Achter de schermen bij Hier zijn de Van Rossems

Door Marchien den Hertog en Geertje Dekkers

In het NTR-televisieprogramma Hier zijn de Van Rossems maakte Maarten met zijn broer Vincent en zus Sis een ‘grand tour’ door Nederland, met uitstapjes naar België en Duitsland. Tijdens de opnames van het eerste seizoen liep de redactie van Maarten! een dagje mee in Rotterdam. We zien Maarten een heel pakje stroopwafels opeten, de cameramensen hun best doen om de sigaret van Sis buiten beeld te houden, en Vincent een prachtig college geven over de naoorlogse wijk Pendrecht.

 

Hoogtevrees

‘Het is zo’n luxetent hier, je wilt het niet weten, ik zat om halfeen nog in de sauna.’
Sis van Rossem staat in de lobby van het Rotterdamse hotel Mainport, waar zij en Maarten de nacht voor de draaidag hebben geslapen. Wie voor dag en dauw wil beginnen, moet niet werken met Maarten van Rossem. Bij producent Skyhigh TV heeft hij bedongen dat de draaidag pas om elf uur van start gaat: ‘Ik vind dat toch het privilege van de bejaarde pensionado, dat je niet met je gewoontes hoeft te breken.’

 

We hebben altijd een zakje stroopwafels bij ons, voor als het allemaal een beetje inzakt

 

Sis: ‘We hebben mooi uitzicht op het water, maar we zitten hoog en Maarten en ik hebben allebei hoogtevrees. Ik had het als kind al, maar toen was nog niks hoog. Ja, de Euromast.’
Maarten: ‘Ze hebben hier ook nog van die ramen tot de grond. Daar ga ik echt niet tegenaan staan. En kijk eens naar die liften: helemaal doorzichtig, je kunt de constructie zien. Dan denk je: zou het wel stevig genoeg zijn?’

Stroopwafels

‘Dames en heren, het streven is om over vijf minuten weg te gaan.’ Regisseur Remco Groen wil beginnen. Zijn methode om Maarten in beweging te krijgen: stroopwafels. ‘We hebben altijd een zakje stroopwafels bij ons, voor als het allemaal een beetje inzakt.’
Sis: ‘Maarten heeft vannacht nog een heel pakje stroopwafels leeggegeten. Hij is een snoeper, hoor; hij is niet voor niets zo dik.’
Remco, broers en zus van Rossem, de dames van productie en redactie, en de camera- en geluidsman proppen zich in een busje. Eerste bestemming: station Rotterdam Centraal.
Maarten: ‘Ik heb nog een lans gebroken voor de SS Rotterdam, die is echt hartstikke leuk.’
Sis: ‘Ja, we moeten ook wat ouds bekijken, niet alleen die nieuwe dingen.’
Remco: ‘Moet je luisteren, jongens: Rotterdam heeft zoveel leuke dingen. Ik heb 83 onderwerpen uit het script moeten slopen. Ik heb jankend achter mijn computer gezeten.’
Sis: ‘Dan gaan we toch niet zo lang naar die rare nieuwe markthal?’

Japanse haaien

Het clubje wordt uitgeladen voor het nieuwe Rotterdam Centraal. Trams klingelen en Vincent geeft vast college: ‘Als je precies midden voor de hal staat, kun je zien dat het station de perfecte overgang vormt tussen het Groot Handelsgebouw en het Nationale Nederlandengebouw. Ik vermoed dat het een toevalstreffer is, maar als het bedacht is, dan is het het werk van een genie.’

 

Op het moment dat ik ze aanwijzingen geef, gaat het fout

 

Remco leidt de opnames in: ‘We vallen nu in de tweede scène van Rotterdam. De rode draad is hier: alles mot nieuw. Het motto van de Rotterdammers is: “Je probeert eens wat. Soms pakt het goed uit, soms minder.” Gaan we het allemaal over hebben in deze aflevering.’

Voor wie de volledige regie in handen wil houden, is het lastig werken met de familie Van Rossem. Oké, ze laten zich vrij gedwee naast elkaar opstellen en houden keurig een introductie – ze hebben alle drie een aantal onderwerpen voorbereid. Maar daarna kan het alle kanten op gaan: zo sluipen er opeens Japanse haaien in het gesprek over de bijnamen van het nieuwe station. Remco: ‘Op het moment dat ik hun aanwijzingen geef, gaat het fout. Of ze zeggen in beeld: “De regisseur heeft gezegd dat ik dit moet zeggen.”’

