren.

De volgende dag verscheen de zin in mijn hoofd: ‘De lucht scheen blinkend door de blaren’, de eerste zin van het gedicht Fanfare van Vasalis. Ik ging daar toch even de fout in, want ik dacht één moment dat het van Vestdijk was. Op zich interessant, omdat ik plotseling ook weer wist hoe dat kwam. Vestdijk heeft De Koperen Tuin geschreven en daar speelt in een park ook een fanfare. Op de muziek danst het achtjarig jongetje Nol met Trix, het dochtertje van de dirigent.

Maar waar deze zin nou vandaan kwam? Het was buiten grauw en grijs. In het boek vindt dat dansen duidelijk in de zomer plaats. Het gedicht ook. Misschien toch iets dat je dan gedroomd hebt of zo? Nog veel gekker bedenk ik me eigenlijk nu pas, dat mijn grootouders van vaders kant elkaar Nol en Trix noemden, afkortingen van hun namen.

Dingen uit je hoofd leren is zo aangenaam en zestig jaar later zit het nog steeds in je hoofd. Het moet terug in het onderwijs! Ook het lezen van poëzie.

De laatste dagen doet zich een interessant verschijnsel voor. Iedere dag komt er uit het niets een dichtregel in mijn hoofd. Nee, niet een door mij bedachte dichtregel, want ik wist al op jonge leeftijd dat gedichten maken moeilijk is. Het zijn dus zinnen uit bestaande gedichten die ik ooit uit mijn hoofd heb geleerd. Soms zijn het eerste zinnen, soms zinnen wat verderop uit een gedicht.

Wat een geweldige tijden waren dat! Je leerde op de middelbare school al gedichten uit je hoofd. Wij zaten niet de hele dag op zo’n schermpje te kijken en suffe spelletjes te spelen, waarin je het liefst mensen moet doodrijden en andere gruwelijkheden. En dan zijn we verbaasd als er weer zo’n kind in Amerika een halve klas heeft doodgeschoten. Nu is het uit het hoofd leren taboe. Je mag die kinderen daarmee niet lastigvallen. Daar worden ze maar weer depressief van.

Welkom bij Maarten!

Maak eenmalig een gratis account aan en krijg toegang tot al onze artikelen. Lees gratis op onze site en ontvang elke twee weken nieuws, diepgravende artikelen, interviews, evenementen en acties van Maarten! in uw mailbox.

InloggenRegistreren

Reacties

Gerelateerde artikelen

Kunst met Sis: Het belang van Bijbelkennis

Kunst met Sis: Schilderijen waar je blij van wordt

Weerzinwekkend

Welkom bij Maarten!

Maarten van Rossem is 's lands bekendste historicus en Amerikadeskundige. Hij is een veelgevraagd commentator op radio en tv en heeft een eigen blad: Maarten!. Verwacht diepgravende interviews, scherpe analyses en verrassende opinies.

Maak nu gratis kennis met onze journalistiek. In dit dossier hebben wij de mooiste verhalen uit ruim tien jaar Maarten! gebundeld. Lees bijvoorbeeld waarom Baudet gelijk heeft als hij zegt Fortuyns erfgenaam te zijn, wat Maarten van het Nederlandse onderwijs vindt en hoe Amerika het IS-monster gecreëerd heeft.

Wilt u de beste verhalen uit Maarten! in uw mailbox ontvangen? Meld u dan aan voor onze gratis nieuwsbrief.