Sultan Erdogan

Door Ivo van de Wijdeven

President Erdogan is al twintig jaar aan de macht in Turkije en mag nog eens vijf jaar door. De politieke kameleon doet wat hij kan om de Turkse positie in de wereld te verbeteren – en daarmee uiteraard die van zichzelf.

Uit Maarten! 2023-3. Bestel losse nummers hier

Op zaterdag 3 juni 2023 werd Recep Tayyip Erdogan in het gigantische presidentiële paleis Ak Saray (‘Witte Huis’) opnieuw beëdigd als president van de Republiek Turkije. Hij was op dat moment al twintig jaar aan de macht en begon die dag aan een nieuwe termijn van vijf jaar. De 69-jarige Erdogan is daarmee de langstzittende Turkse president in de geschiedenis. In de live op de Turkse televisie uitgezonden ceremonie zwoer hij dat hij het bestaan en de onafhankelijkheid van Turkije zal beschermen.

Een week eerder won Erdogan in de tweede ronde van de presidentsverkiezingen van oppositiekandidaat Kemal Kilicdaroglu. In de aanloop naar de electorale strijd leek het niet onwaarschijnlijk dat de president zijn onwrikbare greep op de macht zou gaan verliezen. Turkije kampt de laatste jaren met torenhoge inflatie (als gevolg van Erdogans ongewone monetaire politiek). Ook heerst er ontevredenheid over de wederopbouw na de verwoestende aardbeving in februari 2023 die aan 50.000 mensen het leven kostte, een groeiend anti-vluchtelingensentiment en kritiek op de uitholling van de Turkse rechtsstaat.

Kilicdaroglu ging met die onderwerpen aan de haal. Hij beloofde terug te keren naar democratische normen, de banden met het Westen aan te halen die onder Erdogan onder druk zijn komen te staan, en een conventioneler financieel-economisch beleid. En de miljoenen Syrische vluchtelingen op Turkse bodem? Die zouden volgens Kilicdaroglu als hij president zou worden terug naar huis worden gestuurd. Maar uiteindelijk ging toch 52 procent van de stemmen naar Erdogan. Die maalde er niet om dat bijna de helft van de kiezers voor Kilicdaroglu koos. Erdogans herverkiezing betekende volgens hem dat ‘alle 85 miljoen inwoners hebben gewonnen’. Het was nu zaak om onder zijn bezielende leiding eensgezind te werken aan een glorieuze Turkse toekomst.

‘Minaretten zijn onze bajonetten, koepels onze helmen, moskeeën onze kazernes’

Wie wil weten wat dat inhoudt en waar president Erdogan naartoe wil met Turkije, moet kijken naar de weg die hij de afgelopen decennia heeft afgelegd. Zijn Adalet ve Kalkınma Partisi (Partij voor Rechtvaardigheid en Ontwikkeling, AKP) won in 2002 voor het eerst de verkiezingen en is sindsdien onafgebroken aan de macht.

In de eerste jaren was Erdogan minister-president, maar in 2014 werd hij met grote meerderheid gekozen als president. Drie jaar later gaven de Turken in een referendum hun fiat aan grondwetswijzigingen waarmee vrijwel alle macht werd overgeheveld van het parlement naar de president. Sindsdien kan Erdogan regeren per decreet als hij dat wil.

Let wel: de Republiek Turkije was nooit het meest democratische land ter wereld. Het leger bewaakte decennialang met harde hand de strikt seculiere koers die ‘Vader der Turken’ Mustafa Kemal Atatürk in 1923 had uitgezet. Regeringen die neigden naar islamisme werden in een reeks militaire staatsgrepen aan de kant geschoven.

Maar nadat de kemalistische generaals eind jaren negentig de teugels hadden laten vieren, hebben Erdogan en zijn AKP het parlementaire stelsel van checks and balances helemaal ontmanteld. Dat gebeurde stapsgewijs en op een sluwe manier.

In 2020 neemt Erdogan de Hagia Sophia weer in gebruik als moskee.

Baken van stabiliteit

De AKP is als een feniks opgestaan uit de as van de islamistische Refah Partisi (Welvaartspartij, RP) van Necmettin Erbakan, die in 1997 aftrad als premier na grote druk vanuit het leger. Erdogan, toen namens de RP burgemeester van Istanboel, werd veroordeeld tot gevangenisstraf omdat hij een gedicht voorlas met de strofe: ‘Minaretten zijn onze bajonetten, koepels onze helmen, moskeeën onze kazernes en gelovigen onze soldaten.’

