Het kan nog voller

Door Bart de Koning • Illustratie Pinkt

Inperken van migratie is het belangrijkste doel voor het kabinet-Schoof. Het rapport van de Staatscommissie Demografische Ontwikkelingen 2050 speelt een belangrijke rol in dit debat. Voorzitter Richard van Zwol stuurt aan op een scenario van gematigde bevolkingsgroei. Maar wie zijn rapport goed leest, ziet dat snelle groei waarschijnlijker is. Met slimme keuzes kunnen we die prima aan.

Uit Maarten! 2025-1. Bestel losse nummers hier of word abonnee

Gaat het in Den Haag wel eens een dag níét over migratie? Geert Wilders hamert er al decennia op en is er in geslaagd om het thema op het hoofdtoneel te krijgen. De meeste aandacht gaat daarbij uit naar minister van Asiel en Migratie Marjolein Faber, die maanden bezig was om met nood- dan wel spoedwetten te komen die asielmigratie moeten gaan tegenhouden. De politieke druk is inmiddels zo hoog opgelopen dat zelfs Groen-Links-PvdA pleit voor minder asielzoekers. ‘Mijn fractie loopt niet weg voor een discussie over asiel en migratie,’ zei Frans Timmermans afgelopen december in de Kamer. ‘Zo kunnen we gewoon niet doorgaan.’ Hij zei dit in een debat over het rapport van de Staatscommissie Demografische Ontwikkelingen 2050, dat begin 2024 verscheen. Het heet Gematigde groei en met de strekking daarvan is iedereen in Den Haag van links tot rechts het wel eens: de bevolking kan niet zomaar blijven uitdijen.

Met dank aan Wilders gaat het nu vooral over asielzoekers, maar migratie raakt bijna iedere maatschappelijke en politieke discussie. Bij de woningmarkt, de arbeidsmarkt, zorg, buitenlandse studenten op universiteiten, het buitenlandbeleid en vergrijzing is het verband duidelijk. Maar het migratiedebat is ook gerelateerd aan minder voor de hand liggende dossiers, zoals stikstof en innovatie. De discussie over stikstof bepaalt hoeveel extra ruimte er is voor woningen, landbouw en verkeer – en dus ook voor nieuwkomers. En een constante stroom van onderbetaalde buitenlandse arbeidskrachten maakt ondernemers gemakzuchtig en remt innovatie: waarom investeren in een dure robot als je het werk ook door goedkope Polen kan laten doen?

Cheerleaders van populisten

Het zijn allemaal kwesties die om fundamentele keuzes vragen – en het rapport van Van Zwol roept daar ook toe op. Maar in Den Haag gaat het eigenlijk alleen maar over asielzoekers. Die vormen op dit moment slechts zo’n 12 procent van alle immigranten – het overgrote deel komt hier voor werk, gezinshereniging en studie. Als het kabinet-Schoof er al in zou slagen om ‘het strengste asielbeleid ooit’ van de grond te krijgen, en als dat beleid al afschrikwekkend zou werken op asielzoekers (dat zijn twee heel grote vraagtekens), dan nog zou zo’n 90 procent van alle migratie naar Nederland gewoon doorgaan. En blijft daarmee dus een rol spelen bij alle genoemde maatschappelijke problemen, van woningmarkt tot vergrijzing.

Richard van Zwol beklaagde zich er eind 2024 al over dat een van de belangrijkste onderwerpen uit zijn rapport – vergrijzing – nauwelijks aan bod komt. En dat terwijl er nu al meer 65-plussers zijn dan 20-minners. Je hoeft geen voorzitter van een staatscommissie demografische ontwikkelingen te zijn om te snappen dat de betaalbaarheid van AOW en pensioenen en de verzorging van Zuderen dan voor serieuze problemen gaan zorgen. Stoere taal over asiel draagt daar niets aan bij.

