Spionnen: overschat, maar onmisbaar

Door Bart de Koning • Illustraties Pinkt

Westerse inlichtingendiensten verwachtten dat Kabul nog wel even zou standhouden. En ze voorspelden juist een snelle ineenstorting van Oekraïne na een Russische aanval. Beide keren hadden ze het grondig mis. Hoe gaan deze spionnen te werk en hoe betrouwbaar is hun aanpak?

Uit Maarten! 2022-3. Bestel losse nummers hier

Zou Volodimir Zelenski uit hetzelfde hout gesneden zijn als Winston Churchill of is hij meer het type Ashraf Ghani, de Afghaanse president die vorig jaar augustus onverwacht Kabul ontvluchtte? Dat was de vraag waar Amerikaanse inlichtingenofficieren zich in februari 2022 over bogen. Van het antwoord hing veel af. Westerse inlichtingendiensten hadden jarenlang voorspeld dat Oekraïne kansloos zou zijn bij een Russische aanval. De Russen hadden zo’n overmacht aan manschappen en materieel en zo’n superieur getraind leger dat ze binnen een paar dagen de hoofdstad Kiev in handen zouden hebben. Als Zelenski er, net als Ghani, vandoor zou gaan, zou het Oekraïense verzet mogelijk meteen instorten. Dat was ook gebeurd in Kabul, dat veel sneller voor de Taliban viel dan westerse inlichtingendiensten hadden voorspeld. Als Zelenski zou blijven, zouden de Oekraïners nog stand kunnen houden.

Kort nadat de Russen het land waren binnengevallen boden de Amerikanen aan Zelenski in veiligheid te brengen. Daarop gaf hij het historische antwoord: ‘I need ammunition, not a ride.’ Amerikaanse politici en media hebben de afgelopen maanden zware kritiek geuit op hun inlichtingendiensten en er lopen inmiddels officiële onderzoeken. Omdat Washington ervan uitging dat Oekraïne toch snel zou verliezen, vond de Amerikaanse regering het ook niet nodig om wapens te leveren. Oekraïense politici en militairen hebben daar de afgelopen maanden bitter over geklaagd. Als ze eerder meer geschut, munitie en raketten hadden gekregen, hadden ze de Russen op veel meer plaatsen kunnen tegenhouden.

Ook over Afghanistan is het laatste woord nog niet gezegd. Het chaotische en vernederende vertrek van de westerse militairen en diplomaten deed sterk denken aan de val van Saigon in 1975. De beelden van wanhopige Vietnamezen die, hangend aan helikopters, probeerden te ontsnappen vanaf het dak van de Amerikaanse ambassade vormen nog steeds een nationaal trauma. Hoe is het mogelijk dat de Amerikanen in Afghanistan precies weer zo’n afgang beleefden?

Afghanistan en Oekraïne laten zien hoe ontzettend belangrijk het oordeel en het advies van inlichtingendiensten is. Hun werkterrein is breed. Wie er oog voor heeft komt hun werk bijna dagelijks tegen. ‘Hoofden CIA en MI6 waarschuwen voor China.’ ‘Extremist die gaycafé in Oslo aanviel, stond op de radar.’ ‘FBI waarschuwde voor activiteiten Taghi in de Extra Beveiligde Inrichting.’ ‘NCTV achtte extra beveiliging voor minister Van der Wal niet nodig.’ ‘Sommige Kamerleden na waarschuwing niet naar boerenprotest.’ ‘NCTV nam zekere voor het onzekere bij advies politici.’

 

Publiek geheim

Spioneren en proberen te voorspellen wat de vijand gaat doen is natuurlijk zo oud als de wereld. Maar in de wereld van de intelligence zijn de laatste jaren wel veel zaken fundamenteel veranderd. Vroeger was het voor inlichtingendiensten heel arbeidsintensief om mensen te volgen en af te luisteren. Door de komst van internet en big data is het mogelijk geworden om iedereen in de gaten te houden. Dat is algemeen bekend, dus inlichtingendiensten houden niet meer zoals vroeger al hun onderzoekstechnieken angstvallig geheim. Zo maakte de MIVD in 2018 met veel bombarie bekend dat ze Russische hackers hadden betrapt. Dat zou ondenkbaar zijn geweest tijdens de Koude Oorlog, net zoals de persconferentie die de hoofden van de CIA en MI6 onlangs gaven om te waarschuwen tegen China. Ook de hulp die westerse inlichtingendiensten aan het Oekraïense leger bieden om Russische generaals uit te schakelen door hun mobiele telefoon uit te peilen is een publiek geheim.