Amsterdam Centraal

De indrukwekkende nieuwbouw valt in de smaak bij het drietal.
Vincent: ‘Jullie twee lopen altijd te kankeren op wat nieuw is, maar eindelijk is hier iets wat nieuw is, én goed.’
Maarten: ‘Misschien is het ietsje over the top? De kracht ervan ligt in de binnenruimte. De plek waar je aankomt met de trein is heel mooi open naar de onderdoorgang toe. En er is een prachtige hal. Maar daar mogen we niet filmen van de NS.’
Vincent: ‘Dit is heel wat mooier dan Amsterdam Centraal. Als Amsterdammer schaam je je toch voor die armoedige rotzooi die ze er daar van gemaakt hebben.’
Maarten: ‘De perrons in Amsterdam zijn zo smal. Als er twee intercity’s tegelijk aankomen, staat er tien minuten lang een klont mensen.’
Vincent: ‘En de roltrappen hebben te weinig capaciteit. In het midden van het station zit een soort goederenspoor en nu is het idee om dat eruit te gooien, om de perrons wat breder te maken. Dat betekent dus weer twintig jaar verbouwen.’
Maarten: ‘Je weet toch wanneer ze zijn begonnen met verbouwen? Toen ik er voor het eerst was. Toen was ik zes.’

Fantast

Op naar de volgende locatie, kondigt Remco aan. De bus parkeert op de Boompjeskade, waar Maarten zal vertellen over een schip dat er in de zeventiende eeuw werd gebouwd.
‘Het was de tijd van de Eerste Engelse Zeeoorlog,’ steekt Maarten netjes van wal. ‘Vandaar dat Holland geïnteresseerd was in een revolutionair oorlogsschip, een onderzeeër. De ontwerper was een Franse uitvinder, fantast, vrijbuiter – dat loopt in die eeuw nogal door elkaar heen. Helaas had hij niet goed nagedacht over de aandrijving van het schip. De Rotterdamse bevolking had al snel in de gaten dat het niet deugde. Toen heeft de man bij nacht en ontij de stad verlaten. Dat ding heeft hier nog zes jaar gelegen en toen is het verkocht als brandhout.’
Remco steekt zijn duim op: ‘Stop, alright, niets meer aan doen. Nu alleen nog wat shots eromheen.’

Koolhaas

Vincent en Sis draaien een sjekkie. ‘Zodra de camera uit gaat, gaan – hup – de sigaretten aan,’ verzucht Remco. ‘We hebben afgesproken dat ze per aflevering maximaal twee keer met een sigaret in beeld zijn.’
Maarten: ‘Wat is het derde dat we gaan doen?’
Remco: ‘Vincent gaat iets vertellen over de Erasmusbrug.’
Maarten: ‘Ga je iets zeggen over de wapperende tuidraden? Dat is toch wel een blunder geweest van de architect.’
Vincent: ‘Die tuidraden kun je de architect niet aanrekenen, dat was de fout van de constructeur. Architecten kunnen zelf niks en laten alles doorrekenen.’
Maarten: ‘Die ongelukkig gestapelde blokken aan de overkant, is dat het nieuwe ding van Koolhaas? Ik ben er niet kapot van. Ik heb gemengde gevoelens over Koolhaas. Mijn indruk is dat het toch een beetje een schertsfiguur is, maar daarin ben ik wel beïnvloed door Vincent.’
Vincent: ‘Het is knap dat Koolhaas met zo weinig zo beroemd is geworden.’
Maarten: ‘Van hem is toch de fameuze uitspraak die jij altijd aanhaalt: Fuck the context?’
Vincent: ‘Daar zijn alle architecten goed in: een gebouw maken zonder rekening te houden met de omgeving. Daar word je beroemd mee, niet met bescheiden zijn.’
Maarten: ‘Als ik zo om me heen kijk, kan ik zelf als architect wel aardig aan de slag. Je tekent gewoon met een liniaal een doos, en daarbovenop doe je nog een paar…’
Vincent: ‘Dingetjes.’’
Maarten: ‘En klaar is Kees.’

