Rechters onder vuur

Door Bart de Koning
Rechtse politici klagen dat ‘rechters op de stoel van de bestuurder gaan zitten’. Na uitspraken die hun niet bevielen, willen ze het belangenorganisaties daarom moeilijker maken om tegen de staat te procederen. Maar het echte probleem is dat politici hun eigen wetten niet uitvoeren.
Uit Maarten! 2024-4. Bestel losse nummers hier of word abonnee
Onlangs hadden Nederlandse rechters op een cursusdag hun Poolse collega Dorota Zabludowska als spreker uitgenodigd. Ze luisterden ‘ademloos’, zo beschreef Folkert Jensma het later in NRC. Zabludowska verwierf internationale faam omdat zij zich openlijk verzette tegen de aanvallen die de rechts-populistische PiS deed op de onafhankelijke rechtspraak in Polen. Kritische rechters werden vervangen door gezagsgetrouwe, en rechters die Europees recht toepasten werden geschorst. Inmiddels zit de PiS gelukkig in de oppositie, maar nu zijn het de Nederlandse rechters die zich ernstig zorgen moeten maken.
Nederland wordt nu de facto bestuurd door Geert Wilders, een man die routineus beledigingen over ‘laffe rechters’ tweet en er al jaren geleden voor pleitte om rechters niet meer voor het leven te benoemen. En Wilders staat bepaald niet alleen. Binnen de coalitie neemt alleen het Nieuw Sociaal Contract van Pieter Omtzigt het echt op voor de rechtsstaat.
Henk Vermeer, Kamerlid voor BBB, stelde in april dat Nederland maar uit internationale klimaatverdragen moest stappen als beleidsmakers daar last van zouden krijgen.

Jongeren voeren actie voor Urgenda vonnis: de staat blijkt meer te moeten doen om broeikasuitstoot te verminderen.
Hij zette daarmee een oude, rechtse traditie voort. Frits Bolkestein – de man die Geert Wilders ontdekte als politiek talent en in zijn ‘klasje’ de fijne kneepjes van het populisme bijbracht – suggereerde al in 1994 dat Nederland uit asielverdragen moest stappen om vluchtelingen te kunnen weren. Varianten daarop blijven terugkeren.
Zo was er volgens het huidige kabinet ‘noodrecht’ nodig om een vermeende asielcrisis te bestrijden. Het kabinet kondigt in het Hoofdlijnenakkoord aan dat het wil onderzoeken of het belangenorganisaties moeilijker gemaakt kan worden om tegen de Staat te procederen. Dat plan vloeit voort uit een motie van SGP’er Chris Stoffer. Daar zit nog wat oud zeer. De staatkundig gereformeerden weigerden altijd om vrouwen op de kieslijst te zetten. In 2010 stapte Bureau Clara Wichmann naar de rechter om die discriminatie aan te klagen – en kreeg gelijk.
Er bestaat aan de rechterkant van het politieke spectrum al lang het idee dat ‘de rechter op de stoel van de bestuurder gaat zitten’. Een paar voorbeelden keren daarbij telkens terug. In 2015 stapte duurzaamheidsorganisatie Urgenda naar de rechter om te eisen dat de Staat meer moet doen om de uitstoot van broeikasgassen te beperken. In 2019 oordeelde de Hoge Raad dat de overheid er inderdaad voor moet zorgen dat er een kwart minder uitstoot komt.
Nederland schendt internationale verdragen en afspraken
In 2022 vonniste de Raad van State dat het stikstofbeleid niet voldoet aan Europees natuurbeschermingsrecht. Dat had grote gevolgen voor bouwplannen. En de rechtbank Rotterdam oordeelde in 2022 dat Nederland 12 vrouwen en 29 kinderen moest terughalen uit Syrië. Dilan Yesilgöz, toen minister van Justitie, had ze het liefst in Syrië willen laten berechten, maar volgens de rechter moest dat in Nederland gebeuren.
En er komen nog nieuwe uitspraken aan. Elf milieuorganisaties hebben de Staat aansprakelijk gesteld voor de schade door Pfas. Varkens in Nood is een procedure begonnen om het illegaal amputeren van varkensstaarten aan te pakken. Greenpeace is een nieuwe procedure gestart wegens tekortschietend stikstofbeleid. En in maart 2025 moet de overheid de geldende regelgeving voor overlast door Schiphol daadwerkelijk gaan handhaven, zo oordeelde de rechtbank Den Haag in maart. Kortom, grote kans dat er nog een hoop boze tweets van Wilders over ‘linkse’ rechters gaan komen.