De Welvaartspartij werd verboden, maar onder leiding van Erdogan richtten Erbakans volgelingen de AKP op. Die werd expliciet neergezet als een brede conservatieve partij met economisch liberale ideeën. De AKP had ook een populistisch tintje: de partij van ‘de gewone man’ zou eindelijk afrekenen met de corrupte elite die het land bestuurde. Deze boodschap leverde de partij in 2002 een klinkende verkiezingsoverwinning op.

Om zijn beloftes waar te kunnen maken omarmde Erdogan de Europese Unie. De voor het lidmaatschap vereiste hervormingen werden gebruikt om de macht van het leger te breken. In spraakmakende strafprocessen werden de kemalisten uit het staatsapparaat gewerkt. Volgens de AKP was daarmee de Turkse deep state ontmanteld.

Europa werkte graag samen met Erdogan. Het Turkse buitenlands beleid was gericht op ‘nul problemen met de buren’ – ook om de rol van het leger te minimaliseren – en Turkije gold begin deze eeuw als democratisch baken van stabiliteit in een turbulente regio. Het hielp enorm dat Erdogan economisch de wind mee had. Turkije realiseerde spectaculaire groeicijfers en er ontstond een welvarende islamitische middenklasse, ook buiten de grote steden als Istanboel en Ankara.

Die groep mensen – de conservatieve soennitische Turken die zich onderdrukt voelden in Atatürks seculiere Turkije – vormt de belangrijkste machtsbasis voor Erdogan en zijn AKP. Daarom sleep hij ook de seculiere randjes van de republiek af. Zo verdween Atatürks hoofddoekverbod in onderwijs en overheidskantoren onder verwijzing naar Europese idealen over godsdienstvrijheid. Tegelijkertijd zei Erdogan te streven naar een ‘vrome generatie’ als tegenpool van de ‘verwesterde elite’. En hij greep terug naar Ottomaanse tradities en cultuur. Tijdens de gloriedagen van het Ottomaanse Rijk heersten de sultans in Istanboel niet alleen over een wereldrijk dat strekte van de poorten van Wenen tot Mekka en van Algiers tot Basra, maar stonden zij als kalief ook aan het hoofd van de wereldwijde islamitische gemeenschap.

In de Arabische Lente van 2011 zag Erdogan een kans om in hun voetsporen te treden: hij wierp zich op als voorvechter van alle (soennitische) moslims. Turkije steunde islamistische oppositiegroeperingen in buurland Syrië in hun strijd tegen president Bashar al-Assad. De Egyptische Moslimbroederschap had in Erdogan een medestander. Hij zocht zelfs toenadering tot de Koerdische Arbeiderspartij (PKK), die sinds de jaren tachtig streed voor zelfbeschikking voor de Koerdische minderheid in Turkije.

Erdogans assertieve buitenlandse beleid was weliswaar populair in Turkije, maar leverde daarbuiten al snel ‘nul vrienden en talloze problemen’ op. Als gevolg van de almaar verder ontsporende Syrische Burgeroorlog kreeg IS voet aan de grond en zochten 4 miljoen Syrische vluchtelingen hun heil in Turkije. In de strijd tegen IS werkte de internationale gemeenschap samen met de Koerden in het noorden van Syrië en Irak. Zij maakten daar de facto de dienst uit. Intussen bleef Assad overeind dankzij Russische militaire steun.

Aanhangers van Erdogan vieren dat de coup is neergeslagen, 16 juli 2016.

Gemuilkorfd

Erdogan zag zich daarom in 2015 genoodzaakt tot een radicale koerswijziging. Een aaneengesloten Koerdisch gebied aan de zuidgrens zou de droom van een onafhankelijk Koerdistan nieuw leven in kunnen blazen. Erdogan besloot de strijdbijl weer op te graven: de gewapende strijd tegen de PKK werd hervat en vanaf 2016 veroverde het Turkse leger met impliciete toestemming van Assad een 300 kilometer lange ‘bufferzone’ in Noord-Syrië.

De koerswijziging had ook binnenlandspolitieke redenen. Erdogans ‘islamistische’ agenda was voor een groot deel cosmetisch. Zijn geflirt met de slamitische Turkse identiteit en de Ottomaanse nalatenschap was vooral bedoeld om draagvlak te creëren voor een presidentieel systeem voor Turkije. Toen dat echter onvoldoende steun kreeg, koos Erdogan ervoor de nationalistische kaart te spelen. Daarmee paaide hij de Turkse nationalisten. Die juichten de strijd tegen de ‘terroristische’ Koerden toe.

