Wetenschap in de aanbieding

wetenschapillustratie van Leendert Masselink

Door Laurens Bluekens • Illustratie Leendert Masselink

Een deel van het wantrouwen jegens de wetenschap komt voort uit misconcepties over wat wetenschap eigenlijk is. Het is daarom belangrijk wetenschap aan een groot publiek uit te leggen, inclusief alle haken en ogen. Maarten! vroeg drie wetenschappers hoe dat het best kan worden aangepakt. ‘Ik snap dat een compact verhaal je dwingt om tot de kern te komen, maar het simplificeren kan ook te ver gaan.’ 

Uit Maarten! 2023-1. Bestel losse nummers hier of word abonnee!

Als minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap liet Robbert Dijkgraaf geen moment onbenut om erop te hameren dat wetenschappelijke kennis steeds belangrijker zal worden in de samenleving en dat hij het vertrouwen in de  wetenschap wil vergroten. Geschrokken dat zoveel mensen het coronavaccin niet wilden of erover twijfelden wil hij ‘het gesprek met het grote publiek aangaan en de burger erbij betrekken’, vertelde hij in 2022 in WNL op Zondag aan presentator Rick Nieman. Dijkgraafs grootste troef: het opzetten van een Nationaal Centrum voor Wetenschapscommunicatie, waarvoor de komende tien jaar zo’n 10 miljoen euro beschikbaar is.

Op basis van beschikbaar onderzoek is er op het eerste gezicht weinig aanleiding om aan te nemen dat er iets niet goed zit met het vertrouwen in de wetenschap. Dat nam tijdens de coronapandemie zelfs toe, concludeert het Rathenau Instituut op basis van een steekproef van 1500 respondenten, gewogen om de representativiteit van de Nederlandse bevolking te borgen. ‘Het had ook de andere kant op kunnen slaan, want gebaseerd op wat je in de media ziet ontstaat snel het beeld dat het vertrouwen is gedaald,’ zegt Rathenau-onderzoeker Alexandra Vennekens. ‘Mensen die sceptisch zijn over de wetenschap lijken onevenredig hoorbaar in de media.’

Talkshows

De belangrijkste genoemde reden voor het toegenomen vertrouwen is de snelle ontwikkeling van de coronavaccins. Dat is tegelijkertijd ook de meest genoemde reden bij respondenten die juist minder vertrouwen hebben gekregen. Deze groep, die ruimer vertegenwoordigd is onder lager dan onder hoger opgeleiden, worstelt onder meer met een gebrek aan transparantie in de wetenschap.

Het vertrouwen daalt ook zodra wetenschap verknoopt raakt met de overheid of met bedrijven. ‘Zeker in de begintijd van de pandemie werden wetenschappers naar voren geschoven om eigenlijk het verhaal van beleidsmakers te doen,’ stelt Vennekens. ‘Maar het is heel belangrijk dat de rollen van de wetenschap, de overheid en het bedrijfsleven gescheiden blijven en je transparant bent over hoe beslissingen tot stand zijn gekomen.’

‘Mensen die sceptisch zijn over de wetenschap lijken onevenredig goed hoorbaar in de media’

Ook hebben mensen wier vertrouwen is gedaald moeite met situaties waarin verschillende wetenschappers tegenstrijdige berichten geven. De Amerikaanse immunoloog Anthony Fauci die aangeeft dat mondkapjes belangrijk zijn, terwijl infectioloog en RIVM-baas Jaap van Dissel beweert dat ze niet effectief zouden zijn, bijvoorbeeld. Mede door dat soort contradicties reikte het waanidee dat wetenschap ook maar een mening is tot grote hoogte.

Althans, die indruk ontstaat als je puur afgaat op een deel van de media. Zeker in talkshows wordt voortdurend naar botsende perspectieven gezocht, kruisen experts aan de talkshowtafel regelmatig de degens met personen zonder enige kennis van zaken, en worden alternatieve perspectieven soms op gelijke hoogte gesteld met inzichten uit de wetenschap.

