‘Voor zijn aanhang kan Trump niets fout doen’

Door Frans Verhagen

De zaken tegen Trump lijken vooralsnog niet te resulteren in het kantelpunt waar zijn tegenstanders op hopen. Want zelfs na een chaotisch presidentschap, een veroordeling wegens aanranding en een trits rechtszaken, heeft Trump de Republikeinse Partij nog steeds in zijn houdgreep.

De frontrunner voor de presidentsnominatie in 2024 lijkt moeiteloos te beschikken over de helft van de Republikeinse kiezers, politici knielen voor hem. De nominatie van zijn partij lag voor Donald Trump voor het oprapen. Hoe is deze houdgreep te verklaren? Waarom zijn de kiezers hondstrouw? Waarom dansen politici naar zijn pijpen? Hoe bestaat het dat deze man überhaupt nog een rol speelt in de Amerikaanse politiek? En het meest urgent: hoe gevaarlijk is deze ontwikkeling voor de Amerikaanse rechtsstaat en de democratie?

Voor een begin van antwoord moeten we een onderscheid maken tussen wat Trumps achterban beweegt en wat de Republikeinse politici die hem hebben omarmd drijft.

Laten we beginnen met de achterban. Een meerderheid van de Republikeinse kiezers steunt Trump door dik en dun en zou in 2024 opnieuw op hem stemmen. Zij accepteren zijn leugen dat het presidentschap hem door verkiezingsfraude is ontstolen. Hij is hun president. Het is niet Trump die de grondwet schendt, maar het systeem is corrupt.

Beleid of plannen spelen geen rol. Deze mensen geloven in hém. Ze zijn deel van een groep, van een beweging. Ze horen ergens bij, ze hebben een zegsman gevonden. Trumps toon zet de muziek: de confrontatie zoekend, met grof taalgebruik, ‘tell it as it is’. Ook hier is de inhoud secundair, inconsistenties zijn niet relevant. Ze accepteren Trumps woord en, belangrijker nog, Trumps werkelijkheid. Elke waarheid is relatief. Zoals George Orwell observeerde vereist de totalitaire geest een continue aanpassing van het verleden en op de lange termijn een wantrouwen tegen het bestaan van een objectieve waarheid.

Trump spreekt op een Make America-Great Again-bijeenkomst in Greenville, South-Carolina in 2019.

Slachtofferdenken

Op zich is dit soort groepsvorming zo oud als de Verenigde Staten. In zijn befaamde De la Democratie en Amerique (1839) beschouwde Alexis de Tocqueville vrijwillige associaties als de basis voor een zichzelf organiserend Amerika. Trumps club is zo’n associatie. Een van de weinige, want wat de Fransman niet had voorzien is dat individualisering de maatschappelijke verbondenheid zou ondermijnen. Zoals de socioloog Robert Putnam in 1995 vaststelde in zijn befaamde essay Bowling Alone: sinds de jaren vijftig zijn Amerikanen steeds minder betrokken bij clubs, organisaties, vrijwilligerswerk en politieke activiteit. Bowling was zijn sprekende voorbeeld: het aantal mensen dat kegelde nam toe, maar het aantal dat dit deed in clubverband daalde sterk. Putnams conclusie: gevoelens van gemeenschap en solidariteit zijn afgenomen zonder dat de behoefte daaraan is verdwenen.

Trump voorziet daarin. In hem vonden mensen een leider die hen in staat stelde de wereld te begrijpen. Een wereld van ongenoegen en ressentiment. Het gaat vooral om witte Amerikanen, mannen en vrouwen, relatief laag opgeleid, die zich het slachtofferdenken hebben eigengemaakt dat conservatieven juist minderheden verweten. Alles zit tegen, alles is verkeerd, altijd worden ze gepiepeld. Hun cultuur wordt bedreigd. Alles is de schuld van anderen, waarmee ze een klassiek Amerikaans zelfbeeld op zijn kop zetten. Trumps eindeloze klagen over zijn behandeling, ‘de grootste heksenjacht ooit’, raakt een snaar.

Nooit eerder in Amerika kon een loser zoveel invloed uitoefenen

Deze mensen koesteren een vaag gevoel van onmacht tegenover als bedreigend ervaren progressieven: stedelijk, goed opgeleid, welvarend, niet-gelovig, divers en seksueel tolerant. Ze laten zich wijsmaken dat er een progressieve terreur bestaat die normen oplegt die niet de hunne zijn – het spiegelbeeld van wat sommige progressieven denken dat evangelische nationalisten willen doen. En niet beperkt tot Trump, het is het Republikeins evangelie.