Met dank aan Wilders gaat het nu vooral over asielzoekers

Het is jammer dat de omvangrijke stoeptegel van 408 bladzijden die Van Zwol en zijn experts hebben afgeleverd, is gereduceerd tot een discussie over asielzoekers. De staatscommissie was nu juist ingesteld om álle demografische ontwikkelingen in beeld te brengen. En zoals Van Zwol zelf steeds benadrukte: ‘Puur op basis van feiten.’

Dat klinkt als een klassiek Nederlands recept om polarisatie en politieke tegenstellingen glad te strijken: zet er een brede commissie op, met een gezaghebbende voorzitter die met een mooi compromis komt. Het lijkt op het eerste gezicht ook gelukt: Van Zwol bepleitte ‘gematigde groei’. Dat is een scenario dat heel redelijk tussen ‘grenzen dicht’ en ‘grenzen wagenwijd open’ zit en daarmee voor links en rechts acceptabel is.

Maar Van Zwol is niet de neutrale technocraat die hij als voorzitter van de staatscommissie speelt. Hij was informateur van het huidige kabinet en verdedigde in die rol de inzet van staatsnoodrecht om de vermeende asielcrisis aan te pakken. Dat was dubieus, want Van Zwol is ook staatsraad bij de Raad van State. Als jurist weet hij dat zijn collega’s bij diezelfde raad het staatsnoodrecht zouden afschieten omdat het volstrekt disproportioneel is.

In december 2025 liet Van Zwol zich vanuit zijn werkkamer bij de Raad van State in een interview lovend uit over de ploeg van Dick Schoof: ‘Ik ga met vertrouwen naar dit kabinet kijken. En nogmaals, ze hebben ook een beetje bemoediging nodig.’ In zekere zin haalt Van Zwol zijn eigen werk daarmee onderuit. Hij wil graag een feitelijke en fundamentele discussie over demografische ontwikkelingen, maar is ook cheerleader van de populisten die alleen over asiel willen praten.

Dalende geboortecijfers

Toch zou het een fout zijn om het werk van de staatscommissie af te serveren op grond van Van Zwols persoonlijke politieke voorkeuren. Gematigde groei is een degelijk en kloek rapport, waar talloze experts aan meegewerkt hebben en dat voortbouwt op een schat aan kennis die er al is over migratie en bevolkingsgroei. Maar het zou ook naïef zijn om zonder meer mee te gaan in de belofte van Van Zwol dat zijn adviezen ‘puur op basis van feiten’ zijn geschreven. Feiten alleen zijn nooit genoeg: het gaat om de analyse die je erop loslaat en de conclusies die je daaruit trekt. En vooral ook wat politici daar vervolgens mee doen.

Het frappante is dat de staatscommissie dat spel heel goed doorheeft. Ze heeft een opvallend scherpzinnig rapport geschreven, dat begint met een gezonde dosis reflectie. De inleiding waarschuwt al voor Haagse zelfoverschatting: ‘Als de overheid veel belooft, maar dat in de praktijk niet kan waarmaken, schaadt dat het vertrouwen van mensen.’ In plaats van stoere beloftes over het aanpakken van migratie dus liever bescheidenheid en realisme. En wie de terugblik op tachtig jaar migratie leest, begrijpt ook waar die nuchterheid vandaan komt: migratie is altijd al een gevoelig onderwerp geweest én experts en politici kleunden er meestal naast.

Voorspellen is moeilijk, vooral als het om de toekomst gaat

Vlak na de oorlog telde Nederland ruim 9 miljoen inwoners. Het kabinet-Drees riep mensen op om te emigreren naar landen als Canada en Australië, omdat er hier geen perspectief meer zou zijn. In 1965 brak er lichte paniek uit omdat het CBS dacht dat er in het jaar 2000 21 miljoen inwoners zouden zijn. Dat leidde tot ‘een ernstig gevoel van onbehagen’. Al snel bleek dat de rekenmeesters de spectaculaire daling van het geboortecijfer gemist hadden en werden de prognoses in acht jaar tijd in een paar stappen met 4 à 5 miljoen verlaagd. In 1973 brak er weer paniek uit, omdat het CBS nu uitkwam op slechts 15 miljoen inwoners in 2000. Daarmee kwam de bouw van de nieuwe stad Almere bijvoorbeeld op losse schroeven te staan.