Eigen glazen ingooien

Ook speelt een rol dat sommige wetenschappers hun eigen glazen ingooien door mee te praten over onderwerpen die ver buiten de oevers van hun eigen specialisatie liggen, of door niet transparant te zijn over bijvoorbeeld samenwerkingen met bedrijfsleven of overheid. ‘De wetenschap laat zich vaak niet in mooie, ronde verhaaltjes verpakken, terwijl daar in de media vaak wel om wordt gevraagd,’ vat mediawetenschapper Vincent Crone het samen. Zeker in een crisissituatie zegt Crone het gepaster te vinden om als wetenschapper helder te zijn over je beperkingen. ‘Het ware verhaal is: we hebben net iets minder slechte antwoorden dan hiervoor, er zijn nog een heleboel mitsen en maren, en veel is nog niet zeker.’

Het is niet zozeer cruciaal om het vertrouwen in de wetenschap op te krikken, maar meer om bij een groot publiek voor het voetlicht te brengen wat wetenschap eigenlijk is en hoe die precies werkt. Het mag dan de beste manier van waarheidsvinding zijn die we hebben, de wetenschap kan niet altijd de absolute waarheid bieden. Meer dan om grote doorbraken, panklare antwoorden en oplossingen draait de wetenschap om een voortdurend proces van onderlinge discussie en voortschrijdend inzicht. Nuance, falen en onzekerheid zijn aan de orde van de dag. Als dat niet goed uitgelegd en begrepen wordt, komt de positie van de wetenschap in het publieke debat razendsnel onder druk te staan. Dat ervoer ook viroloog Marion Koopmans. ‘Naarmate de pandemie langer duurde en de sfeer grimmiger werd, namen het ongeduld en onbegrip over de wetenschap toe. Waarom zijn er geen heldere antwoorden, klonk de vraag steeds. Daarom trok een deel van de maatschappij naar personen die beweerden wel antwoorden te kunnen geven. Zo van: die weten tenminste wél hoe het zit.’

Alleen tussenstanden

Omdat stelligheid in de wetenschap zelden echt goed te onderbouwen is, legt Koopmans voortdurend uit wat de wetenschap eigenlijk is: ‘Je hebt een vraag, daar kun je op allerlei manieren onderzoek naar doen en dat levert negen van de tien keer iets op dat weer nieuwe vragen oproept. Het is een voortschrijdend proces waarin je lange tijd alleen tussenstanden kunt geven. Dat betekent ook dat het beeld op basis van nieuwe resultaten soms bijgesteld moet worden.’

Als je ervoor gaat zitten om die boodschap over te brengen, snappen de meeste mensen het wel, zegt Koopmans. Maar in de media is die ruimte er niet altijd. ‘In de meeste kranten zit het wel snor, maar de vraag ‘Mensen die sceptisch zijn over de wetenschap lijken onevenredig goed hoorbaar in de media’ hoe breed die gelezen worden. Bij talkshows hangt het ervan af hoe je daar als deskundige naartoe gaat. Als ik een uitnodiging krijg, wil ik altijd eerst weten wat de talkshow van mij wil weten en welke gasten er nog meer uitgenodigd zijn. Als dat goed zit, dan kun je in talkshows vaak best iets van een zinvolle discussie hebben.’

Koopmans zegt kritischer geworden te zijn in haar mediastrategie. ‘Het gebeurt met enige regelmaat dat ik een uitnodiging weiger omdat me de discussie met de andere genodigden niet zinvol lijkt, of als ik denk dat er andere deskundigen zijn die beter geschikt zijn om over een bepaald onderwerp aan het woord te komen.’

Gelikte verhaaltjes

Volgens mediawetenschapper Crone zouden wetenschappers zo veel mogelijk moeten spreken over de methoden die zijn gebruikt voor een bepaald onderzoek, welke stappen zijn doorlopen en welke keuzes zijn gemaakt. ‘Maar je zult altijd vastzitten aan de wetten van het medium waarin je je verhaal doet. Op televisie moet het kort, liefst een beetje persoonlijk en vooral leuk zijn. Dat leidt soms tot Sesamstraat-niveau en dat komt het begrip van wetenschap niet ten goede.’

