Het ongeloof moet je onderhouden
Gepubliceerd op:
Door Laurens Bluekens
Debatten over heikele kwesties worden al snel gekaapt door politieke en religieuze radicalen. In Goddeloos. Waarom we atheïsme nodig hebben pleit filosoof Stine Jensen voor het zichtbaar maken van het ongelovige en seculiere standpunt. ‘In Nederland hebben we seculariteit nooit als een kernwaarde gezien die moet je verdedigen.’
Uit Maarten! 2025-2. Bestel losse nummers hier of word abonnee
De strijd van het atheïsme is een beetje doodgebloed, schrijf je in je boek. Waaruit blijkt dat?
‘Bij sommige heikele thema’s merk ik dat de stem van het seculiere en ongelovige standpunt niet klinkt. Denk aan de discussie over bidden en gebedsruimtes op openbare scholen. Ik zie openbare scholen niet als “atheïstische” scholen, waar je ongelovigen apart zet in een eigen zuil. Integendeel: het zijn scholen waar allerlei kinderen elkaar ontmoeten. Maar geloof bepaalt niet de identiteit van de school of de kinderen, en er wordt geen geloof beoefend. Je kunt wel onderwijzen over godsdienst. Als je gebedsruimtes zou toestaan op open- bare scholen torn je aan de kern, de missie, het wezen van het openbaar onderwijs.
Als islamitische leerlingen in pauzes gaan bidden, maak je religie vanzelfsprekend op school, zonder je een groep af én verandert het idee van de pauze. De pauze is een sociaal moment, waar je iemand tegen het lijf kan lopen die anders is dan jij. Ongelovigen hebben er dus belang bij om wat te zeggen over gebedsruimtes op openbare scholen, maar dat gebeurt niet.
Een jaar of tien, twintig geleden was het anders. Bij omroep HUMAN was ongelovigheid altijd een belangrijk thema. Het ging er vaak over, en grappen over het geloof deden veelvuldig de ronde. Dat geluid verstomde steeds meer. Dat zie je ook in de politiek. Voorheen kwamen partijen als D66 op voor het seculiere belang, met name bij monde van Boris van der Ham. Maar daarna werd het op de een of andere manier belangrijker om diversiteit en inclusie naar voren te schuiven. Het leidt er ook toe dat sommige linkse partijen vrij conservatieve gelovigen op de kieslijst zetten. Dat kan gaan schuren.’