Verontwaardiging
Over de ‘rechters die op de stoel van de bestuurder gaan zitten’ bestaan nogal wat misverstanden. Ten eerste valt op dat de verontwaardiging altijd selectief is. Het laatste partijcongres van de VVD nam met grote meerderheid een motie aan die vroeg om onderzoek naar de subsidie van activistische instellingen die naar de rechter stappen. Dat is populistische retoriek: Urgenda en andere organisaties gebruiken geen overheidsgeld voor hun procedures tegen de overheid. De schijnheiligheid ligt er duimendik bovenop: als zwaar gesubsidieerde boeren of luchtvaartbedrijven naar de rechter gaan is dat nooit een probleem.
In juni bepaalde de Hoge Raad dat de belastingheffing over box 3 onrechtmatig was. Belastingbetalers hadden jarenlang ten onrechte te veel belasting betaald op basis van fictief rendement in plaats van een lager werkelijk rendement. Daarmee ging de hoogste rechter nadrukkelijk op de stoel van het kabinet zitten. De politiek moet op zoek naar miljarden om de tegenvaller op te vangen en er moet nieuwe wetgeving komen.

Demonstratie voor het terughalen van IS-vrouwen. Amsterdam, 13 november 2021.
Dat is een principiële kwestie: een rechter die de politiek dwingt om betere wetten te maken gaat daarmee dus óók op de stoel van de wetgever zitten. Maar er was geen protest uit de rechtse hoek: hier kregen vermogende kiezers een zak geld terug van de rechter en het kabinet ging braaf op zoek naar een oplossing.
Zolang de rechter vonnist in het voordeel van de overheid is er sowieso nooit een probleem. Jarenlang waren slachtoffers van de Toeslagenaffaire kansloos bij de rechter. Als er al rechters oordeelden in het voordeel van de burger, dan sneuvelden die uitspraken genadeloos bij de Raad van State. Die legde de wet heel strikt en formeel uit, zonder ruimte voor de menselijke maat.
De Raad van State beloofde beterschap, maar blijft in de praktijk onvermurwbaar. De Amsterdamse rechter Ronny van de Water nam het in augustus op voor een van de gedupeerde ouders. Die hebben vaak grote schulden gemaakt om alle boetes te betalen. De overheid kan die schulden overnemen, maar daar zijn zoveel bureaucratische eisen aan verbonden dat de gedupeerden nog dieper in de problemen komen. De rechter kon gezien de nog steeds keiharde opstelling van de Raad van State niets doen voor het slachtoffer: hij ging dus niet op de stoel van de bestuurder zitten.
Maar hij haalde in zijn vonnis wel hard uit: ‘De mogelijkheden voor erkende gedupeerden om gecompenseerd en/of geholpen te worden zijn een wirwar geworden van zeer langdurige procedures.’ Met een klinkende waarschuwing: ‘Laat het niet zo ver komen dat er over een paar jaar een tweede parlementaire enquête is over dit onderwerp, met wederom vernietigende conclusies.’
Geitenpaadjes
We raken hier aan een fundamenteler probleem dan de selectieve verontwaardiging over rechters. Die ontstaat altijd pas op het moment dat het bestuur en volksvertegenwoordiging falen, waardoor maatschappelijke problemen op het bordje van de rechter komen te liggen. De Raad voor de Leefomgeving stelde in juni in een rapport dat niet de klimaatorganisaties en rechters het probleem zijn, maar de overheid die zich niet aan haar eigen regels houdt.
‘Het respect voor de rechtsregels is minder geworden,’ lichtte Niels Koeman van de raad toe. ‘Als het kabinet of de Tweede Kamer naar een oplossing zoekt, is de primaire vraag te vaak: wat is politiek aantrekkelijk en haalbaar? (…) Er zijn vaak politieke motieven om geitenpaadjes te zoeken om bepaalde wetten en regels maar even onder het kleed te vegen.’ Bij de stikstofcrisis was de politiek vooral bezig met de economie en negeerde de natuur. ‘Dan moet je niet gek kijken als een rechter zegt: u heeft niet aan de natuurbeschermingsregels voldaan.’ De rechter kan niets anders doen dan de wet toepassen.
‘De zigzagkoers van het kabinet drijft lokale bestuurders tot wanhoop’
Gemeentes en vuilverwerkers dagen de Staat voor de rechter, omdat ontploffende lachgascilinders schade aan vuilverbrandingsorganisaties veroorzaken. Dat is een direct gevolg van het nogal dommige besluit om lachgas te verbieden. Gebruikers krijgen geen statiegeld meer voor lege cilinders en mikken ze bij het huisvuil. Hier vragen bestuurders dus expliciet aan de rechter: ga op de stoel van die andere bestuurder zitten. Wat de rechter ook beslist, zij (de meeste rechters zijn vrouw) stelt minimaal één bestuurder teleur.