Het drietal loopt voor de camera naar de Erasmusbrug.
Vincent: ‘De kick van de Erasmusbrug is om er echt overheen te lopen. Hij is achthonderd meter lang. Ik dacht op een zomerse dag in mijn onschuld: laat ik er eens te voet overheen gaan. Nou, toen realiseerde ik me: dat moet je op een winderige novembernacht niet doen.’
Maarten: ‘Ik sta te popelen.’
Sis: ‘Remco, zet Maarten op die brug, dan komt hij spierwit en trillend terug. Ik ga zelf niet mee, hoor.’
Sis wordt geposteerd op een bankje (Remco: ‘Dat wordt een mooi plaatje.’ Sis: ‘De cameraman is verslingerd aan mij en malle bankjes.’)
Maarten (die intussen stroopwafels krijgt aangereikt): ‘We hoeven maar een klein stukje, toch? Dan laten
we het lijken of we de hele brug hebben gedaan.’

 

Positivisme

Na en korte brugwandeling stapt de ploeg weer in het busje, op weg naar Rotterdam-Zuid.
Sis: ‘Ik had een hartstikke leuk gesprek op het bankje.’
Remco: ‘Dat was zeker afgelopen toen ze zeiden van “Bent u niet de zus van”?’
Sis: ‘Nee, ze zeiden: “Weet u wie we net zagen? Maarten van Rossem.”’
Maarten: ‘Zei je toen niet: “Die lul, vind je het ook zo’n lul”?’
Sis: ‘We hebben het over onze leeftijden gehad en over “prettige dag verder” – dat dat zo erg is, en dat we helemaal niet mee wilden doen aan dat positivisme. Want ze vonden jou vaak negatief, maar wel terecht.’
Maarten: ‘Volkomen terecht.’
Sis: ‘Ik zeg: “Ja, onze generatie is eerlijk en rechtdoorzee – sommigen tenminste. We houden niet van dat positieve gedoe, behalve als dat nodig is.”’

Rood-behuild

In het busje speelt ‘Simone’ van The Kik, tot afgrijzen van de familie Van Rossem.
Maarten: ‘Dat zo’n lied überhaupt gemaakt wordt.’
Sis: ‘Ik vind het ook verschrikkelijk.’
Maarten: ‘Dat zingen in Nederland is toch een soort schimmelziekte geworden.’
Sis: ‘Mensen hebben altijd overal muziek aan.’
Maarten: ‘Ik luister weleens muziek, maar ik val er geen andere mensen mee lastig.’
Sis: ‘Ik luister alleen in mijn auto. Daar gaat de klassieke muziek aan. Bij sommige dingen moet ik zo huilen dat ik de auto aan de kant van de weg moet zetten, omdat ik niets meer zie.’

 

Bij sommige muziek moet ik zo huilen dat ik de auto aan de kant van de weg moet zetten

 

Maarten: ‘Als ik naar lezingen ga, heb ik hetzelfde probleem. Dan zet ik de muziek uit, want ik kan natuurlijk niet met rood-behuilde ogen aankomen.’
Sis: ‘Ik ben helemaal geen huiltype, maar die muziek… Ik heb het ook met aarde in de winter – van die mooie grote kluiten waar het licht op schijnt, zodat het glimt. Dat ontroert mij op gruwelijke wijze, dan rijd ik bijna van de weg af.’
Maarten: ‘Het wordt steeds erger als je ouder wordt. Het is zaak om niet naar die muziek te luisteren wanneer er andere mensen bij zijn.’
Sis: ‘Daarom ga ik ook nooit naar de schouwburg. Ik moet jankend naar buiten worden gedragen, en dat wil je niet hebben.’

Idealen

Het gezelschap komt aan in Pendrecht, een van Rotterdams wederopbouwwijken. Dit is het specialisme van Vincent en hij kan er bevlogen over vertellen. Maar er wordt gefilmd boven op een flat…
Remco: ‘Maarten, kom je hier? Eerlijk zeggen als je niet durft. Sis, kun je ook hier komen?’
Sis: ‘Nee. Of, nou ja, oké, als ik me maar kan vasthouden.’

