Het klatergoud van Donald Trump
Gepubliceerd op:
Door Christ Klep
Een geliefd tijdverdrijf in de Verenigde Staten is ‘declinism‘: denken dat America the Beautiful naar de ratsmodee gaat. Eind achttiende eeuw maakten de Founding Fathers zich al ongerust over de overlevingskansen van hun kersverse republiek. Charles Dickens ergerde zich mateloos aan deze Amerikaanse obsessie met een schier onvermijdelijke achteruitgang. Blijkbaar raakt declinism een open zenuw bij onze Atlantische overburen. Het is het luxeprobleem van een supermacht.
Uit Maarten! 2025-2. Bestel losse nummers hier of word abonnee
‘Neergang’ is niet zo eenvoudig in een definitie te vatten. Zo heb je absolute (daadwerkelijke) achteruit- gang en relatieve (verhoudingsgewijze) achteruitgang. In 1945 bijvoorbeeld maakten de VS ongeveer de hel van de wereldeconomie uit, gemeten naar bruto binnenlands product. Drie decennia later was dit aandeel gezakt naar een kwart, terwijl de rest van de wereld economisch herstelde. Toch overwonnen de VS in de Koude Oorlog.
Daarna volgde het Unipolar Moment, met de VS als enige echte supermacht. Of ze die positie nu zullen ver- liezen aan China is maar de vraag. De communistische moloch lijdt aan structurele broosheid, zoals een snel vergrijzende bevolking en een star politiek systeem. Politieke wetenschappers als John Ikenberry van Princeton University worden niet moe te herhalen dat de VS juist over ongekende structurele voordelen beschikken: geen echte vijanden in de buurt, innoverend vermogen, een relatief jonge bevolking en een wereldwijd netwerk van organisaties en instituten. En nog steeds kan geen land tippen aan de VS qua militaire uitgaven.
Ongefundeerd declinism dus? De Amerikaanse economie deed het best redelijk onder president Joe Biden. Deskundigen waren verbaasd dat Amerikaanse kiezers zo somberden over hun economie. Het gros van de macro-economische verkeerslichten stond immers op groen: redelijke groeicijfers, lage werkloosheid, solide aandelenbeurzen en zelfs de inflatie werd langzaamaan onder controle gebracht. Toch bleek driekwart van de Amerikaanse kiezers weinig of geen vertrouwen te hebben in de economische toekomst. Declinism is en blij een geliefde volkssport.
Trump biedt een Golden Age of America-prullaria
Dit is een zelfbeschadiging waar Donald Trump gretig in peuterde. Zijn eerste inaugurele rede in 2017 draaide vooral om het doemscenario van nationale neergang. Trump zou persoonlijk het ‘Amerikaanse bloedbad’ stoppen. De tweede inaugurele rede begin dit jaar voegde nog iets toe: de mythe van de terugkeer naar een Amerikaanse Gouden Eeuw: ‘The Golden Age of America begins right now!’ Een glorieus tijdperk waarin de VS bovenal respect en jaloezie zouden afdwingen. Niet langer, tetterde Trump, zullen anderen ‘rip us o and screw us over’.
Naar welke Golden Age Trump precies verwijst, weet eigenlijk niemand. Doelt hij op de bloeiperiode na de Tweede Wereldoorlog, de tijd waarin Trump zelf opgroeide? Sommige historici speculeren dat de president verwijst naar de zogenoemde Gilded Age: de decennia vanaf ruwweg 1870. ‘We hadden de meeste rijkdom tussen 1870 en 1913,’ sprak Trump tijdens een persconferentie. ‘Toen waren we een land van tarieven.’
Historici hebben zo hun twijfels. Als iets de Gilded Age kenmerkte, dan was het corruptie, sociale onrust en groeiende ongelijkheid. Het e ect van tarieven was beperkt. ‘Het meest verbazingwekkende van de economie in de Gilded Age,’ sneerde historicus Richard White van de Stanford University, ‘is dat niemand er trek in had.’
Het is een schoolvoorbeeld uit Trumps retorische trukendoos. Recycle ‘MAGA’ en ‘Golden Age’ zo vaak dat nieuws, politiek en maatschappij verzadigd raken. Dan verdwijnt de scepsis vanzelf: Amerika zal niet alleen relatief, maar zelfs absoluut een ‘opwindend nieuw tijdperk van nationaal succes’ tegemoet gaan.
Nog een boeiend weetje over gouden tijdperken: ze worden normaliter pas achteraf geproclameerd. Pas in de negentiende eeuw muntte het nieuwe Koninkrijk der Nederlanden de term ‘Gouden Eeuw’ om het nationalistische fundament te schragen. Tegenwoordig hebben FvD en PVV er een handje van om terug te harken naar de Gouden Eeuw. Een tijd waarin we als Hollanders trots ons eigenbelang vooropstelden. ‘We moeten weer groots durven denken. Want waar een wil is, is een weg,’ kraamt Geert Wilders in een tv-spotje uit.
Aan gouden eeuwen vallen trouwens gouden bergen te verdienen. Trump biedt online een hele reeks Golden Age of America-prullaria aan, van teddybeertjes tot creditcard-houders. Maar door nu al een Golden Age af te kondigen, heeft Trump zichzelf ook gegijzeld met zijn eigen retoriek. Trumps economische beleid ondergraaft immers juist wat nodig is om van de VS weer een manufacturing nation te maken: open wereldhandel, flexibele migrantenstromen, internationale netwerken en niet-militaire overtuigingskracht (soft power).
Trump zal niet de stichter blijken van een nieuw American Empire. Hij is slechts de slaafse volger van de belofte van een mythische Golden Age.
Een geliefd tijdverdrijf in de Verenigde Staten is 'declinism': denken dat America the Beautiful naar de ratsmodee gaat. Eind achttiende eeuw maakten de Founding Fathers zich al ongerust over de overlevingskansen van hun kersverse republiek. Charles Dickens ergerde zich mateloos aan deze Amerikaanse obsessie met een schier onvermijdelijke achteruitgang. Blijkbaar raakt declinism een open zenuw bij onze Atlantische overburen. Het is het luxeprobleem van een supermacht.
Uit Maarten! 2025-2. Bestel losse nummers hier of word abonnee
Welkom bij Maarten!
Maak eenmalig een gratis account aan en krijg toegang tot al onze artikelen. Lees gratis op onze site en ontvang elke twee weken nieuws, diepgravende artikelen, interviews, evenementen en acties van Maarten! in uw mailbox.
InloggenRegistreren