De onderliggende oorzaak is slecht beleid en bestuurders die dat niet kunnen of willen verbeteren. De zigzagkoers van het kabinet drijft lokale bestuurders in gemeentes en provincies daarbij tot wanhoop. Er mocht de afgelopen jaren wel/niet/wel 130 kilometer per uur gereden worden. Moeizaam bevochten regels rond de spreiding van asielzoekers of de aanpak van stikstof gaan in één keer de prullenbak in. De (rijks)overheid is een onbetrouwbare en onvoorspelbare partij geworden.
Tegengeluiden
Het fundamentele probleem is dat twee van de drie machten in de trias politica – de wetgevende macht, de uitvoerende macht en de rechterlijke macht – al heel lang niet meer naar behoren functioneren. In een rechtsstaat moeten politici en ambtenaren zich aan wetten en verdragen houden – en dat gebeurt in Nederland vaak niet. Ons land schendt allerlei internationale verdragen en afspraken over de CO2-uitstoot, stikstof en asielzoekers. De rechter kan dan niet anders dan die regels wél toepassen.
De wetgevende macht (het parlement) oefent al decennia onvoldoende controle uit op de macht. Nederlandse kabinetten hebben altijd een Kamermeerderheid, dus de oppositie komt er nauwelijks tussen. Regeerakkoorden zijn dichtgetimmerd en de Kamerleden van de regerende partijen stemmen altijd mee met het kabinet. De fractiediscipline bij regeringspartijen is al heel lang Noord-Koreaans: er zijn vrijwel geen afwijkende geluiden.

Geert Wilders heeft het niet zo op wat hij ‘linkse rechters’ noemt. Op de foto Wilders ‘Minder Marokkanen’-proces, 29 juni 2020.
In feite is het beeld nog somberder: bestuurders zijn steeds minder bereid om te luisteren naar tegenspraak, ook niet van hun eigen ambtenaren. Toen het kabinet probeerde om noodrecht in te voeren om de zogenaamde ‘asielcrisis’ aan te pakken, schermde minister Marjolein Faber van Asiel en Migratie met advies van ‘topjuristen’.
Pas na zware druk gaf het kabinet de ambtelijke adviezen vrij. Voor zover die niet zwartgelakt waren, was de boodschap duidelijk: er is geen asielcrisis en er is geen enkele juridische grond om buiten het parlement om met noodwetgeving te komen. Dat wilde de regering niet met de volksvertegenwoordiging delen en dus niet met het volk.
Populistisch-rechtse politici luisteren liever niet naar tegengeluiden. VVD-Kamerlid Pieter Duisenberg verzocht al in 2017 om een onderzoek naar ‘linkse wetenschappers’, met steun van PVV, CDA en SGP. Claudia van Zanten – ex-VVD, nu Kamerlid voor BBB – vroeg in oktober om een onderzoek naar ‘linkse journalistiek’ bij de publieke omroep. Het zijn echo’s van de keiharde rechts-populistische aanvallen op wetenschappers en journalisten in Hongarije en Polen.
Politici kunnen advies en commentaar van officiële adviesorganen – zoals de Raad van State, de Sociaal-Economische Raad en het Centraal Planbureau – en van wetenschappers en journalisten negeren. Een vonnis van een rechter niet. Vandaar de permanente kruistocht tegen de rechters. Het belangrijkste populistische argument daarbij is dat de rechter niet gekozen is en de politicus wel. Het gaat ervan uit dat democratie heel simpel de wil van het volk is op dit moment. En ‘het volk’ is de achterban van de populist.
Electoraal speeltje
John Reid, kantonrechter in Alkmaar, bekend als de Rijdende Rechter, had daar in 2019 tijdens zijn ‘Preek van de leek’ in een Bussumse kerk een paar scherpe observaties over: ‘Het idee is – kort gezegd – dat wanneer de regering iets wil, de rechter er daarna van af moet blijven. Wat politici, denk ik, zo steekt, is dat ze door dat vreselijke slijk van verkiezingen moeten baggeren, met stickers op de markt staan, uitgescholden worden op inspraakavonden, om vervolgens hun door nachtelijk vergaderen met compromissen verkregen regels door een rechter te zien worden afgeschoten. Die daarover, fluitend in haar ivoren toren, aan niemand verantwoording aflegt.’
Het is een misverstand dat rechters moeten doen ‘wat het volk wil’, zo stelt Reid: ‘Het is bij uitstek de taak van de volksvertegenwoordiging om de wil van het volk tot uiting te brengen. Het zou in mijn ogen nog nogal dubbelop zijn als de rechters dat ook nog eens moesten doen. Laat rechters er dan zijn om de zwakke burger te beschermen tegen de machtige. Om de grondrechten van inwoners te waarborgen. Dat principe doordesemt ons hele wetboek. Voor mij zijn rechters er vooral om recht te doen.’