Een mislukte halfslachtige militaire coup in de zomer van 2016 vervulde een sleutelrol in Erdogans greep naar de absolute macht in Turkije. Hij wist zijn aanhang te mobiliseren om massaal de straat op te gaan om tanks van putschisten tegen te houden. Daarna verdwenen tienduizenden tegenstanders als ‘terroristen’ achter de tralies – van militairen en ambtenaren tot politici en academici. Erdogan profiteerde sterk van het rally ’round the flag-effect om eindelijk met een referendum alle macht naar zichzelf over te hevelen en de presidentsverkiezingen van 2018 te winnen.

Sindsdien staan de rechtsstaat, de persvrijheid en de vrijheid van meningsuiting onder druk. Iedereen die kritiek uit op de president is kwetsbaar. Onafhankelijke media en ngo’s zijn gemuilkorfd met strenge wetgeving. Zelfs kinderen die de spot met hem drijven op social media kunnen rekenen op een bezoekje van de politie.

Intussen bedient Erdogan zich in talloze toespraken van een cocktail van Turks nationalisme en religieus conservatisme, die sterk leunt op antiwesterse sentimenten. Wie op zoek is naar een samenvatting kan op YouTube terecht bij de ‘Kizil Elma Marsi’ (De Mars van de Rode Appel). Het is een ronkend stukje propaganda dat werd gepubliceerd precies een maand nadat Erdogan in 2020 de Hagia Sophia opnieuw in gebruik had genomen als moskee.

Voor zijn achterbanis Erdogan een held, wat hij ook doet

Onder begeleiding van opzwepende Ottomaanse marsmuziek passeren sleutelfiguren en cruciale momenten uit de Turkse geschiedenis de revue. Het resultaat is een duizelingwekkende mix van sultans te paard, kindsoldaten in loopgraven tijdens de Eerste Wereldoorlog en moderne gevechtshelikopters en marineschepen. Zelfs ‘de martelaren van 15 juli’ ontbreken niet: Erdogans aanhagers die de staatsgreep in 2016 verijdelden. De beelden laten niets aan de verbeelding over, zelfs voor wie geen Turks verstaat.

De onderliggende boodschap? Erdogans roemrijke voorgangers stelden allen de Turkse zaak voorop en zegevierden in hun strijd tegen de talloze belagers van de trotse Turkse natie, vaak afkomstig uit het Westen. Erdogan is de volgende in een lijn van sterke mannen die de Turken naar een glorieuze geschiedenis zal leiden. Als je de president moet geloven, is Turkije volledig op zichzelf aangewezen. Het land is al sinds 1952 lid van de NAVO, maar wordt inmiddels gezien als een wispelturige bondgenoot. De Turkse bemoeienis met conflicten in de regio, de aanschaf van Russische wapensystemen en het traineren van de Finse en Zweedse lidmaatschappen zijn het land door de rest van de alliantie niet in dank afgenomen. Ook is Turkije met buurland en bondgenoot Griekenland in conflict over Cyprus, gas onder de oostelijke Middellandse Zee en territoriale rechten op die plek.

Erdogan eet van meerdere walletjes. Hij hoopt de geopolitieke spelers en strijdende partijen tegen elkaar uit te spelen en zo Turkije tot een regionale grootmacht te maken – en dat straalt natuurlijk ook af op hemzelf. Dat was óók een reden om zich te mengen in de burgeroorlog in Syrië.

De oorlog in Oekraïne biedt Erdogan een uitgelezen kans om als oliemannetje op te treden en met succes te bemiddelen in een akkoord tussen de strijdende partijen over graanleveranties. Het is een strategie die niet geheel zonder risico is. In veel conflicten trekt de Russische president Vladimir Poetin telkens aan de andere kant van het touw, en er is een lange geschiedenis van Russisch-Turkse oorlogen rond de Zwarte Zee. Er is dan ook geen haar op het hoofd van Erdogan die eraan denkt het NAVO-lidmaatschap op te zeggen. Tegelijkertijd is Turkije van groot strategisch belang voor de NAVO als bastion in de regio. Erdogan maakt daar handig gebruik van om concessies en voordeeltjes af te dwingen, zowel van zijn bondgenoten als van het Kremlin.

