Klaas Dijkhoff: ‘Links en rechts moeten samenwerken’

Door Maarten van Rossem en Teun Willemse • Foto’s Sander Heezen
Voormalig VVD-fractievoorzitter Klaas Dijkhoff ziet een nieuwe tweedeling in het politieke landschap: democraten versus antidemocraten. Om die dreiging het hoofd te bieden, moeten linkse en rechtse partijen ongemakkelijke coalities aangaan. ‘Ik ben gewend dat je alleen met de PvdA samenwerkt als het moet. Maar dat is niet meer zo relevant als je ziet wat er op het spel staat.’
Uit Maarten! 2025-1. Bestel losse edities of word abonnee
Oud-winnaar en afscheidnemend jury- lid van De slimste mens zitten weer tegenover elkaar. Dit keer niet in een studio in Hilversum, maar in Klaas Dijkhoffs kantoor in Breda. De VVD’er stond in Den Haag bekend om zijn directe en nuchtere stijl. Net als in zijn tijd als Kamerlid maakt hij graag vergelijkingen tussen de politieke arena en de voetbalwereld. ‘De PVV voelt op dit moment als een tegenstander die de scheidsrechter mee heeft.’
Maarten: Wat waren jouw eerste stappen in de politiek?
Dijkhoff: ‘In Tilburg deed ik aan studentenpolitiek. Niet bij de JOVD, de jongerenafdeling van de VVD, want daar speelde je alleen maar politiek na. Dan ging je in het weekend naar een Van der Valk-hotel om te discussiëren over een motie waar niks mee gebeurde. In de studentenpolitiek ging het, hoe klein ook, over de inhoud. En over het dragen van verantwoordelijkheid voor de gevolgen van je keuzes. Zo maakte ik me ooit hard voor een strengere grens van het bindend studieadvies. Dat heeft mijn broertje twee jaar later genekt, die moest daardoor zijn studie verlaten.
Er zat voor mij ook al vroeg iets competitiefs in de politieke wereld. Als iemand bij een VVD-cursus een flauwe opmerking maakte over Brabanders dacht ik: nu zal ik het ze laten zien ook.’
Was de JOVD te links of studentikoos voor je?
‘Niet te links, wel te studentikoos. En ook te corporaal: het ging te veel over het pak van je vader.’
Het standaardbeeld van wat een VVD’er moet zijn.
‘De ironie is dat de VVD-fractie in mijn tijd in de Tweede Kamer vooral uit middenklassers bestond. Uit mensen wier ouders zich sociaal omhoog hadden gewerkt. Op tv zag ik cabare- tiers verkondigen dat we allemaal decadente bralapen waren. Maar dan keek ik om me heen en dacht: ik zie ze niet.’
Kom je uit een VVD-familie?
‘Nee, mijn opa was een echte SP’er. Die werkte bij Philips in het magazijn. Hij had er moeite mee toen er op mijn zeventiende verjaardag VVD-folders op de mat vielen. Zelf koos ik al heel jong voor de VVD. Tijdens mijn middel bareschooltijd heb ik me als een nerd ingelezen in allerlei ideologieën – als je eenmaal in de politiek zit, merk je dat veel mensen dat gedeelte hebben overgeslagen – en daarbij sprak het liberalisme me het meest aan. Bovendien vond ik Frits Bolkestein prikkelend en verfrissend. Ik werd actief binnen de partij in de periode dat het pleit tussen Rita Verdonk en Mark Rutte beslecht werd.’
Wat je ook van Mark Rutte moge denken: hij is een bekwamere politicus dan Rita Verdonk.
‘Zeker weten. Mijn betrokkenheid bij de VVD hing toen wel af van de kant die de partij op zou gaan. Als Rita partijleider was geworden, had ik niet meteen mijn lidmaatschap opgezegd, maar wel mijn activiteiten opgeschort.’
In 2010 werd je Tweede Kamerlid en vijf jaar later al staatssecretaris van Veiligheid en Justitie.