Heeft Trump weinig bereikt in zijn eerste termijn, afgezien van gespierde taal en symboliek? Zij redeneren: Trump deed zijn best, maar er was altijd iets of iemand, of vele iemanden, die hem tegenwerkten. Anders gezegd: hij kan niets fout doen. Met zijn aanval op het linkse identiteitsdenken bespeelt Trump zijn eigen tribale groep. Het past in een bredere ontwikkeling. Het is veeleer rigoureuze partijtrouw dan polarisatie: je bent eerder Republikein als lid van een stam dan als iemand met een ideologische overtuiging.

 

Ordinaire marketingtool

Janah Ganesh van de Financial Times had de nuttige observatie dat voor de Trump-aanhangers het clubgevoel, het gevoel van opstand tegen de gevestigde orde, zwaarder weegt dan verkiesbaarheid. Beleid is secundair aan de campagne. Trump heeft, zegt Ganesh, ‘hun al een belangrijke emotionele en bijna spirituele dienst verleend, voordat het zover komt’. Zelfs als Trump faalt in 2024 zijn ze beloond. Ganesh heeft een vermoeden dat de populisten de cultuuroorlogen niet eens willen winnen. Het is voldoende ze te voeren. That’s all the fun.

Het begrip charismatisch, een van de drie machtsvormen die de socioloog Max Weber onderscheidde, verklaart misschien wat. Trump appelleert aan mensen op een onzichtbaar niveau. Je bent geneigd te denken dat het niet uitmaakt wat hij zegt of doet, maar dat is natuurlijk niet waar. Wat Trump zegt, is de essentie van zijn aantrekkingskracht. Racisme, misogynie en xenofobe oprispingen zijn cruciaal. Een vijand is essentieel. Hillary en Dr. Fauci waren prachtige doelwitten.

Bij Webers begrip charismatisch hoort het idee van een ‘geroepene’, iemand die van hoger orde is gekozen om zijn volgelingen naar het paradijs te leiden. Lang niet alle kiezers kijken zo naar Donald Trump, maar een niet gering aantal ziet hem als iemand met een godgegeven opdracht. Evangelisch nationalisme schreeuwt om een geroepene en het gaat hier om mensen die rationeel denken niet in hun repertoire hebben.

Toch heb ik moeite om Trump als charismatisch te zien. Ik zie eerder een ordinaire volksmenner, een performer, uit op eigenbelang. Trumps variant is geen vorm van leiderschap, maar een marketing tool, eerder Mussolini dan Hitler.

 

Impliciete onderwerping

Stof voor overpeinzing biedt een essay uit de zestiende eeuw, Discourse de la servitude volontaire, geschreven door Étienne de La Boétie (1530-1563), de beste vriend van Michel de Montaigne, de befaamde essayist. Het mag vreemd klinken maar ook bijna vijfhonderd jaar na dato biedt De La Boétie een verfrissende kijk op de vraag waarom en in hoeverre mensen zich onderwerpen. Hij  heeft het over een ‘tiran’ en dat is Trump vooralsnog enkel in geestelijke zin. De ambitie om dat ook daadwerkelijk te zijn in een tweede termijn, steekt Trump niet onder stoelen of banken.

Boéties fundamentele inzicht is dat ook een tirannie gegrond moet zijn op een zekere mate van acceptatie. Kort door de bocht: vaak gaan mensen akkoord met hun eigen onderwerping, om wat voor reden dan ook. Natuurlijk schreef Boétie in een tijdperk dat democratie en verkiezingen niet aan de orde waren, maar de vaststelling is er niet minder pertinent om. Waarom accepteren mensen hun eigen onderwerping? Waarom kiezen ze ervoor?

Bij het voorwoord van de Engelse vertaling poneerde de radicaal libertarische econoom Murray Rothbard dat dit het centrale probleem is van de politieke filosofie: het mysterie van burgerlijke gehoorzaamheid. Dus niet de vraag waarom mensen in opstand komen, maar juist waarom ze dat níet doen. Waarom ze zich gezag, zelfs onderdrukking, laten aanleunen. Anders geformuleerd: een tiran kan onderdanigheid alleen opleggen als de meeste van zijn onderdanen uit eigen beweging zich daartoe aanbieden. Bij de verkiezingen op 5 november 2024 kunnen ze dat doen.

David Hume beschreef hetzelfde principe twee eeuwen later – voor zover we weten zonder Boétie te hebben gelezen. Hume: ‘Niets oogt verrassender voor hen die de menselijke zaken met een filosofisch oog aanschouwen dan het gemak waarmee de velen worden geregeerd door de weinigen; en de impliciete onderwerping waarmee burgers hun eigen gevoelens en passies ondergeschikt maken aan die van hun regeerders.’

 

Beschamende vertoning

Niet alleen de achterban onderwierp zich. Dat deden ook de politici en een aantal mensen die bereid waren toe te treden tot de regering-Trump. De houding van de laatsten was pijnlijk duidelijk bij de fameuze kabinetszitting in 2017, waar elke minister en vicepresident Pence op afroep verkondigde dat het dienen van Trump de grootste eer van zijn of haar leven was. Een beschamende vertoning, maar bijzonder effectief in het ondermijnen van het zelfrespect van de smekelingen.