‘De situatie in Nederland is nog zwakker dan in Polen en Hongarije’
Nederlandse rechters zijn niet voor niets onafhankelijk en voor het leven benoemd: dat geeft hun het perspectief en de positie om het recht te respecteren, in plaats van het als een electoraal speeltje te gebruiken. De rechter is niet gekozen maar wel democratisch gelegitimeerd en moet zich altijd houden aan wetten en verdragen die democratisch tot stand zijn gekomen.
Wie daarover klaagt, moet wel beseffen wat de alternatieven zijn: in Hongarije (en tot voor kort Polen) bemoeit de regeringspartij zich intensief met de benoeming van rechters, kritische geesten krijgen ontslag. De Verenigde Staten hebben er bewust een politiek proces van gemaakt, waarbij Democraten en Republikeinen over iedere benoeming in het Hooggerechtshof keiharde gevechten voeren.
‘Op dit moment wil alleen Wilders in Nederland van de levenslang benoemde rechter af. Maar als de PVV in wil grijpen in de rechterlijke macht, zou dat makkelijk kunnen. Een kwaadwillende minister heeft alle knoppen al klaar om aan te draaien,’ waarschuwde hoogleraar rechtspleging Jonathan Soeharno eind oktober in NRC.
De onafhankelijkheid van de rechtspraak ten opzichte van de politiek is ‘boterzacht’. De minister van Justitie kan vergaande invloed op financiën en benoemingen uitoefenen. ‘De situatie in Nederland is nog zwakker dan in Polen en Hongarije voor het misging.’ Die onafhankelijkheid moet beter beschermd worden.
Een optimist zou kunnen tegenwerpen dat het kabinet-Schoof de oprichting van een Constitutioneel Hof onderzoekt. Nederland is een van de weinige landen waar rechters wetten niet mogen toetsen aan de Grondwet. Pieter Omtzigt pleit al langer voor een apart Hof dat die bevoegdheid wel heeft. Dat is op het eerste gezicht goed nieuws. In de praktijk is het toetsingsverbod niet zo’n groot probleem, omdat Nederlandse rechters altijd mogen toetsen aan internationale verdragen, waarin grondrechten ook gewaarborgd zijn. De geruchtmakende uitspraken over Urgenda, stikstof of gezinshereniging voor vluchtelingen zijn gebaseerd op internationaal recht.

Demonstratie tegen het intimideren van rechters in Polen. Krakau, 21 april 2021.
Rechtse politici hebben dat messcherp in de gaten. Er is een lange reeks VVD’ers die geroepen hebben dat rechters niet meer aan internationale verdragen mogen toetsen. Frits Bolkestein was in 1994 de eerste, toen hij suggereerde om uit internationale verdragen te stappen om zo vluchtelingen te kunnen weren. Jan Rijpstra herhaalde het in 1998, Arthur van Schijndel in 2006 en Henk Kamp in 2007. De nieuwste stem in het rechtse koor is de eerdergenoemde Henk Vermeer van BBB, die vindt dat we uit internationale klimaatverdragen moeten stappen.
Dat permanent zagen aan de wortels van de internationale rechtsorde is een grotere bedreiging voor onze rechtsstaat dan het ontbreken van toetsing aan de Grondwet. Sterker nog: een constitutioneel hof – als het er al komt zou wel eens een verslechtering kunnen betekenen.
Als het hof volgestopt wordt met gezagsgetrouwe juristen, zoals de Raad van State, dan heeft de politiek er niet zoveel last van. Zeker als het kabinet bij de benodigde grondwetswijziging meteen artikel 94 gaat inperken, het artikel dat toetsing aan internationaal recht regelt.
De VVD heeft dat in 2012 al eens voorgesteld en lichtte dat toen als volgt toe: ‘De strekking is niet om de nationale wetgeving boven het internationale recht te stellen, maar alleen om het oordeel van de volksvertegenwoordiging te onttrekken aan rechterlijke toetsing.’ De oud-president van de Hoge Raad Geert Corstens schreef daarover: ‘Dit klinkt mij in de oren als Lance Armstrong die zegt dat we de dopingcontrole voortaan wel aan hem kunnen overlaten.’
Rechtse politici klagen dat 'rechters op de stoel van de bestuurder gaan zitten'. Na uitspraken die hun niet bevielen, willen ze het belangenorganisaties daarom moeilijker maken om tegen de staat te procederen. Maar het echte probleem is dat politici hun eigen wetten niet uitvoeren.
Uit Maarten! 2024-4. Bestel losse nummers hier of word abonnee
Welkom bij Maarten!
Maak eenmalig een gratis account aan en krijg toegang tot al onze artikelen. Lees gratis op onze site en ontvang elke twee weken nieuws, diepgravende artikelen, interviews, evenementen en acties van Maarten! in uw mailbox.
InloggenRegistreren