‘Toen Halbe Zijlstra me vroeg of ik beschikbaar was om dat ambt samen met Ard van der Steur te vervullen, legde ik hem uit waarom ik dat een slecht idee vond. Ik zou Ard staatssecretaris maken en Henk Kamp minister. Maar toen zei Halbe: “Ik vroeg niet om je advies, ik vroeg of je beschikbaar was.” Toen zei ik natuurlijk geen nee. Ze snappen vast wel dat er betere alternatieven zijn, dacht ik. Dus toen de echte vraag kwam, was dat wel even onwerkelijk.
Ik had nooit iets met migratie gedaan. De eerste weken schreven de media: “Wat denkt de VVD wel niet? Het is toch geen stageplek?” Het voelde doodeng. Een beetje alsof je op je achttiende debuteert in de Champions League, dat doe je alleen als je 3-0 voor staat. Maar dat er een asielcrisis aankwam, kon niemand voorspellen.’
Is het werk van een staatssecretaris anders dan de meeste mensen denken?
‘Over sommige delen zou je je verbazen, vooral op het Europese toneel. Steeds als ik op een volgend politiek niveau kwam, had ik het gevoel dat ik wel iets meekreeg van wat er besloten werd, maar dat de echte beslissingen op een andere plek werden genomen. Bij iedere stap hogerop dacht ik: daar is vast de wijsheid. Daar is de rust. Daar gaat het anders. Maar bij de Tweede Kamer bleek dat niet het geval. En bij de ministerraad ook niet.
Het toppunt van dat gevoel ervoer ik in 2015, toen ik in plaats van Mark Rutte bij een Europees crisisoverleg aanwezig was. In een kelderruimte in Brussel kwamen Angela Merkel, António Guterres, Jean-Claude Juncker, Viktor Orbán en allerlei ministers en premiers uit Oost-Europa samen om de vluchtelingencrisis te bezweren. Dan zit je plotseling naast een stug doorrokende Juncker, terwijl Merkel een gepassioneerd verhaal houdt over hoe erg en onmenselijk de situatie is. Maar de andere landen keken haar alleen maar aan: als jij wil dat het stopt, dan moet je nu naar de camera lopen en zeggen: “Wir schaffen das nicht.”
‘Orbán zat de hele bijeenkomst in een Panorama-achtig blaadje te lezen’
Het was ongelofelijk schofterig. Een van de premiers uit Oost-Europa vertelde hoe hij immigranten bij binnenkomst op de trein zette en ze aan de andere kant van zijn land weer de grens over zette. Guterres riep dat je dat niet kon maken, maar daar ging het deze man niet om. Hij wilde een vergoeding hebben voor zijn treinen. En die heeft hij ook gekregen.’
Was dat Orbán?
‘Nee, die zat de hele bijeenkomst in een Panorama-achtig blaadje te lezen. Hij tikte me op een gegeven moment aan en schoof zijn blaadje naar me toe om me een vrouw in bikini te laten zien. “Nice, isn’t it?” Ik dacht alleen maar: waar ben ik beland? Merkel stond daar gewoon voor paal.
Na die bijeenkomst was mijn conclusie: ook op het hoogste toneel is de wijsheid er niet. Er bestaat geen ruimte met gezaghebbende mensen van beter moreel niveau. Dat had voor mij iets bevrijdends: er is geen hoger kaliber dat je moet hebben om dit werk te kunnen doen. Ik had de vaardigheden om mee te draaien. Ik had alleen de positie niet.’
Maar die positie is je wel aangeboden.
‘Het leiderschap van mijn partij wel. Maar ik had al besloten om dat niet te doen toen het nog een ridicuul idee was. Mijn vrouw en ik hadden afgesproken dat ik bepaalde banen niet zou aannemen als het ons gegeven was kinderen te krijgen. Premier was een van die banen. Op het moment dat we dat besloten was het nog een arrogante gedachte, maar het heeft er uiteindelijk voor gezorgd dat ik de keuze nooit heb hoeven maken.’
Had je intern al laten weten dat je gezins- situatie voor een plafond zorgde?
‘Als iemand aan de dinertafel een lacherige uitspraak deed over hoe ver ik nog kon komen, vertelde ik dat mijn ambitie daar niet lag. Maar dat maakte niet uit, want iedereen die de ambitie wel had, zei hetzelfde.’