Dat geldt ook voor andere pogingen om de wetenschap te populariseren, zoals TedX en de Universiteit van Nederland, vindt Crone. ‘Dat soort formats reduceert de wetenschap tot gelikte verhaaltjes over vragen als “Waarom krijg ik kippenvel als ik naar muziek luister?”. Vaak beklijft er niet meer dan verwondering over hoeveel de expert wel niet weet over het onderwerp, en het versterkt de misvatting dat de wetenschap overal een eenduidig antwoord op heeft. Het wordt in elk geval leuk gebracht, is de gedachte. Dat is jammer genoeg vaak het belangrijkste criterium.’

‘De rollen van de wetenschap, de overheid en het bedrijfsleven moeten gescheiden blijven’

Ook Koopmans vindt dat het streven naar luchtigheid de wetenschap niet altijd recht doet. ‘Ik ben erg voor het populariseren van wetenschap, maar wel met een serieuze ondertoon. Ook in de wetenschap zelf hebben we bijvoorbeeld de overgang naar pitches gehad. Ik heb dan drie minuten om miljoenen euro’s aan financiering voor een onderzoek binnen te halen. Dan denk ik: jongens, kom op. Ik snap dat een compact verhaal je dwingt om tot de kern te komen, maar simplificeren kan ook te ver gaan. Je mag best weleens serieus aandacht aan iets besteden.’ De viroloog noemt het goed voor het voetlicht brengen van de wetenschap ‘heel moeilijk’. Een medium als televisie heeft de handicap dat de band met het publiek eenrichtingsverkeer is. Dan wordt het vooral zenden, vindt Koopmans. Er zijn volgens haar geschiktere podia om begrip voor de wetenschap op te bouwen. ‘Als je echt tegenover een groep mensen zit, kun je meteen zien of iets overkomt of niet. Vandaar dat ik bijvoorbeeld ook naar Lowlands ga om daar onvoorbereid met een volle zaal in gesprek te gaan over de wetenschap.’

Minder cheerleaders

Juist de angst dat niet dialoog, maar zenden centraal komt te staan in het Nationaal Centrum voor Wetenschapscommunicatie was luid en duidelijk te horen bij de aankondiging van Dijkgraafs grote troef in mei. ‘Ach kijk, de minister gaat zwaarder inzetten op het verkondigen van de blijde boodschap en het evangeliseren van al die ongelovige Thomassen die zich nog verzetten door hen met niets minder te confronteren dan onversneden feiten,’ tweette microbioloog en NRC-columnist Rosanne Hertzberger. ‘Mínder cheerleaders en pr-mensen voor de wetenschap svp,’ reageerde Volkskrant-wetenschapsjournalist Maarten Keulemans instemmend. De Jonge Akademie, onderdeel van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen, gaf in een persbericht aan blij te zijn met het plan om een centrum op te zetten, maar benadrukte ‘dat wetenschapscommunicatie geen eenrichtingsverkeer’ is. PVV’er Harm Beertema maakte het het bontst door het centrum neer te zetten als ‘ministerie voor Waarheid’. Een door de overheid ingesteld centraal instituut voor wetenschapscommunicatie zou een no go moeten zijn voor ‘ieder weldenkend mens die de wetenschap een goed gevoel toedraagt’, betoogde hij in de Tweede Kamer.

Kennisdeling

Ten tijde van deze kritiek was er nog vrijwel niets bekend over de verdere invulling van het centrum. Inmiddels is duidelijk dat wiskundige en hoogleraar wetenschapscommunicatie Ionica Smeets en hoofd Positionering bij het Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA Alex Verkade de kwartiermakers zullen zijn. Zij kregen van de minister de vrije opdracht mee om ‘alle energie op het vlak van wetenschapscommunicatie te bundelen’. Het persbericht van september stelt ook dat het centrum zelf niet zal communiceren over wetenschap en ook niet gaat bepalen wat goede wetenschap is. Het lijkt erop dat het centrum de kant op zal gaan van een plek voor kennisdeling over wetenschapscommunicatie, al moeten Smeets en Verkade hun definitieve plannen nog presenteren.