In de scherpe woorden van Boétie: ‘Het was altijd zo dat tirannen om hun macht te versterken hard werkten om hun vazallen niet enkel te trainen in gehoorzaamheid en dienstbaarheid, maar ook in adoratie’.

‘Hoe meer je toegeeft aan een tiran, hoe sterker en machtiger die wordt’

Minstens zo erg waren de gekozen Republikeinen. Hun verafgoding van Trump was des te pijnlijker omdat ze hem voordien in alle toonaarden hadden verworpen. Geen wonder dat Trump geen respect voor hen had. Toenmalig Speaker Paul Ryan haalde enorme belastingverlagingen binnen en vertrok daarna gefrustreerd. Mitch McConnell, de leider van de Republikeinen in de senaat, zweeg maar kreeg de conservatieve rechters die hij wilde. Senator Ted Cruz, Trumps laatste opponent bij de voorverkiezingen van 2016, betoonde zich een kruiper van het ergste soort. Speaker Kevin McCarthy haastte zich na de aanval op het Capitool naar Florida om Trumps hand te kussen.

Trump-aanhangers bestormen het Amerikaanse Capitool uit onvrede over de verkiezingsuitslag van 2020. Washington DC, 6 januari 2021.

Voor een goed begrip: politici zijn geen gelovigen, zoals kiezers dat zijn. Politici zijn cynische opportunisten. Waarom blijven zij Trump steunen, waarom tolereren en versterken zij Trumps leugens? Met enkele prominente uitzonderingen kun je vaststellen dat Republikeinse politici niet dom zijn. Een aantal van de Trump-aanbidders, zoals senatoren Ted Cruz, Josh Hawley en Tom Cotton, en Mitch McConnell zelf, behoren tot de slimste lieden in het Congres. Yale, Harvard, Princeton, Stanford. Allemaal juristen die ‘de elite’ veroordelen. Ze hebben simpelweg geen principes.

Nooit eerder in de Amerikaanse geschiedenis kon een loser zoveel invloed uitoefenen. Het argument dat Trump zelf enorme macht heeft, lijkt me niet steekhoudend, of beter gezegd, een cirkelredenering. Hij heeft macht omdat ze hem die vrijwillig geven. Trump doet wat hij doet, het zijn de Republikeinen op belangrijke posten die hem zijn gang laten gaan.

 

Duidelijke boodschap

Tijdens het impeachmentproces dat volgde op de poging tot staatsgreep op 6 januari 2021 hadden de Republikeinen een buitengewone gelegenheid om Trump te laten vallen. Een impeachment had hem onverkiesbaar gemaakt. Ze deden het niet. Niet Trumps macht weerhield hen, het was juist hun onwil die hem die macht gaf. Allen maakten zij zich onderdanig aan de tiran. Ze deden alsof dat vanzelf sprak. Boetie waarschuwde al: ‘Hoe meer je toegeeft aan een tiran, hoe sterker en machtiger die wordt.’

Al voor Trump waren er omineuze voortekenen. In landen als Hongarije, Polen en Turkije begon de ondermijning van de democratische rechtsstaat steeds op dezelfde manier: de rechters vervangen. In 2016 was het de establishmentpoliticus senator Mitch McConnell die een zetel in het Supreme Court regelde. Hij herhaalde dat in oktober 2020. Het laat goed zien hoe de dreiging die van Trump uitgaat samenvalt met de dreiging van traditionele politici die gewoon uit zijn op macht voor de groepen die zij bedienen.

In zijn huidige manifestatie heeft Trump niets minder op het oog dat het vernietigen van de Amerikaanse democratie. De scherpe waarnemer Timothy Snyder schreef in On Tyranny: het is een cruciale fout te veronderstellen dat machthebbers die aan de macht kwamen dankzij de instituties diezelfde instituties niet kunnen veranderen of vernietigen – zelfs als dat precies is wat ze hadden aangekondigd dat ze dat zouden doen. Anders dan in 2016 is de boodschap van Trump nu volstrekt duidelijk.

Wat voor baat hebben die Republikeinse politici dan bij het bestendigen van de Big Lie en van Trumps greep op henzelf? Macht is het antwoord. Kortetermijnmacht. De permanente agitatie van de Trump-fanatici zorgt ervoor dat op staatsniveau, waar Republikeinen machtiger zijn dan Democraten, de kieswetten kunnen worden aangepast, zodat het moeilijker wordt te stemmen en kiesdistricten voordelig worden ingedeeld. Republikeinen weten dat ze een minderheidspartij zijn. En waar ze erg goed in zijn is die minderheid te laten winnen. In zijn tijd waarschuwde De Tocqueville voor de terreur van de meerderheid, nu is sprake van een terreur van de minderheid.