Foto van Erdogan aan de gevel van een gebouw van de AK-partij in Kahramanmarash, in het gebied dat is getroffen door de aardbeving, 17 februari 2023.

Opportunistisch

De liefde tussen Erdogan en de EU is reeds lang geleden bekoeld. Turkse EU-toetreding is achter in de ijskast gezet. Maar beide partijen houden nog steeds vast aan de migratiedeal die ze in 2016 sloten. In ruil voor miljarden om de situatie van vluchtelingen in Turkije te verbeteren houdt Erdogan de grens met Griekenland en Bulgarije voor hen potdicht. Het is tekenend voor de pragmatische en vaak ook opportunistische keuzes die de Turkse president maakt.

Erdogan is ook een politieke kameleon. De grootschalige protesten tegen zijn autoritaire regeerstijl in 2013, het verlies van de AKP in lokale verkiezingen in 2019 en de uitslag van de presidentsverkiezingen in 2023 tonen aan dat de president niet onaantastbaar is. Maar door zijn politieke toon telkens te wijzigen en al te luide tegengeluiden te onderdrukken weet de president altijd precies genoeg steun te verwerven voor zijn beleid. Nu heeft hij ook beloofd om op korte termijn de torenhoge inflatie aan te pakken, de wederopbouw van het aardbevingsgebied voortvarend ter hand te nemen en – door Assad toch weer te omarmen – de weg vrij te maken voor de terugkeer van Syrische vluchtelingen naar hun eigen land.

Op langere termijn zal hij op geopolitiek vlak doorgaan op de ingeslagen weg. Ook de nationalistische en conservatief-religieuze retoriek die zo populair is onder zijn achterban zal niet verdwijnen. Voor hen is Erdogan een held, wat hij ook doet.

Erdogan heeft in de loop der jaren zijn machtspositie stap voor stap uitgebreid door gebruik te maken van bondgenoten, aanhangers en ontwikkelingen op het wereldtoneel. Daarbij speelde hij in op nationalistische gevoelens, religieuze behoeften en de hang naar een groots verleden. Dat alles met als doel van Turkije weer een machtige speler te maken met hem als centrale figuur.

Dat hoger opgeleide Turken het land ondertussen in steeds grotere aantallen verlaten vanwege het repressieve klimaat lijkt Erdogan niet te deren. Hij bouwt letterlijk en figuurlijk stug door aan een trots Turkije. Met gigantische infrastructuurprojecten als de Camlica-moskee in Istanboel en de Canakkale 1915-brug over de Dardanellen, die vaak ook een grote symbolische waarde hebben, steekt hij de sultans van weleer naar de kroon.

Als Erdogan dan toch ooit zijn Witte Huis moet verlaten, dan heeft hij in Turkije een onuitwisbare indruk achtergelaten.

Meer lezen uit dit nummer? Bestel hier uw exemplaar

President Erdogan is al twintig jaar aan de macht in Turkije en mag nog eens vijf jaar door. De politieke kameleon doet wat hij kan om de Turkse positie in de wereld te verbeteren – en daarmee uiteraard die van zichzelf.

Uit Maarten! 2023-3. Bestel losse nummers hier

Welkom bij Maarten!

Maak eenmalig een gratis account aan en krijg toegang tot al onze artikelen. Lees gratis op onze site en ontvang elke twee weken nieuws, diepgravende artikelen, interviews, evenementen en acties van Maarten! in uw mailbox.

InloggenRegistreren

Reacties

Gerelateerde artikelen

Dictator voor het leven

De Indiase reus wordt wakker

De sterke man faalt

Welkom bij Maarten!

Maarten van Rossem is 's lands bekendste historicus en Amerikadeskundige. Hij is een veelgevraagd commentator op radio en tv en heeft een eigen blad: Maarten!. Verwacht diepgravende interviews, scherpe analyses en verrassende opinies.

Maak nu gratis kennis met onze journalistiek. In dit dossier hebben wij de mooiste verhalen uit ruim tien jaar Maarten! gebundeld. Lees bijvoorbeeld waarom Baudet gelijk heeft als hij zegt Fortuyns erfgenaam te zijn, wat Maarten van het Nederlandse onderwijs vindt en hoe Amerika het IS-monster gecreëerd heeft.

Wilt u de beste verhalen uit Maarten! in uw mailbox ontvangen? Meld u dan aan voor onze gratis nieuwsbrief.