Platte kletsmajoor

Door Maarten van Rossem • Illustraties Job van der Molen

Oplichter, fabulant, zelfverklaarde aanrander en racistische ophitser. Trump kwam in het Witte Huis. Hoe kon het destijds toch zover komen en hoeveel schade heeft hij aangericht? 

Uit Special Amerika ontrafeld. Bestel het nummer hier

Op 8 november kreeg Hillary 65.818.412 stemmen. Dat is 48,1 procent van het totaal. Donald Trump kreeg er 62.958.481,46 procent van het totaal. Clinton had dus een kleine 3 miljoen stemmen meer. De VS gebruiken echter een dermate zonderling electoraal systeem dat de verliezer regelmatig de winnaar is. Deze vreemde toestand is zoals bekend het gevolg van het Electoraal College, dat de nationale verkiezingen voor het presidentschap verandert in 50 statelijke verkiezingen, die afgezien van twee kleine uitzonderingen werken volgens het winner takes it all-principe.

Elke staat heeft kiesmannen naar rato van het aantal volksvertegenwoordigers dat die staat heeft in het Congres in Washington. Dus steeds twee, vanwege de twee senatoren die elke staat heeft, plus het aantal vertegenwoordigers in het Huis van Afgevaardigden. Op die manier zijn de kleinste en dunstbevolkste staten fors oververtegenwoordigd. Het stemgewicht van een kiezer in Wyoming is drieënhalfmaal dat van een kiezer in Californië. Daardoor kreeg Trump met een minderheid van de stemmen 306 kiesmannen in het Electoraal College en Clinton maar 227. In 2000 overkwam de Democraten iets vergelijkbaars, toen Al Gore de popular vote won, maar George W. Bush president werd.

 

Oude staten

Dat Trump zou winnen was slechts door een enkeling voorspeld. Trump zelf dacht op de verkiezingsavond nog dat hij zou verliezen. Hij had meer tijd besteed aan zijn verliezerstoespraak dan aan zijn overwinnaarstoespraak. Zijn onverwachte winst was te danken aan zeer, zeer nipte overwinningen in Wisconsin, Michigan en Pennsylvania, staten waarop Clinton dacht te kunnen rekenen, op basis van onbetrouwbare opiniepeilingen. Als enkele tienduizenden kiezers in deze staten anders hadden gestemd, had Clinton gewonnen, want het verschil was er minder dan 1 procent van de stemmen.

Het betreft hier grote, ‘oude’ staten met een omvangrijke, naar verhouding laagopgeleide blanke bevolking, weinig etnische minderheden en veel werklozen ten gevolge van een langdurig proces van de-industrialisering. Onder de laagopgeleide, blanke arbeiders haalde Trump zijn grootste succes.

Trump deed het vooral goed in kleine steden en op het platteland. De grote metropole centra hebben zich in de afgelopen jaren veel sneller hersteld van de kredietcrisis dan het platteland en de kleinere steden, waar van herstel nauwelijks sprake is. Er ontstaat een steeds scherpere scheiding tussen een modern, metropool en succesvol Amerika en een achterblijvend en verarmend ruraal en kleinsteeds Amerika. In die laatste gebieden stemde 62 procent van de kiezers op hem, tegen slecht 35 procent in de grote steden. In Manhattan, waar Trump woont, kreeg hij een miserabele 10 procent, in Washington, DC, zelfs nog minder: 4 procent.

Kort gezegd: Trump won in regio’s waar te weinig of geen banen zijn, en hij verloor dik in gebieden waar de Amerikaanse samenleving goed draait. Clinton won overtuigend in de 500 county’s die verantwoordelijk zijn voor 65 procent van de nationale productie; Trump won maar liefst in 2600 county’s, maar die realiseren slechts 35 procent van die nationale productie.