Biddende kinderen in een mosliminternaat in Rotterdam, 2012.
Wat zouden de oorzaak kunnen zijn dat de strijd voor het atheïsme is doodgebloed?
‘In Nederland hebben we seculariteit nooit gezien als een echte kernwaarde, maar meer als vanzelfsprekendheid. In Frankrijk bijvoorbeeld ligt het anders, daar staat de scheiding van kerk en staat tussen andere verlichtingsprincipes als vrijheid, gelijkheid en broederschap. Toen Nederland ongelovig werd, dacht iedereen: zo, dat is geregeld, de samenleving zal altijd seculier blijven. Dat is eigenlijk een teken van ongekende vrijheid, je hoeft je er niet meer mee bezig te houden.
Maar het atheïsme is hier en daar verzand in een soort onverschilligheid. We leven in een samenleving vol consumptie, afleiding en prikkels. Als je je niet af en toe bewust afvraagt wat je positie is als ongelovige of waarom seculariteit belangrijk is, kun je afglijden naar wat theoloog Rik Peels met een mooi woord “apatheïsme” noemt.
Nu komen we erachter dat ook het recht om ongelovig te mogen zijn onder druk kan komen te staan. Zo heeft nog geen enkele president in Amerika zich als ongelovig of atheïstisch kunnen presenteren. Via het College voor de Rechten van de Mens wordt ineens een gebedsruimte op een openbare school afgedwongen. En wereldwijd is het religieus nationalisme bezig met een opmars; in Amerika, Brazilië, maar ook in Europese landen als Hongarije en Polen. Net als de democratie moet je het ongeloof onderhouden.
Het speelt ook mee dat Nederland in zekere zin nog altijd een verzuilde samenleving is. Natuurlijk zijn de zuilen niet meer zo sterk, maar in de kern regelen we zaken nog via het verzuilde poldermodel. Er zijn representanten van bepaalde ideeën die er met elkaar uit moeten zien te komen, en dan is het maar net wie zich het best verenigd heeft. Intussen is zo’n 55 procent van het onderwijs nog steeds gestoeld op religie. Omdat ongelovigen geen eigen “zuil” hebben, blijft deze positie soms onzichtbaar in het debat. Het atheïsme zou meer smoel mogen krijgen.’
Hoe zou dat eruit kunnen zien?
‘Er zitten twee kanten aan: religiekritiek en de zoektocht naar zingeving. De Four Horsemen
– de contemporaine atheïstische denkers Sam Harris, Richard Dawkins, Daniel Dennett en Christopher Hitchens – zijn heel kritisch op het geloof en op een heel geestige wijze. Het ging en gaat hun vooral om het bevorderen van de waarheidsvinding en de wetenschap. Dat mondt vaak uit in analytische wedstrijdjes over de vraag of God bestaat of niet.
Dergelijke religiekritiek is heel belangrijk, want atheïsme is niet “ook maar een geloof”, zoals sommigen beweren. Het is gestoeld op wetenschap. Maar mijn atheïsme biedt wel handvatten voor zingeving zonder God, bijvoorbeeld door acht vormen van atheïsme te benoemen, waaronder humanisme en existentialisme. Daarnaast onderzoek ik of zoiets als cultuuratheïsme zou werken, waarbij je met kunst en cultuur sterk invulling geeft aan zingeving zonder God. Het cultuurchristendom slaat ook goed aan, denk bijvoorbeeld aan het succes van The Passion op televisie.
‘Mijn dochter heb ik verteld dat we geloven in mensen’
Toen mijn dochter zes was, kwam ze naar me toe met de vraag waar wij als gezin eigenlijk in geloven. Dat was een best goede vraag. Ze zat op een school in Amsterdam-West waar ze veel religie tegenkwam. Ook heeft mijn dochter een keer vrouwen met heel mooie gekleurde sjaals in een moskee zien bidden. Of we dat ook een keer konden doen, vroeg ze aan me.
Ik dacht: ja, hier begint het wel. Ook het atheïsme moeten we actief meegeven. Ik doe dat op een humanistische manier. Mijn dochter heb ik verteld dat we geloven in mensen en dat zij de regels bepalen. En als mensen elkaar vervelende dingen aandoen of je ziek wordt, is dat geen straf van God, maar gewoon pech. Het is heel belangrijk om kinderen wijs te maken in pech, toeval en geluk, en later in de filosofie.
Of denk aan de seculiere geboden van Dirk Verhofstadt: prachtig. Het humanisme kent een rijke schakering van tradities, rituelen, denkers en cultuur om vorm te geven aan zingeving zonder God. In mijn dagelijkse podcast Zin van de Dag licht ik in twee minuten een uitspraak van zo’n denker of doener uit.’

In het stiltecentrum op Schiphol kunnen reizigers bidden en mediteren, 2018.
Door de aandacht voor diversiteit en inclusie is er minder ruimte voor religiekritiek. Zeker in linkse kringen voert vriendelijke interesse voor religie de boventoon.
‘Ja, we hebben er een handje van om religie te exotiseren en te romantiseren, maar dat is ook een valkuil. Want dan is geloof per definitie “goed” en “interessant”. Daarmee ga je niet alleen voorbij aan de conservatieve kanten van geloof, je neemt religieuze mensen ook niet serieus. Zo iemand heeft net als ieder mens ook verlangens, slechte en goede kanten, enzovoorts.
De angst om religie te bekritiseren komt denk ik vooral voort uit het risico om van discriminatie te worden beticht. Zo van: je bent fout bezig als je links bent en niet op het Malieveld gaat staan om de boerka te verdedigen. Maar het is heel goed mogelijk om op een constructieve manier kritiek te leveren op uitingen van religie. Natuurlijk mag je aantrekken wat je wilt, maar die keuzevrijheid wordt ook misbruikt en ingezet om zeer conservatieve agenda’s door te duwen en in stand te houden. Ik ga ook niet op het Malieveld staan om op te komen voor zwarte kousen.’