‘In een crisissituatie is het gepaster om als wetenschapper helder te zijn over je beperkingen’

Het bericht dat het centrum zelf niet zal gaan communiceren neemt de twijfels bij mediawetenschapper Crone in elk geval niet weg. Dat ligt ook aan de ongelukkige manier waarop de overheid tot nu toe zelf bericht over het Nationaal Centrum voor wetenschapscommunicatie. ‘In het persbericht van de aankondiging staat dat instituten als het Duitse Wissenschaft im Dialog en het Britse National Center for Public Engagement als inspiratie dienen, maar in Nederland kiezen we voor een benaming met het woord “communicatie” erin. Als ik denk aan een communicatiemedewerker, dan denk ik toch aan iemand die vooral aan het zenden is. Ik ben bang dat het toch weer een centrum gaat worden dat de wetenschap wil populariseren door allerlei mediagenieke  ontdekkingen te delen, en dat is iets heel anders dan een dialoog tussen wetenschappers en niet-wetenschappers op gang helpen.’

Rode lap

Vanuit het oogpunt dat het vertrouwen in de wetenschap daalt zodra die samenwerkt met de overheid of het bedrijfsleven, lijkt het ook geen beste zet dat juist een ministerie het centrum laat opzetten. Zo kan het als een rode lap op een stier werken voor mensen die sceptisch zijn over de wetenschap en de overheid. ‘Bij eentweetjes tussen de overheid en de wetenschap is het goed om extra alert te zijn op welk verhaal wordt verteld,’ vindt Crone. Koopmans voelt dat niet zo, zegt ze. ‘Ik heb vertrouwen in Ionica Smeets; die gaat echt niet zomaar zelf iets bedenken en dat over de wereld uitstrooien.’

De viroloog vindt het verder te vroeg om iets zinnigs te kunnen zeggen over het centrum. Ze zou het toejuichen als het een plek blijkt waar wetenschappers terechtkunnen met vragen over hoe ze hun boodschap naar een groot publiek kunnen brengen. ‘Maar het centrum moet wel voorzichtig zijn met doen alsof het de waarheid in pacht heeft over wat goede wetenschapscommunicatie is. Daarnaast vind ik dat het in elke organisatie waar aan wetenschap wordt gedaan ingebakken moet zijn om de mensen die je opleidt ook te leren hoe je de dialoog kunt aangaan met de maatschappij. Dat kan niet vanuit één instituut.

Een deel van het wantrouwen jegens de wetenschap komt voort uit misconcepties over wat wetenschap eigenlijk is. Het is daarom belangrijk wetenschap aan een groot publiek uit te leggen, inclusief alle haken en ogen. Maarten! vroeg drie wetenschappers hoe dat het best kan worden aangepakt. ‘Ik snap dat een compact verhaal je dwingt om tot de kern te komen, maar het simplificeren kan ook te ver gaan.’ 

Uit Maarten! 2023-1. Bestel losse nummers hier of word abonnee!

Welkom bij Maarten!

Maak eenmalig een gratis account aan en krijg toegang tot al onze artikelen. Lees gratis op onze site en ontvang elke twee weken nieuws, diepgravende artikelen, interviews, evenementen en acties van Maarten! in uw mailbox.

InloggenRegistreren

Reacties

Gerelateerde artikelen

Alleen praten kan wantrouwen in wetenschap wegnemen

Ploeterend door de pandemie

Langer zullen we leven?

Welkom bij Maarten!

Maarten van Rossem is 's lands bekendste historicus en Amerikadeskundige. Hij is een veelgevraagd commentator op radio en tv en heeft een eigen blad: Maarten!. Verwacht diepgravende interviews, scherpe analyses en verrassende opinies.

Maak nu gratis kennis met onze journalistiek. In dit dossier hebben wij de mooiste verhalen uit ruim tien jaar Maarten! gebundeld. Lees bijvoorbeeld waarom Baudet gelijk heeft als hij zegt Fortuyns erfgenaam te zijn, wat Maarten van het Nederlandse onderwijs vindt en hoe Amerika het IS-monster gecreëerd heeft.

Wilt u de beste verhalen uit Maarten! in uw mailbox ontvangen? Meld u dan aan voor onze gratis nieuwsbrief.