Dankzij internet en big data is iedereen te volgen

Tegelijkertijd nemen andere organisaties technieken uit de wereld van intelligence over. De manier waarop onderzoekscollectief Bellingcat in kaart brengt wie de moordenaars van Russische dissidenten zijn of hoe MH17 werd neergeschoten doet niet onder voor het werk van inlichtingendiensten. Daags voor de bestorming van het Amerikaanse Capitool publiceerde Bellingcat een indrukwekkende hoeveelheid open-source informatie van fans van Donald Trump, die op sociale media uitvoerig hadden aangekondigd dat ze geweld zouden gaan gebruiken. Daarnaast gaan overheden meer werken als inlichtingdiensten. Gemeentes proberen bijvoorbeeld radicaliserende jongeren in kaart te brengen.

Ook binnen de politie wordt intelligence belangrijker. Bijvoorbeeld bij het voorspellen of demonstraties gewelddadig worden en of bepaalde personen gevaar lopen. Dat gaat soms ernstig mis, zoals de moorden op Peter R. de Vries en Derk Wiersum hebben laten zien. Er is dus een enorme behoefte aan analyses en voorspellingen over dreigingen op talloze gebieden. Tegelijk is het ongelooflijk moeilijk zulke analyses te maken: er zijn talloze onzekere factoren en het publiek, journalisten en politici begrijpen vaak niet goed hoe intelligence werkt – en wat je er wél en niet mee kunt. Wie denkt dat inlichtingendiensten exacte voorspellingen kunnen doen overschat hun vaardigheden, zo schrijft David Omand in How Spies ­Think: Ten Lessons in Intelligence. Hij heeft een lange carrière achter de rug in de inlichtingenwereld – zo stond hij onder meer aan het hoofd van de Britse afluisterdienst GCHQ. In zijn boek legt hij uit hoe spionnen denken en wat we daarvan kunnen leren.

 

Voorspellingen

In films gaat het meestal om het verzamelen van informatie: heldhaftige spionnen die hun leven wagen om kluizen te kraken of die informanten in duistere parkeergarages spreken. Ook in nieuwsberichten gaat het meestal over die kant van het werk, bijvoorbeeld na onthullingen over de enorme hoeveelheden internetdata die inlichtingendiensten verzamelen. Maar informatie verzamelen is pas het begin van intelligence; daarna moeten analisten de informatie beoordelen en op basis daarvan voorspellingen doen. Hun werk is minstens zo belangrijk als dat van de spionnen en zo mogelijk nog moeilijker. Vervolgens moeten inlichtingendiensten hun conclusies ook nog eens zien te verkopen aan hun bazen: de politici die uiteindelijk de besluiten moeten nemen.

In al die stadia kan het misgaan. In afwachting van de officiële onderzoeken is er de afgelopen maanden al veel naar buiten gekomen over de missers in Oekraïne en Afghanistan. In achtergrondgesprekken met journalisten hebben medewerkers van inlichtingendiensten al duidelijk gemaakt dat het genuanceerder ligt dan ‘blunderende spionnen’. Zo blijkt het Bureau of Intelligence and Research van het State Department de Oekraïense veerkracht van tevoren wél goed ingeschat te hebben. Dit Bureau van Buitenlandse Zaken is – vergeleken met reuzen als de DIA, CIA, FBI en NSA – vrij klein, maar heeft een uitstekende reputatie. De analisten van Buitenlandse Zaken keken vooral naar opinieonderzoeken, en concludeerden daaruit dat de Oekraïners een enorme afkeer hadden van de Russen en bereid waren te vechten. De andere inlichtingendiensten hadden vooral gekeken naar de militaire krachtverhoudingen, waarbij de Russen er op papier uiteraard veel sterker voor stonden. Dezelfde inlichtingendienst van het State Department geloofde in 2002 ook niet dat Irak massavernietigingswapens had. Andere, grote Amerikaanse inlichtingendiensten dachten dat wel – wat leidde tot de catastrofale Amerikaanse inval.

Informatie zelf is niet zaligmakend; het gaat erom wat je daarmee doet. Zo waarschuwde een Nederlandse militair analist al in 2013 dat het regime na het vertrek van westerse troepen uit Kunduz daar niet zelf de veiligheid zou kunnen garanderen. NRC onthulde vorig jaar dat zijn commandant die conclusie geschrapt had en dat de waarschuwing Den Haag nooit bereikt had. Dat scenario – waarbij het Afghaanse leger na het vertrek van westerse troepen in elkaar zou zakken – kwam vorig jaar wél uit, toen de taliban sneller dan verwacht Kabul innamen.