Welvaart speelde dus een duidelijke rol bij de keuze van Amerikanen, maar het opleidingsniveau bleek een nog sterkere voorspeller. Hoe lager opgeleid, hoe groter de kans dat iemand op Trump stemde. Volgens de website fivethirtyeight.com won Clinton met vlag en wimpel in de 50 county’s met de hoogst opgeleide kiezers en verloor ze dramatisch in de 50 county’s met de laagst opgeleide kiezers. Dat wil niet zeggen dat er helemaal geen hoogopgeleide kiezers op Trump hebben gestemd: 45 procent van de blanke kiezers met een voltooide collegeopleiding deed dat wel. En dat blijft, gezien de aard van de kandidaat, verbazingwekkend.

Verder was van zijn kiezers 53 procent man en 42 procent vrouw. Van de 18- tot 30-jarigen stemde slechts 37 procent op Trump; van de 65-plussers 53 procent. In exitpolls zei 64 procent van zijn kiezers immigratie de belangrijkste kwestie te vinden; 57 procent vond terrorisme de tweede kwestie van belang. Ruim 80 procent stond achter Trumps belofte miljoenen illegalen te zullen deporteren. Ongeveer eenzelfde percentage stelde zich veel voor van Trumps fameuze muur tussen de VS en Mexico. Negentig procent van de Trump-stemmers was van mening dat Obama hopeloos had gefaald.

 

Seksisme

Hoewel Clinton begon met hoge goedkeuringspercentages in de opiniepeilingen, bleek ze noch in fysiek, noch in politiek opzicht een sterke kandidaat. Ze won uiteindelijk weliswaar ruim de popular vote, maar ze kreeg 5 miljoen stemmenminder dan Obama in 2012. Van de zwarte Amerikanen stemde 5 procent minder op haar dan op Obama, en ook de latino-stem viel tegen. Want tot ieders verbazing stemde 29 procent van de latino’s op Trump, ondanks diens kwetsende en racistische leugencampagne tegen hen.

Seksisme heeft zeker een rol gespeeld bij Clintons magere resultaat. Veel laagopgeleide blanke mannen vonden het idee van een vrouw in het Witte Huis volstrekt onacceptabel, zeker nadat daar acht jaar een zwarte Amerikaan had gewoond. Clinton had natuurlijk na een kwarteeuw in de nationale schijnwerpers ook een enorme hoeveelheid politieke bagage. Ze was onvermijdelijk de kandidaat van het establishment en de status-quo. Dat hoefde Trump niet te signaleren, dat had Bernie Sanders al nadrukkelijk gedaan. Velen wantrouwden Clinton en werden eindeloos aan dat wantrouwen herinnerd door de zogenoemde e-mailkwestie: Clinton had jarenlang haar eigen, particuliere server gebruikt voor haar werkzaamheden als minister van Buitenlandse Zaken. In de verkiezingsstrijd maakten de Republikeinen veel werk van die server, om Clinton te beschadigen. De suggestie was dat ze mogelijkerwijze staatsgeheimen zou hebben gelekt via die onvoldoende beveiligde server. De zaak werd door de FBI onderzocht en die besloot Clinton wegens nalatigheid te kapittelen, maar niet te vervolgen.

Wat men hier ook van moge denken, het ging hier om een mineure zaak. Nimmer is gebleken dat enig staatsgeheim via die server is gelekt. Het was een flutkwestie, enorm opgeblazen om politieke redenen. Het blijft een zonderlinge zaak dat het wantrouwen ten opzichte van Clinton zo sterk was, terwijl haar tegenkandidaat maandenlang de hele wereld bij elkaar loog.

 

Platte kletsmajoor

Clinton had ook geen duidelijke, wervende en op de toekomst gerichte boodschap: Stronger Together is een nogal onnozele slogan. Ze rekende er evident op dat ze een platte kletsmajoor als Trump wel zou kunnen verslaan; de kandidatuur van Trump leek aanvankelijk een Democratisch buitenkansje. Maar daarbij zag Clintons campagneorganisatie de Democratische nood in Wisconsin, Michigan en Pennsylvania niet aankomen, en dat valt de organisatie te verwijten. Blijkbaar waren ook de interne peilingen niet erg betrouwbaar.