‘Rutte zei dat ik met mijn gezin in het Catshuis kon gaan wonen’
Was er in Den Haag wel begrip voor je keuze?
‘Een beetje.’
Werd er druk op je uitgeoefend om te heroverwegen?
‘Nee, dat zou ook averechts hebben gewerkt. Dan zou je mijn punt bewijzen dat je geen regie meer hebt over je eigen leven. Maar de partij probeerde het me wel makkelijker te maken. Rutte zei dat ik even boven in het Catshuis moest kijken. Daar kon ik met mijn gezin gaan wonen, zei hij, want in Den Haag waren ook scholen. Dat zou netjes worden geregeld, en ik zou iedere dag met ze kunnen ontbijten, dat soort teksten.’
Rutte was bereid om voor jou opzij te stappen?
‘Ja.’
Achteraf moet je toch wel eens gedacht hebben: nou, minister-president.
‘Op zich wel. Binnen Den Haag is dat natuurlijk het hoogst haalbare. Maar je bent ook een echtgenoot, vader en vriend buiten die silo. Sommige Kamerleden kunnen op dit moment hun kinderen niet naar school brengen zonder beveiliging. Daardoor heb ik nooit echt getwijfeld.’
Dat is ook een ernstige ontsporing.
‘Ik zie het voorlopig niet beter worden. Alle knoppen die tot polarisatie leiden, worden zorgvuldig ingedrukt. Stel je voor dat we er in de Koude Oorlog achter kwamen dat alle Nederlandse kranten en tv-zenders gerund werden door de Sovjets. Dan zouden we ze direct op zwart zetten. Maar als je nu X of TikTok van de mensen af zou nemen, zullen ze moord en brand schreeuwen. Andere landen hoeven ons niet meer te indoctrineren, dat doen we gewoon zelf.
In de Sovjettijd gumden ze mensen uit de geschiedenisboeken, maar in hedendaags Amerika krijg je op social media geen resultaten meer als je de naam Kamala Harris intypt. Je kunt ervoor zorgen dat een geluid, een politicus, een beweging of een mening niet meer bestaat. De vrijheid van meningsuiting wordt als stokpaardje gebruikt om de vrijheid van meningsvorming te beperken.’
Sociale media verbieden is toch niet erg liberaal?
‘Het is een lastige situatie. We zeggen tegen jongeren dat cryptomunten eng zijn omdat de staat hen daarbij niet kan beschermen. Social media? Ook niet doen, want dan gaat je privacy eraan. AI? Nog enger, dat moeten we afremmen. Als ik achttien was zou ik hopelijk niet vallen voor Andrew Tate, maar ik zou het ook niet leuk vinden als mensen me allerlei dingen verboden.’
Hoe moeten gevestigde partijen zich tegen die radicalisering verzetten?
‘Het politieke landschap heeft altijd een bepaalde verdeling. Daar horen gewoontes en comfort bij, zoals onze ideeën over links en rechts. Nu is er een beweging die het politieke landschap herschikt langs een nieuwe, dominantere tweedeling. Het gaat niet meer om socialisme versus liberalisme of markt versus overheid, maar om democratie versus niet-democratie.
De antidemocraten zijn verenigd en hebben een voorwaartse energie. Politici aan de democratische kant van het politieke landschap moeten die nieuwe verdeling erkennen en zich ook herschikken. Daarvoor moeten ze misschien ongemakkelijke samenwerkingen aangaan met partijen die normaal niet hun bondgenoten zijn. Ik vind dat gevoelsmatig ook lastig, want ik ben gewend dat je alleen met de PvdA samenwerkt als het moet. Maar dat is niet meer zo relevant als je ziet wat er op het spel staat.’