Nederland werd daar, net als andere westerse landen, door verrast, maar dat betekent niet dat de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD) had zitten slapen. Ze voorspelden al ruim daarvoor dat de taliban ‘op termijn het land zouden overnemen’, zo blijkt uit een feitenrelaas dat het kabinet naar de Kamer stuurde. De inlichtingendienst had meerdere malen geschreven over ‘het onverwachte tempo waarmee de taliban doorstoten en het gemak waarmee de Afghaanse regeringstroepen de wapens neerleggen’.

Het probleem was dat politici niet uit de voeten konden met de analyses van de MIVD. Tegenover NRC sprak een van hen denigrerend over ‘het-kan-vriezen-het-kan-dooien-stukken’. Ze konden geen wijs uit de verschillende scenario’s die de analisten schetsten en de inschattingen die ze daarbij maakten, zoals ‘mogelijk’ of ‘waarschijnlijk’. Politici willen graag een eenduidige voorspelling met dito advies: dit gaat er gebeuren en dat moet ik doen. Maar zo werkt intelligence niet. Het is onmogelijk de toekomst exact te voorspellen.

 

Tunnelvisie voorkomen

Als inlichtingendiensten falen, zit de fout meestal in de analyse en niet in de verzamelde informatie, zo schrijft de legendarische CIA-analist Richards Heuer in zijn standaardwerk Psychology of Intelligence Analysis. Heuer begon zich in de jaren zeventig te verdiepen in psychologie om te begrijpen welke denkfouten analisten maken en hoe ze die kunnen vermijden. Hij was zijn tijd ver vooruit en citeerde al werk van Daniel Kahneman uit 1974 lang voordat de Israëlische psycholoog de Nobelprijs zou winnen en wereldberoemd zou worden met Ons feilbare denken.

Heuer stelt dat onze hersenen niet geschikt zijn om complexe problemen rationeel te beoordelen. We hebben vooroordelen, filteren (on)bewust informatie weg die we niet willen horen en zijn gevoelig voor modes en groepsdruk. Een klassieke fout bij het beoordelen van dictators is bijvoorbeeld denken vanuit het perspectief van de redelijke, westerse democraat: ‘Hij zal geen oorlog beginnen. Dat is irrationeel.’ Maar met zo’n manier van denken vergis je je bij sterke mannen zoals Saddam Hoessein, Muammar Gaddafi , Slobodan Milošević en Vladimir Poetin.

Je kunt je niet ontdoen van je eigen denkfouten en vooroordelen, maar je kunt je er wel tegen wapenen. Heuer bedacht daarvoor zijn Analysis of Competing Hypotheses (ACH), dus een Analyse van Concurrerende Hypotheses. Veel inlichtingdiensten (waaronder de Nederlandse) hebben de methode overgenomen. Om tunnelvisie en blinde vlekken te voorkomen moeten analisten een aantal hypotheses of scenario’s formuleren. In het geval van Afghanistan was ‘Saigon’ zo’n scenario, dus een snelle ineenstorting van het regime. Andere scenario’s kunnen bijvoorbeeld ‘taai verzet van het regime’ zijn of ‘tegenzin van de taliban om een grote stad als Kabul aan te vallen’. Vervolgens moeten ze al die mogelijke scenario’s rigoureus toetsen aan het beschikbare bewijs, bijvoorbeeld gegevens over aantallen strijders en wapens, troepenverplaatsingen of publieke uitlatingen van de taliban. Daarna krijgen de scenario’s een mate van waarschijnlijkheid toegekend. Dit is waar de anonieme politicus in NRC over klaagde toen hij over ‘het-kan-vriezen-het-kan-dooien-rapporten’ sprak. Maar de diensten doen geen voorspelling, ze maken een inschatting van wat er allemaal kan gebeuren. Om tunnelvisie te voorkomen beschrijven analisten ook een alternatief scenario, dus als er onverwachts iets heel anders gebeurt.

Analisten die dreigingsanalyses maken werken ook met het zogenoemde ICA-model: Intentions, Capabilities and Actions. Dus: wat wil de tegenstander, wat kan de tegenstander en wat doet de tegenstander. Die laatste twee zijn – zeker met de huidige spionagesatellieten – relatief makkelijk vast te stellen: tanks, vliegtuigen en raketten laten zich lastig verbergen, zeker als de tegenpartij ze richting het front brengt. Maar wat de ander daarmee wil is veel lastiger te doorgronden – tenzij een dienst een informant heeft op het hoogste niveau of de communicatie heeft gekraakt. Maar dergelijke direct bruikbare intelligence van het allerhoogste niveau is zeldzaam.