In 1976 adviseerde de eerste staatscommissie demografie, onder leiding van professor Piet Muntendam, om te streven naar een stabiele bevolkingsomvang – dus niet meer en niet minder inwoners. Een minderheid binnen de commissie, onder wie de bekende economen Jan Pen en Jan Tinbergen, wilde zelfs krimp: dus terug naar 5 à 6 miljoen inwoners. De secretaris van de commissie merkte destijds op dat ‘een dergelijke forse bevolkingsdaling alleen met behulp van machinegeweren bereikt kon worden’.

Het doel van een historische terugblik is niet om je achteraf te verkneukelen over al die vergissingen. De les moet zijn: voorspellen is moeilijk, vooral als het om de toekomst gaat. Niets menselijks is ambtenaren, adviseurs en wetenschappers vreemd, zo schrijft Van Zwol. Ze onderschatten destijds de stijging van de levensverwachting én de daling van de geboortecijfers. Maar vooral zagen ze de invloed van open grenzen en toenemende migratie niet aankomen: ‘Men onderschatte de drijvende krachten achter immigratie, of men overschatte de kracht van regulering van migratie.’ Dat is een belangrijke les: migratie hou je niet zo makkelijk tegen.

Diep nadenken

Inmiddels zijn de rekenmodellen natuurlijk wel veel krachtiger geworden en hebben demografen meer grip gekregen op de levensverwachting en de geboortecijfers. Maar uit enquêtes onder demografen blijkt dat ze het er allemaal over eens zijn dat migratie het moeilijkst te voorspellen is en dat overheden daar de minste greep op hebben. Oorlogen zoals in Joegoslavië, Syrië en Oekraïne veroorzaakten enorme vluchtelingenstromen. Die waren niet of nauwelijks te voorspellen en ook niet tegen te houden. Dit is een belangrijke les van de commissie-Van Zwol: juist het deel van de instroom waar politici nu de stoerste uitspraken over doen, is het minst voorspelbaar en het minst beïnvloedbaar.

Een tweede belangrijke les is dat puntvoorspellingen geen succes zijn. Dat klinkt als fijnslijperij voor nerdy statistici, maar het is voor een goed publiek debat van groot belang. Als experts een puntvoorspelling doen, zoals: er zullen in 2000 21 miljoen mensen in Nederland wonen – dan zit dat er vrijwel altijd naast. Het CBS werkt daarom tegenwoordig met betrouwbaarheidsintervallen. De prognose voor 2050 ligt tussen de 18,6 en 20,6 miljoen inwoners, met een betrouwbaarheid van 67 procent. Er is dus een kans van een derde (33 procent) dat het niet uitkomt. Dat zijn geen getallen die lekker snel over tafel gaan in een politiek debat, maar die wel een realistischer beeld geven dan één simpel getal.

Migratie raakt bijna iedere maatschappelijke en politieke discussie

Daar hangt een derde les mee samen en dat is dat beleidsmakers niet blind moeten varen op een onzekere voorspelling. Veel belangrijker is dat ze leren denken in verschillende scenario’s. Die hoeven niet per se uit te komen, maar die dwingen wel om na te denken over welke toekomst gewenst is en wat er realistisch is. Vandaar dat de commissie-Van Zwol met drie scenario’s kwam en niet met één getal over de Nederlandse bevolking in de toekomst.