Daar kwam bij dat de directeur van de FBI op de valreep van de verkiezingen kwam aanzetten met een vage brief waarin de e-mailkwestie werd verbonden aan een onsmakelijke rechtszaak tegen de echtgenoot van een naaste medewerker van Clinton. Een paar dagen later bleek er niets aan de hand, maar deze bedenkelijke exercitie heeft de uitslag ongetwijfeld beïnvloed, al zullen we nooit weten in welke mate. Of die brief is geschreven met het doel Clinton te beschadigen is onduidelijk, maar het is zeker niet onmogelijk.

Dat de Russische overheid de bedoeling had Clinton te beschadigen is wel zeker. Zowel de e-mailservers van de Republikeinse als die van de Democratische Partij waren door de Russen gehackt, maar alleen bezwarende mails van de Democraten zijn aan Wikileaks overhandigd.

Ook hier zijn de effecten onmeetbaar, maar waarschijnlijk zijn ze er wel geweest.

 

Door en door onbetrouwbaar

De campagne van Trump was de schandelijkste sinds mensenheugenis. Hij hoefde helemaal niet gedemoniseerd te worden; zijn verwerpelijke karakter en opvattingen waren en werden ruim voldoende duidelijk. Hij was en is een oplichter, een fabulant, een zelfverklaarde aanrander van vrouwen, een racistische ophitser en een door en door onbetrouwbare zakenman. Van wat hij tijdens de campagne zei, was 75 procent volgens factcheckers onwaar. Feiten speelden tijdens de campagne geen enkele rol. Iedereen die dat weten wilde, wist dat.

 

 

De campagne van Trump was de schandelijkste sinds mensenheugenis

 

 

Waarom hebben dan toch bijna 63 miljoen mensen op deze ijdele fantast gestemd? In de presidentsverkiezingen van 2020 waren dat er zelfs 70 miljoen. Dat komt omdat ze helemaal niet geïnteresseerd waren in de feiten. Ze vonden het fijn dat hij bij de elite zoveel ergernis wekte. Omdat hij zei wat zij dachten, maar vooral omdat hij appelleerde aan hun basale emoties.

Trumps campagne was pure emotie, knap gekanaliseerde woede en rancune. Die woede was vooral die van blanke Amerikanen. De retoriek was weliswaar grotendeels inhoudsloos, soms tegen het absurdisme aan, maar wel opzwepend. Hier was de profeet die de vergeten blanke Amerikanen terug zou leiden naar het land van ooit, die hen in hun waarde zou herstellen. Die de staalarbeiders hun banen terug zou geven. Haat speelde ongetwijfeld een prominente rol in de campagne, maar de dominante emotie van de blanke Amerikanen was beslist angst. Angst voor uiteindelijk niet te stoppen economische en demografische veranderingsprocessen. Trump beloofde er iets aan te doen, hij beloofde verandering. Maar de Republikeinen hebben nooit een poot uitgestoken voor die staalarbeiders en hun miljoenen collega’s. De Democraten hebben zeker ook te weinig gedaan, maar altijd nog veel meer dan de Republikeinen. Was het niet Obama die de Amerikaanse auto-industrie heeft gered en tientallen miljoenen onverzekerden van een ziektekostenverzekering heeft voorzien? Uiteindelijk woog de economische nood waarschijnlijk minder zwaar dan de angst, door Trump zo meesterlijk versterkt, voor the Brown Other (een term van Ezra Klein).