De Russen zijn meesters in misleiding

Meestal moeten inlichtingendiensten het doen met informatie uit de tweede of derde hand (afkomstig van lagere officieren bijvoorbeeld), de interpretatie van mediaberichten en propaganda, en psychologische duiding van machthebbers. De Russen zijn meesters in misleiding – maskirovka in het Russisch. In 1968 begon onder de hervormingsgezinde Tsjecho-Slowaakse premier Alexander Dubček de roemruchte Praagse Lente. De Russen trokken, onder het mom van oefeningen, op grote schaal troepen van het Warschaupact samen langs de grenzen. Russische agenten met een valse identiteit voerden provocaties en sabotageacties uit. Dat was dan weer een excuus voor de Russen om ingrijpen te eisen. Westerse inlichtingendiensten maakten de correcte analyse dat de troepen langs de grens bedoeld waren om Dubček onder druk te zetten. Ze dachten niet dat de Russen ook echt binnen zouden vallen, zoals ze dat in 1956 in Hongarije wel hadden gedaan.

 

Taiwan

De oude Britse spymaster David Omand beschrijft deze geschiedenis in How Spies ­Think en wijst erop dat Poetin exact dezelfde technieken heeft gebruikt tegen Oekraïne: op grote schaal desinformatie en propaganda gebruiken en Russen onder dekmantel laten infiltreren en stoken – in Oekraïne noemden de media de Russische commando’s little green men. Omand publiceerde zijn boek voor de aanval op Oekraïne, maar wie het hoofdstuk over de Praagse Lente nu leest beseft dat Poetin dat draaiboek weer gevolgd heeft: onder het mom van een legeroefening een grote legermacht langs de grenzen samentrekken – en dan plotseling echt binnenvallen. Ook hier werkte de maskirovka heel lang uitstekend, hoewel Amerikaanse en Britse inlichtingdiensten al wel een aantal dagen voordat de Russen daadwerkelijk binnenvielen begonnen te waarschuwen voor een Russische aanval. Dat was de ‘A’ van Actions uit de ICA-analyse: op een gegeven moment werden de waargenomen troepenverplaatsingen zo evident offensief dat de Intentions van Poetin duidelijk niet langer als vreedzaam beoordeeld konden worden.

Van Poetin weten we inmiddels wat hij wil: het oude Sovjetimperium met geweld heroveren. De grote vraag is wat de Chinese sterke man Xi Jinping gaat doen. Ook hij wil het Chinese imperium handhaven en uitbreiden. De Oeigoeren, Tibetanen en inwoners van Hongkong hebben dat al aan den lijve ondervonden. Landen als Vietnam, Zuid-Korea, Japan en Taiwan ondervinden toenemende agressie van de Chinese vloot en luchtmacht. Vooral rond Taiwan is het spannend. Toen Nancy Pelosi aankondigde dat ze Taiwan ging bezoeken, dreigde Beijing direct met ‘ongekende maatregelen’. Insiders in Washington vertelden on the record dat ze er rekening mee hielden dat de Chinese luchtmacht Pelosi’s vliegtuig zou onderscheppen.

Een Chinese invasie van Taiwan vergt tien keer zoveel militairen als D-Day

De grote vraag waar militair analisten zich nu over buigen is of China Taiwan echt gaat binnenvallen. Die kwestie heeft sinds de Russische inval in Oekraïne nieuwe urgentie gekregen. China heeft de afgelopen decennia geweldig geïnvesteerd in zijn leger, marine en luchtmacht, en is op papier uiteraard veel sterker dan het kleine Taiwan. Maar we weten inmiddels ook dat dat niet alles zegt. De laatste keer dat het Chinese leger gevochten heeft was in 1979, toen het Vietnam binnenviel. Dat was geen onverdeeld succes.