Hier zit ook meteen de grote makke van het werk van Van Zwol. Het zijn drie scenario’s: krimp of nulgroei, snelle bevolkingsgroei en daartussenin gematigde groei. Als je het zo presenteert, weet je van tevoren dat iedereen het middelste scenario omarmt. Krimp is niet aanlokkelijk (denk aan uitgestorven dorpen in Groningen en Limburg) en snelle bevolkingsgroei is nu niet te verkopen aan de kiezer. Daarmee ondergraaft Van Zwol nu juist de essentie van scenarioplanning: dat beleidsmakers gedwongen worden om zelf diepgaand over verschillende toekomsten na te denken. Het is niet voor niets dat het Centraal Planbureau altijd vier scenario’s presenteert bij studies over de toekomst. Ze zijn door schade en schande wijs geworden: jaren van diep nadenken over allerlei varianten worden in één keer zinloos omdat beleidsmakers altijd voor de veilige en makkelijke middenweg kiezen.

Bij vier scenario’s is er geen veilig midden. Zo kwam het CPB afgelopen oktober met Kiezen voor later: vier visies voor 2050. Het schetste daarin de scenario’s Markt, Autonoom, Duurzaam en Samen. Dat dwingt te denken langs diverse assen: markt of solidariteit, dichte grenzen of globalisering, snelle groei of duurzaamheid.

Grote bedrijventerreinen

Dat ontbreekt nu bij de discussie over de bevolkingsomvang. Dat Van Zwol het krimp- of nulscenario heeft afgeserveerd is begrijpelijk. De vorige staatscommissie van Piet Muntendam adviseerde nulgroei. Die gedroomde toestand is na 45 jaar alsnog uitgekomen, zo constateert Van Zwol. Het geboorteoverschot is op dit moment vrijwel nul. Dat betekent dat de Nederlandse bevolking zonder migratie stabiel zou zijn. Maar migratie laat zich niet makkelijk stoppen, al was het maar omdat er vrij verkeer van personen binnen de EU is. Zelfs Wilders wil geen Nexit meer.

Het derde scenario, van snelle groei, valt ook af bij Van Zwol. Immigratie lost weliswaar tijdelijk de problemen rond vergrijzing op, maar verschuift die naar de toekomst. Ook immigranten worden immers oud. Bovendien is Nederland na Malta nu al het dichtstbevolkte land van Europa, met 507 personen per vierkante kilometer. Van alle Europese landen is Nederland de afgelopen decennia het meest verstedelijkt geraakt: er kwam tussen 2000 en 2018 maar liefst 64.000 hectare bebouwing bij.

‘Vol is vol’, zou je zeggen, maar Van Zwol schrijft ook dat ‘de ervaren schaarste in ruimte geen objectief gegeven is’. Dat is zeker in historisch perspectief zo. Bij 9 miljoen inwoners vond het kabinet-Drees Nederland vol, maar het dubbele past ook, zoals we inmiddels weten. Nederlandse steden zijn niet heel erg dichtbevolkt: 3.839 inwoners per vierkante kilometer in Utrecht, tegen 7.528 in Brussel en 20.400 in de binnenstad van Parijs. ‘Vol’ is dus vooral een kwestie van perspectief. Nederlanders wonen vergeleken met andere Europeanen relatief ruim, met veel vierkante meters per persoon.

We gaan slordig om met onze schaarse vierkante meters

Nederland is de laatste decennia volgepletterd met ruim bemeten bedrijventerreinen en enorme distributiecentra. Daarnaast staan altijd al even forse self storage-loodsen, voor alle spullen die de Nederlanders niet in hun ruime woningen kwijt kunnen.

‘Nederland distributieland’ met grote havens en een enorme luchthaven legt zich vooral toe op het doorvoeren van andermans goederenstromen, zonder veel toegevoegde waarde. Tweederde van het oppervlak is landbouwgrond – Nederland is na de Verenigde Staten de grootste voedselexporteur. De koeien hebben aanzienlijk meer ruimte dan de mensen. We gaan dus nogal slordig om met onze schaarse vierkante meters. Met andere keuzes zou er genoeg ruimte kunnen zijn voor meer mensen.

Dit is geen pleidooi om de grenzen open te gooien en Nederland nog veel voller te proppen. Maar we moeten wel eens fundamenteel gaan nadenken over hoe ons land er in de toekomst uitziet.