‘Het aardige van Pendrecht en andere naoorlogse wijken,’ gaat Vincent van start, ‘zijn de fantastische bedoelingen waarmee ze gebouwd zijn. Ze zijn ontworpen door architecten met idealen. Zij wilden woningen in een groene omgeving, betaalbaar en met goede voorzieningen. Deze architecten konden hun hele leven bezig zijn om een goede betaalbare huurwoning te ontwerpen. Dat vind ik er zo fascinerend aan.’
Maarten: ‘In tegenstelling tot architecten die heel gekke gebouwen ontwerpen en daar schatrijk mee worden.’

Ruzie

Het wordt laat en het is bijna donker. Op naar het laatste item van de dag: het 43 meter hoge Witte Huis, dat in 1898 gereedkwam en ‘de oudste wolkenkrabber van Nederland’ wordt genoemd. Het stond boven aan het verlanglijstje van Sis, die een introductie zal geven. Terwijl de filmploeg zich voorbereidt, vertelt ze alvast aan Maarten en Vincent.
Sis: ‘Het is prachtig geornamenteerd. Alleen de verlichting is waardeloos. Je kunt nu in het donker de details helemaal niet zien: de torentjes en de zwanen die onder de ramen zitten.’
Maarten: ‘Hoe is de grond hier? Moet je heien?’
Sis: ‘Er zijn duizend heipalen de grond in gegaan – duizend! Niemand in Rotterdam geloofde maar één seconde dat zo’n hoog gebouw hier zou kunnen blijven staan. Maar in 1940, toen het hele centrum werd platgebombardeerd, bleef uitgerekend het Witte Huis overeind.’
Remco: ‘We gaan even kijken hoe het er op film uitziet; dan besluiten we of we doorgaan. Die details moet je maar laten zitten, Sis. Je moet je concentreren op de algemene geschiedenis.’
Sis: ‘Ja, die heb ik net aan Maarten verteld. Ik wilde het eerst niet doen, want nu weet hij alles beter. Let maar op, straks als we gaan filmen. Dan zegt hij: “Ik heb gelezen dat er duizend heipalen de grond in gingen.” Ik weet precies hoe hij dan doet – onuitstaanbaar! Maar ruzie? Nee, nooit gehad. Sommige mensen denken dat we ruzie hebben, maar dan is het gewoon een meningsverschil. Ik heb nooit ruzie met mijn broers gehad, al die jaren niet.’

Uit Maarten! 2014-6 en special De wereld van de Van Rossems

In het NTR-televisieprogramma Hier zijn de Van Rossems maakte Maarten met zijn broer Vincent en zus Sis een ‘grand tour’ door Nederland, met uitstapjes naar België en Duitsland. Tijdens de opnames van het eerste seizoen liep de redactie van Maarten! een dagje mee in Rotterdam. We zien Maarten een heel pakje stroopwafels opeten, de cameramensen hun best doen om de sigaret van Sis buiten beeld te houden, en Vincent een prachtig college geven over de naoorlogse wijk Pendrecht.

 

Welkom bij Maarten!

Maak eenmalig een gratis account aan en krijg toegang tot al onze artikelen. Lees gratis op onze site en ontvang elke twee weken nieuws, diepgravende artikelen, interviews, evenementen en acties van Maarten! in uw mailbox.

InloggenRegistreren

Reacties

Geef een reactie

Gerelateerde artikelen

Maarten, Sis en Vincent over één van hun ergernissen: ouderdom

Maarten, Vincent en Sis over één van hun ergernissen: sportverdwazing

Uit het archief (2013): Vincent van Rossem over het woningbouwprobleem

Welkom bij Maarten!

Maarten van Rossem is 's lands bekendste historicus en Amerikadeskundige. Hij is een veelgevraagd commentator op radio en tv en heeft een eigen blad: Maarten!. Verwacht diepgravende interviews, scherpe analyses en verrassende opinies.

Maak nu gratis kennis met onze journalistiek. In dit dossier hebben wij de mooiste verhalen uit ruim tien jaar Maarten! gebundeld. Lees bijvoorbeeld waarom Baudet gelijk heeft als hij zegt Fortuyns erfgenaam te zijn, wat Maarten van het Nederlandse onderwijs vindt en hoe Amerika het IS-monster gecreëerd heeft.

Wilt u de beste verhalen uit Maarten! in uw mailbox ontvangen? Meld u dan aan voor onze gratis nieuwsbrief.