Hoe succesvol China zal zijn tegen Taiwan is een open vraag. We hebben de natuurlijke neiging om naar historische vergelijkingen te zoeken, zoals D-day. Maar ook dat is een klassieke denkfout, omdat je dan op het verkeerde spoor gezet wordt, zo schreef China-kenner Ian Easton in ­The Diplomat. Een eventuele Chinese invasie van Taiwan zou naar schatting tien keer zoveel manschappen vergen als de geallieerde invasiemacht op D-day. De Oekraïners hebben laten zien dat drones en raketten ook schijnbaar ongenaakbare marineschepen moeiteloos tot zinken kunnen brengen. Omgekeerd woont het overgrote deel van de Taiwanezen dicht op elkaar in steden, waardoor raketaanvallen veel meer slachtoffers zullen maken dan in Oekraïne. Zoals alle verstandige analisten wijst Easton op onze denkfouten. We zijn van nature geneigd om zwart-wit te denken: ‘Taiwan is kansloos tegen China’, of: ‘Taiwan is een onneembaar fort.’ Dat zijn valse keuzes. Het eerlijke antwoord is dat niemand kan voorspellen hoe zo’n invasie zou verlopen. Maar juist in zo’n complexe en onzekere situatie is het goed om over vele, uiteenlopende scenario’s na te denken. Ook al weet je niet welk daarvan uitkomt, je kunt je er al wel op voorbereiden. Het is te hopen dat westerse politici die analyses niet als ‘het-kan-vriezen-het-kan-dooien’ wegleggen. Als Xi Jinping verstandig is, leest hij zich ook grondig in en laat hij goed tot zich doordringen hoe bloedig en onzeker zo’n invasie zou worden. Maar ja, dat is weer klassiek wensdenken: ervan uitgaan dat een dictator zich rationeel gedraagt.

 

Kaders:

Verdacht van terrorisme

Er staan in Nederland 143 personen en 2 rechtspersonen op de nationale sanctielijst terrorisme. (Bron: NCTV)

Terrorismefinanciering

Er zijn in Nederland tot nu toe 27 strafzaken geweest over terrorismefinanciering. Er zijn 19 personen veroordeeld, 8 zaken eindigden in vrijspraak. (Bron: NCTV)

Inlichtingenrapporten

De AIVD bracht in 2021 555 inlichtingenrapporten uit.

Veiligheidsonderzoeken

De Unit Veiligheidsonderzoeken (van AIVD en MIVD samen) deed in 2021 51.354 veiligheidsonderzoeken naar (kandidaat-)vertrouwensfunctionarissen. Hiervan vielen 50.966 onderzoeken positief uit, 388 negatief. (Bron: Jaarverslag AIVD 2021)

Aantal taps door de AIVD

Hoe analisten de kans op een gebeurtenis schatten

 

Mate van waarschijnlijkheid  
Zeer waarschijnlijk > 90%
Waarschijnlijk 60-90%
Mogelijk 40-60%
Onwaarschijnlijk 10-40%
Zeer onwaarschijnlijk < 10%

(Bron: Joint Doctrine Publicatie 2 Inlichtingen, ministerie van Defensie)

Westerse inlichtingendiensten verwachtten dat Kabul nog wel even zou standhouden. En ze voorspelden juist een snelle ineenstorting van Oekraïne na een Russische aanval. Beide keren hadden ze het grondig mis. Hoe gaan deze spionnen te werk en hoe betrouwbaar is hun aanpak?

Uit Maarten! 2022-3. Bestel losse nummers hier

Welkom bij Maarten!

Maak eenmalig een gratis account aan en krijg toegang tot al onze artikelen. Lees gratis op onze site en ontvang elke twee weken nieuws, diepgravende artikelen, interviews, evenementen en acties van Maarten! in uw mailbox.

InloggenRegistreren

Reacties

Geef een reactie

Gerelateerde artikelen

Nee, de wereld is niet veranderd na 9/11

Hoe Amerika het IS-monster baarde

‘De AIVD moet een afspiegeling van de samenleving zijn om deze te kunnen begrijpen’

Welkom bij Maarten!

Maarten van Rossem is 's lands bekendste historicus en Amerikadeskundige. Hij is een veelgevraagd commentator op radio en tv en heeft een eigen blad: Maarten!. Verwacht diepgravende interviews, scherpe analyses en verrassende opinies.

Maak nu gratis kennis met onze journalistiek. In dit dossier hebben wij de mooiste verhalen uit ruim tien jaar Maarten! gebundeld. Lees bijvoorbeeld waarom Baudet gelijk heeft als hij zegt Fortuyns erfgenaam te zijn, wat Maarten van het Nederlandse onderwijs vindt en hoe Amerika het IS-monster gecreëerd heeft.

Wilt u de beste verhalen uit Maarten! in uw mailbox ontvangen? Meld u dan aan voor onze gratis nieuwsbrief.