Minder landbouw

Het is goed om te beseffen dat het grootste deel van de demografische ontwikkeling van Nederland vastligt en niet of nauwelijks te beïnvloeden is. De geboortecijfers zijn, zoals in alle welvarende landen, laag. Het zou erg on-Nederlands zijn om vrouwen te stimuleren om meer kinderen te krijgen – bovendien is dergelijk beleid zelden succesvol. Ook aan de levensverwachting is niet veel te veranderen. Een nieuwe, rampzalige pandemie daargelaten zullen mensen gemiddeld waarschijnlijk alleen maar ouder worden.

Dat betekent dat eigenlijk nog maar één knop is waar de overheid aan kan draaien en dat is migratie. Daarbinnen is asiel, zoals gezegd, het lastigste om grip op te krijgen. Arbeidsmigratie is wél te beïnvloeden. Het weigeren van Indiase IT’ers, Japanse ingenieurs of Britse bankiers zou niet best zijn voor onze concurrentiepositie en innovatie. Maar grote delen van de Nederlandse economie, zoals transport en tuinbouw, draaien op goedkope buitenlandse arbeidskrachten, onder wie veel Oost-Europeanen.

Daarover bestaat binnen de coalitie diepe verdeeldheid. Wilders wil er al jaren vanaf, zoals in 2016 bleek toen hij met zijn Polenmeldpunt kwam. (Het maakt voor Wilders niet uit wie de zondebok du jour is: Polen, Marokkanen of asielzoekers. Als er maar ophef is over ‘buitenlanders’.)

Voor de (agrarische) ondernemers die VVD en BBB gestemd hebben, zijn die goedkope arbeidskrachten juist onmisbaar voor hun bedrijf: als tomatenplukker, chauffeur, stukadoor of koffersjouwer op Schiphol. Wie die arbeid wil terugdringen, zal dus de structuur van de Nederlandse economie fundamenteel moeten aanpakken: minder transport, minder landbouw en meer toegevoegde waarde. Dat zou letterlijk een hoop extra ruimte opleveren en ook een flinke bijdrage leveren aan het oplossen van de problemen rond stikstof en het klimaat.

Het is duidelijk dat niemand binnen het kabinet-Schoof ook maar iets in die richting wilde proberen. Zonder de strategische keuzes die Van Zwol bepleit, komen we dan toch, ongewild, in een scenario van snelle groei terecht. Daar worden veel Nederlanders niet blij van, maar de geschiedenis laat zien dat er altijd meer mensen bij kunnen dan gedacht. En met wat kleinere woningen, compactere bedrijventerreinen, minder koeien en slimmer grondgebruik is er nog ruimte genoeg voor een paar miljoen extra Nederlanders. Wie dat echt niet wil, moet nu echt keuzes maken.

Kaders

Geregistreerde inwoner
Eind december 2024 telde Nederland 18.045.532 inwoners. Bron: CBS.

Bevolkingsgroei
De Nederlandse bevolking groeide in 2024 met 102 590 inwoners (inclusief correcties). Bron: CBS.

Woonruimte
Nederlanders hebben 2,1 kamer per persoon, tegen 1,6 gemiddeld in Europa. Bron: CBS, Eurosta.

Tweede generatie
De grootste bevolkingsgroepen in Nederland met een niet-westerse achtergrond zijn Turks, Marokkaans, Surinaams en Antilliaans. Bijna de helft van deze personen is in Nederland geboren en hoort daarmee tot de tweede generatie. Bron: CBS.

Bevolkingsomvang
De bevolkingsomvang steeg na 1970 wat minder snel. Tussen de 15 en 16 miljoenste inwoner zat ongeveer 11 jaar. Om van 16 naar 17 miljoen inwoners te komen was 15 jaar nodig. Bron: CBS.

Migratiesaldo
Richard van Zwol adviseert 19 à 20 miljoen inwoners in 2050. Het maximale migratiesaldo is dan veertig- tot zestigduizend mensen per jaar. Bron: CBS.