Robots

Trump belooft to make America great again. Dat wilde hij naar eigen zeggen doen door miljoenen nieuwe banen te creëren voor al die laagopgeleide blanke industriearbeiders in het Midwesten, van wie de goedbetaalde banen zijn ‘gestolen’ door de globaliserende elite. Dat moet gebeuren door oneerlijke handelsverdragen te herzien of op te zeggen. Denk daarbij aan de North American Free Trade Association met Mexico en Canada, of de afspraken die goedkope Chinese producten vrij wel ongehinderde toegang geven tot de Amerikaanse markt. Deze afkeer van zijns inziens unfaire handelsovereenkomsten is een van de weinige consistente elementen in Trumps wereldbeeld. Het is bovendien een feit dat die verdragen schadelijk zijn geweest voor de Amerikaanse werkgelegenheid. De vraag is echter: hoe schadelijk? Luisterend naar Trumps retoriek zou je denken dat de Amerikaanse industriële productie er droevig aan toe is, overrompeld door valsspelende concurrenten. Maar het gaat de Amerikaanse maakindustrie juist voor de wind. Sinds de jaren tachtig is de productie ervan tweeënhalfmaal zo groot geworden. Tegelijkertijd is de werkgelegenheid in de industrie fors gekrompen, met 6 miljoen banen. Die spectaculaire daling is het gevolg van automatisering en robotisering; volgens deskundigen is slechts 13 procent van het banenverlies in de VS het gevolg van handelsovereenkomsten.

Het verlies van banen is duidelijk voelbaar in gebieden met traditioneel veel staalindustrie, waar Trump veel stemmen kreeg. Intussen blijft Amerika produceren: de VS zijn nog steeds de derde staalproducent ter wereld, na China en Japan. Maar de productiviteit is sinds de jaren zeventig vijfmaal zo groot geworden en daardoor is meer dan driekwart van de oorspronkelijke staalarbeiders verdwenen. Die komen nooit meer aan het werk in een staalfabriek. De gesloten fabrieken in het Midwesten die op zo’n droevige wijze fotogeniek zijn, zullen nooit meer opgestart worden. Trump heeft bij herhaling verzekerd dat de werkloze staalarbeiders onder zijn bewind weer aan het werk kunnen, maar dat was een loze belofte. Kennelijk heeft hij geen idee wat er in de staalindustrie in de afgelopen decennia is gebeurd, want de maatregelen die de bewoners van deze gebieden echt zouden helpen zijn beter onderwijs, herscholing en adequaat sociaal beleid. Trumps economisch nationalisme is in geen enkel opzicht een oplossing voor de problemen waar Amerika mee te maken heeft.

 

Oplichter, fabulant, zelfverklaarde aanrander en racistische ophitser. Trump kwam in het Witte Huis. Hoe kon het destijds toch zover komen en hoeveel schade heeft hij aangericht? 

Uit Special Amerika ontrafeld. Bestel het nummer hier

Welkom bij Maarten!

Maak eenmalig een gratis account aan en krijg toegang tot al onze artikelen. Lees gratis op onze site en ontvang elke twee weken nieuws, diepgravende artikelen, interviews, evenementen en acties van Maarten! in uw mailbox.

InloggenRegistreren

Reacties

Geef een reactie

Gerelateerde artikelen

De borrel-tafelpraat van Donald Trump

Hoe laat Obama Amerika achter?

Hoe domheid Amerika in haar greep houdt

Welkom bij Maarten!

Maarten van Rossem is 's lands bekendste historicus en Amerikadeskundige. Hij is een veelgevraagd commentator op radio en tv en heeft een eigen blad: Maarten!. Verwacht diepgravende interviews, scherpe analyses en verrassende opinies.

Maak nu gratis kennis met onze journalistiek. In dit dossier hebben wij de mooiste verhalen uit ruim tien jaar Maarten! gebundeld. Lees bijvoorbeeld waarom Baudet gelijk heeft als hij zegt Fortuyns erfgenaam te zijn, wat Maarten van het Nederlandse onderwijs vindt en hoe Amerika het IS-monster gecreëerd heeft.

Wilt u de beste verhalen uit Maarten! in uw mailbox ontvangen? Meld u dan aan voor onze gratis nieuwsbrief.