‘Er waren echt wel mogelijkheden om het punt van nareizen politiek op te lossen’
Het heeft niet meegeholpen dat de vorige regering over immigratie viel. Moest het kabinet daar nou echt op klappen? ‘
Als je focust op de druppel, is het moeilijk om te zien dat de emmer al behoorlijk vol zat. Of het nu terecht is of niet, bij de VVD heerste al meer dan tien jaar het gevoel dat zij steeds de volwassen partij moest zijn die uiteindelijk inschikte. Nu moest het een keer andersom zijn: andere partijen moesten inzien dat de VVD een probleem had met haar achterban. Het was een relatietest waarbij de VVD er hard inging, want er waren echt wel mogelijkheden om het punt van nareizen politiek op te lossen. Ik heb daar zelf nog over meegedacht, er lag iets dichtbij. Ik ga hier niet de schuld verleggen, maar je merkte toen wel dat het ook bij D66 en ChristenUnie op was. Een voorwaardelijke deal was geen optie meer.’
Dus jij begreep die kabinetscrisis wel?
‘Ik kan hem verklaren, maar ik denk niet dat de crisis nodig was. Ze hadden het probleem over de zomer moeten tillen. Ik heb vaker op een plek gestaan dat ik dacht: nu is het einde verhaal voor het kabinet. Maar dan kwam er toch weer ergens politieke wilskracht naar boven om een gat te dichten, vaak vanuit Rutte. Nu was er een stuk minder ruimte voor de VVD om dat nog een keer te doen.’
Ik vond dat te weinig benadrukt werd dat immigratie een dynamisch proces is.
‘Het recht om weg te gaan uit een onveilig land is langzamerhand verworden tot een recht op permanent verblijf in een land naar keuze. Dat is een onbedoeld effect. Met een illegale oversteek verspeel je je recht op een verblijf in de EU. Maar dat betekent wel dat we een alternatieve veiligheid moeten bieden buiten de EU. Italië heeft al een deal met Albanië. Als we niet proberen om dit op Europees niveau in goede banen te leiden, sluit ik niet uit dat een Italiaanse leider op een gegeven moment gewoon zeemijnen in de Middellandse Zee zal plaatsen.’
Ondanks de harde migratieopstelling van de VVD stapten veel kiezers alsnog over naar de PVV.
‘Ironisch natuurlijk, dat je je rug rechthoudt om een bepaalde groep tevreden te stellen, die dan alsnog wegloopt. Na de kabinetscrisis ontstond er een gevoel − dat ik niet deelde − dat de campagne over migratie moest gaan omdat het kabinet daarover gevallen was. Maar dat is al heel lang niet meer ons thema. Andere partijen gingen dezelfde campagnelogica gebruiken en allemaal over migratie praten. Links en NSC wilden Nederlanders overtuigen dat ze zich zorgen maakten over de verkeerde soort migratie. Zo ging het maandenlang alleen maar over dat ene onderwerp. Dan zijn we daarna met z’n allen verbaasd dat Geert Wilders wint. Nou, dat verbaasde mij niet.’
Hebben pogingen om de PVV de wind uit de zeilen te halen überhaupt zin? Jij deed in 2018 een wetsvoorstel om in probleemwijken harder te straffen. Dat kwam je op kritiek over rechtsstatelijkheid te staan.
‘Als je iets vindt waar Geert Wilders mee in had kunnen stemmen, dan is dat geen reden om het niet meer te vinden. Ik vind het nog steeds een goed plan. Dat voorstel ging er niet om dat je een hardere straf zou krijgen omdat je in een bepaalde wijk woont, maar omdat je in een kwetsbare wijk een misdrijf pleegde. We sturen toch ook extra politie naar dat soort wijken?
Het idee was: als je naar een probleemwijk gaat om daar mensen te ronselen, zou je daar harder voor worden aangepakt. Destijds heb ik dat in het AD te eenzijdig belicht. Maar daarna maakte RTL er iets van dat feitelijk niet klopte en is er een slim frame op gezet van “postcoderacisme” en “PVV- corvee”. Het was politiek prettig om het daarover te hebben in plaats van over het werkelijke plan. Rechtsstatelijk had ik er dus geen probleem mee, maar ik ben wel naar Amsterdam-West gegaan om kwetsbare wijken te bezoeken. Want de inwoners ervoeren pijn door wat er in het nieuws kwam.’