Meer lezen

  • Rapport van de Staatscommissie Demografische Ontwikkelingen 2050: Gematigde groei.
  • Centraal Planbureau: Kiezen voor later. Vier visies voor 2050.
Inperken van migratie is het belangrijkste doel voor het kabinet-Schoof. Het rapport van de Staatscommissie Demografische Ontwikkelingen 2050 speelt een belangrijke rol in dit debat. Voorzitter Richard van Zwol stuurt aan op een scenario van gematigde bevolkingsgroei. Maar wie zijn rapport goed leest, ziet dat snelle groei waarschijnlijker is. Met slimme keuzes kunnen we die prima aan. Uit Maarten! 2025-1. Bestel losse nummers hier of word abonnee

Gaat het in Den Haag wel eens een dag níét over migratie? Geert Wilders hamert er al decennia op en is er in geslaagd om het thema op het hoofdtoneel te krijgen. De meeste aandacht gaat daarbij uit naar minister van Asiel en Migratie Marjolein Faber, die maanden bezig was om met nood- dan wel spoedwetten te komen die asielmigratie moeten gaan tegenhouden. De politieke druk is inmiddels zo hoog opgelopen dat zelfs Groen-Links-PvdA pleit voor minder asielzoekers. ‘Mijn fractie loopt niet weg voor een discussie over asiel en migratie,’ zei Frans Timmermans afgelopen december in de Kamer. ‘Zo kunnen we gewoon niet doorgaan.’ Hij zei dit in een debat over het rapport van de Staatscommissie Demografische Ontwikkelingen 2050, dat begin 2024 verscheen. Het heet Gematigde groei en met de strekking daarvan is iedereen in Den Haag van links tot rechts het wel eens: de bevolking kan niet zomaar blijven uitdijen.

Met dank aan Wilders gaat het nu vooral over asielzoekers, maar migratie raakt bijna iedere maatschappelijke en politieke discussie. Bij de woningmarkt, de arbeidsmarkt, zorg, buitenlandse studenten op universiteiten, het buitenlandbeleid en vergrijzing is het verband duidelijk. Maar het migratiedebat is ook gerelateerd aan minder voor de hand liggende dossiers, zoals stikstof en innovatie. De discussie over stikstof bepaalt hoeveel extra ruimte er is voor woningen, landbouw en verkeer – en dus ook voor nieuwkomers. En een constante stroom van onderbetaalde buitenlandse arbeidskrachten maakt ondernemers gemakzuchtig en remt innovatie: waarom investeren in een dure robot als je het werk ook door goedkope Polen kan laten doen?

Welkom bij Maarten!

Maak eenmalig een gratis account aan en krijg toegang tot al onze artikelen. Lees gratis op onze site en ontvang elke twee weken nieuws, diepgravende artikelen, interviews, evenementen en acties van Maarten! in uw mailbox.

InloggenRegistreren

Reacties

Gerelateerde artikelen

‘Pim’ was niet meer dan een mediahype

Dit zijn de wortels van onze moslimangst

(On)gelijkheid in Nederland: rijke werknemers, arme flexkrachten

Welkom bij Maarten!

Maarten van Rossem is 's lands bekendste historicus en Amerikadeskundige. Hij is een veelgevraagd commentator op radio en tv en heeft een eigen blad: Maarten!. Verwacht diepgravende interviews, scherpe analyses en verrassende opinies.

Maak nu gratis kennis met onze journalistiek. In dit dossier hebben wij de mooiste verhalen uit ruim tien jaar Maarten! gebundeld. Lees bijvoorbeeld waarom Baudet gelijk heeft als hij zegt Fortuyns erfgenaam te zijn, wat Maarten van het Nederlandse onderwijs vindt en hoe Amerika het IS-monster gecreëerd heeft.

Wilt u de beste verhalen uit Maarten! in uw mailbox ontvangen? Meld u dan aan voor onze gratis nieuwsbrief.