Protest tegen het boerkaverbod. Den Haag, 2019.
Naast de angst om te discrimineren lijkt het erop of we collectief de keerzijde van religie zijn vergeten.
‘Het is nog maar kort geleden dat we ons wisten te bevrijden van religie. De Nederlandse literatuur loopt zo over van dit onderwerp dat zelfs ik er soms wel wat genoeg van had, zeker toen ik jonger was. Denk alleen al aan Jan Wolkers, Maarten ’t Hart en Jan Siebelink. Toch lijkt er inderdaad sprake van een soort amnesie. Ik denk dat dat ook komt doordat de jongere generatie niet meer zoveel leest, en sowieso geen werken van de genoemde auteurs.
‘Ook het atheïsme moeten we actief meegeven’
Laatst heb ik enorm genoten van een column van Stephan Sanders in NRC. De ramadan is een beetje hip geworden en zelfs ongelovigen doen er soms aan mee omdat ze het leuk vinden. Er was ook een tijd waarin de katholieken nog vastten, schrijft Sanders. Maar daar was geen enkele aandacht voor, laat staan dat je er vrij voor kreeg of er een speciale regeling voor gold. Meten met verschillende maten is op dit vlak schering en inslag.
De hang naar diversiteit en inclusie is voor een deel natuurlijk wel te begrijpen, want bijvoorbeeld in de politiek is het daarmee belabberd gesteld. Het kan een verbindende werking hebben en dat valt goed bij veel Nederlanders. Maar die positieve gedrevenheid kan ook verblinden.’
Zou je het atheïsme weer zichtbaarder kunnen maken door de afschaffing van de financiering van het bijzonder onderwijs?
‘Dat weet ik niet zo goed. Iedere paar jaar borrelt het idee om artikel 23 van de grondwet te veranderen wel even op, maar het leidt nooit ergens toe. Dilan Yeşilgöz-Zegerius pleit er nu bijvoorbeeld voor en dat is best opmerkelijk omdat het niet echt een VVD- thema is.
Het wordt in ieder geval hoog tijd dat dit van de grond komt, want je bent dan meteen van zoveel kwesties af. Je zal geen gesteggel meer hebben over gebedsruimtes op school en over kantines waar van alles te krijgen moet zijn. Het zou in één klap duidelijk zijn: op school doe je niet aan geloofsbeoefening, maar wél aan geloofsonderricht.’

In Kesteren wordt een reformatorische enclave met kerk, school, parkeerterrein en appartementencomplex gebouwd, mei 2025.ANP / Hollandse Hoogte / VidiPhoto.
Theoloog Rik Peels en historicus Beatrice de Graaf bespeuren een toename van religieusanalfabetisme en maken zich daar druk over. Is het zo erg dat we minder over religieweten?
‘Religieuze geletterdheid is nodig omdat er wereldleiders als president Poetin zijn die heel gekke dingen doen en daar ook orthodoxe religie voor inzetten, zegt De Graaf. Om te begrijpen hoe dat in elkaar zit, heb je inderdaad kennis over religie nodig.
Maar ik denk dat er ook veel seculier analfabetisme is. Mensen zijn niet zo op de hoogte van de waarde van de scheiding tussen kerk en staat en van de rijke traditie van het humanisme. Het terugdringen van religieus analfabetisme zou daarom hand in hand moeten gaan met het terugdringen van seculier analfabetisme. Op veel scholen is godsdienst al onderdeel van het lespakket en dat lijkt me een goede zaak. Daarnaast wint filosofie als schoolvak gelukkig ook aan terrein.
Eerlijk gezegd maak ik me vooral zorgen om geletterdheid überhaupt: leren lezen en kijken, mediageletterdheid en -wijsheid. Laten we daar eens mee beginnen. Daarna zou je zelf in staatmoeten zijn om religie te duiden.’
Stine Jensen (1972) is bijzonder hoogleraar publieksfilosofie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, columnist voor NRC, programmamaker bij omroep HUMAN en auteur van talloze non-fictieboeken. Ze studeerde filosofie en literatuurwetenschappen en promoveerde in 2002 op een proefschrift over de relatie tussen vrouwen en apen in film, literatuur en wetenschap. Vorig jaar publiceerde ze Goddeloos. Waarom we atheïsme nodig hebben.

Stine Jensen. Foto van ANP / Robin van Lonkhuijsen.