De VVD had toch nooit met de PVV in een kabinet moeten stappen?
‘Ik was content met de lijn van Rutte, maar vind het te makkelijk om achteraf te oordelen. Dilan Yesilgöz heeft de deur voor samenwerking met de PVV opengezet en ik heb me destijds wel afgevraagd wat we dachten daarmee te winnen. Toen zat ik met vragen, niet met instemming.’
Nu zit de VVD in een ongelukkige, improductieve coalitie gevangen. Wat moet de partij doen?
‘Proberen de dingen waar de partij achter staat voor elkaar te krijgen. En intussen klaar zijn voor de volgende campagne, wanneer die ook is. De VVD moet overbrengen waar ze voor staat en wat haar onderscheidend maakt.’
Dat doet ze niet best.
‘Dat moet nu vanuit een andere positie dan ze gewend zijn: niet meer als nummer één. Het grote gemak waarmee ze altijd de laatste uitzending van de talkshow vlak voor de verkiezingen kregen is weg, net als het gesprek met de premier.’
Bovendien staat de VVD nu te boek als de partij die de PVV aan de macht bracht.
‘De kiezers die er zo over denken, zijn waarschijnlijk niet het kernelectoraat van de VVD. De partij moet opnieuw kijken wat de grootste zorg is voor het type kiezer dat de VVD zou overwegen, en hoe ze die zorg het best kan verzachten. Meestal is dat niet de zorg van de vorige verkiezingen. Het is voor de VVD ook een beetje alsof ze tegen een tegenstander spelen die de scheidsrechter mee heeft. Want niet iedere partij wordt aan dezelfde maatstaven gehouden. Partijen als VVD, CDA, D66 en PvdA moeten leveren, terwijl andere partijen vooral zorgen moeten adresseren. Drie van de vier partijen die nu in de coalitie zitten, zijn groot geworden door te roepen wat anderen niet goed hebben gedaan. Die hebben nog nooit in de keuken gestaan, maar alleen over andermans gerecht geklaagd dat er te weinig zout in zat.’
‘Voor partijen waar mensenuit onvrede op stemmen, gelden andere regels’
Tot nu toe hebben Wilders en Faber ook niet geleverd. Vinden mensen het niet erg dat er alleen maar symboolpolitiek wordt gevoerd?
‘Ze wekken de schijn van bezig zijn, maar daarmee voldoet Wilders gewoon aan de verwachtingen. Er is geen jury die zegt dat de PVV straks minder stemmen krijgt omdat Wilders niet levert of dingen zegt die feitelijk onjuist zijn. Hij hoeft niet te leveren, want voor partijen waar mensen uit onvrede op stemmen, gelden andere regels.’
Ben je dan een beetje positief over de komende jaren?
‘Bij de vorige verkiezingen is er een nieuwe lijn getrokken. De partijen die verloren, hebben nu tijd nodig om hun nieuwe positie te bepalen. Als een voetbalelftal aan de winnende hand is maar ineens een rode kaart krijgt, dan kost het ook even tijd om daar overheen te komen. Dat zal in het geval van de VVD niet in een jaar gebeurd zijn. Dus ben ik positief? Ik ben wel hoopvol. Er liggen echt kansen. Maar we zullen moeten accepteren dat het niet meer wordt zoals het was. We moeten ons aanpassen aan de nieuwe werkelijkheid en strijd.’
Klaas Dijkhoff (1981) is voormalig politicus van de VVD. Van 2017 tot 2021 was hij fractievoorzitter van de VVD in de Tweede Kamer. Eerder was hij staatssecretaris van Veiligheid en Justitie (2015-2017) en korte tijd minister van Defensie (2017) in het kabinet-Rutte II. Als staatssecretaris speelde hij een hoofdrol in de verdeling van grote aantallen vluchtelingen over Nederland tijdens de Europese vluchtelingencrisis in 2015. Na zijn vertrek uit de politiek begon hij een consultancy-bedrijf.
Maak nu voordelig kennis met Maarten! en word abonnee of bestel een losse editie. Heeft u Van Rossem altijd al live willen horen spreken? Kom naar zijn collegeavonden.