 

Klaagcultuur

In The Civic Foundations of Fascism stelt Dylan Riley dat in het interbellum het politieke systeem steeds de schuld kreeg als hervormingen faalden. ‘De politiek’ werd het probleem gemaakt, wat automatisch leidde tot oplossingen, of voorgestelde oplossingen, die de politiek omzeilden. Het gevolg was een herkenbare klaagcultuur met als thema dat er geen interesse was in de ‘echte’ problemen van het land en dat er een parasitaire ‘politieke klasse’ was ontstaan, een ‘elite’ die alleen met zichzelf bezig is. Het verhaal van een kleine krabbelaar als Thierry Baudet komt uit de oude doos.

Trump had een revolutionaire agenda kunnen uitvoeren

In een recente herdruk gaat Riley in op Donald Trump. Hij accepteert grosso modo het idee dat fascisme de positie van de dominante klassen versterkte. Maar dat was het resultaat, voor de weg daarheen focust Riley op de organisatorische dynamiek die fascisme onderscheidt van andere vormen van rechtse autoritaire regimes. En daar wordt het interessant om een antidemocraat als Trump te analyseren.

Riley claimt dat fascistische regimes het best kunnen worden begrepen als autoritaire democratieën. Hij betoogt dat democratie een omstreden begrip van legitimiteit is en niet zomaar een neutrale beschrijving van een bestaande politieke werkelijkheid. Door fascisme per definitie als ondemocratisch te beschrijven worden de massaparticipatie en corporatistische organisatie betekenisloos. Maar die waren cruciaal voor het fascisme. In zijn eerste variant was Trump niet ondemocratisch en met zijn verkiezingsleugens blijft Trump ook na 2020 zoeken naar een democratische legitimatie.

 

Afkeer van de elite

In Riley’s termen: Trump kwam aan de macht op basis van een fragmenterend partijsysteem en een politieke elite die het ongenoegen bij medeburgers onderschatte. De regering-Obama was vastgelopen in haar hervormingen, de Republikeinen waren na de regering-Bush, de Irak-oorlog en de crisis van 2008 evenmin aantrekkelijk. Trump brak uit het partijsysteem. De ironie is dat Trump juist doordat hij geen verplichtingen aan partijen had een revolutionaire agenda had kunnen realiseren. Hij had een uniek mandaat.

Hij deed er niets mee, omdat hij vastzat in zijn eigen afkeer van de weldenkende elite die hem altijd met de nek had aangekeken. Anders dan de fascisten wilde Trump niet de staatsmacht gebruiken, maar de ‘administratieve staat’ juist ontmantelen. Of dat in een tweede termijn ook gegolden zou hebben (of zal gelden), blijft de vraag. Trump had plannen klaarliggen om loyalisten te benoemen in plaats van juridisch beschermde bureaucraten. Hij eindigde met zetbazen aan de top van het Pentagon en de inlichtingendiensten. Een tweede termijn kan niet verrassen.

Een van de vragen aan het begin van dit verhaal was de schade die Trump en de Republikeinen toebrengen aan het Amerikaanse politieke systeem, aan de rechtstaat en de democratie. Het antwoord ligt uiteraard in de toekomst, maar dat een van de twee partijen zich heeft ontpopt als vijand van de democratische rechtstaat zoals we die kennen zet alle waarschuwingssignalen op rood. Het grootste risico is dat deze partij straks verkiezingen wint op zo’n manier dat ook de Democraten sceptisch gaan worden over de waarde van de Amerikaanse democratie. Wantrouwen voedt wantrouwen. Dat kan niet goed aflopen.

Frans Verhagen is Amerika-deskundige.

Reacties

Geef een reactie

Gerelateerde artikelen

Hoe domheid Amerika in haar greep houdt

Overleeft de democratie een tweede keer Trump?

De blauwdruk van Ron DeSantis

Welkom bij Maarten!

Maarten van Rossem is 's lands bekendste historicus en Amerikadeskundige. Hij is een veelgevraagd commentator op radio en tv en heeft een eigen blad: Maarten!. Verwacht diepgravende interviews, scherpe analyses en verrassende opinies.

Maak nu gratis kennis met onze journalistiek. In dit dossier hebben wij de mooiste verhalen uit ruim tien jaar Maarten! gebundeld. Lees bijvoorbeeld waarom Baudet gelijk heeft als hij zegt Fortuyns erfgenaam te zijn, wat Maarten van het Nederlandse onderwijs vindt en hoe Amerika het IS-monster gecreëerd heeft.

Wilt u de beste verhalen uit Maarten! in uw mailbox ontvangen? Meld u dan aan voor onze gratis nieuwsbrief.